Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 27 april 2010

De kans.

Vanmorgen weer lekker vroeg op weg, over een tolloze route, net zoals gisteren en, evenals gisteren op de frans -belgische grens bij de op Lambik gelijkende ( -gelijkende, want de echte Lambik is vlaams en waar ik mijn koffie haal is een waal-) uitbater hedenmorgen onderweg ergens naar binnengeschoten, koffie, pain chocolat en hup, weer verder. Bij het krieken langs de steden Clermont en Montferrand, dat bij één of ander edict in de veertiende eeuw (ik kan er ook een eeuwtje naast zitten) samengevoegd werd tot Clermont-Ferrand, de geboortestad van Pascal, gereisd, Pascal, Blaise Pascal, filosoof, wis- en natuurkundige onder wie diverse natuurkundige feiten werden gedefinieerd. Pascal was ook een befaamd kansberekenaar en dacht na over de Eeuwige en het allergrootste getal. Wat dit getal is, blijft, aldus Pascal, altijd onbekend, maar bestaat wel. Zo dacht hij ook over de Eeuwige en andere zaken: het feit dat je het niet ziet wil nog niet zeggen dat het niet bestaat en vervolgens kwam Pascal op de volgende kansberekening: Inzet is je leven, in de tijd gezien een geringe inzet, en dat kun je inzetten in dienst van de Eeuwige, God zo u wilt, en als hij bestaat is de winst groot, oneindig groot, bestaat hij niet dan is het verlies eigenlijk betrekkelijk gering. Dus volgens die kansberekening, ook wel "de gok van Pascal" genoemd, kun je maar beter rekening houden met het bestaan van de Euwige dan de overtuiging dat het leven, zoals Descartes schreef, ophoudt als ons (aardse) denken eindigt. Wellicht dat pascal ons met veel meer uitgedachte inzichten ons nog dieper kunnen verrijken als hij niet zo jong was gestorven want hij werd, geloof ik, net als Mozart nog geen veertig jaar. Het laatste woord zal hier nog wel niet over gezegd zijn, net zoals het enorme vele moois wat ik weer na Clermond Ferrand zag want het is zo veel dat ik het echt niet allemaal beschrijven kan: rotsformaties met bloeiende gele brem, watervallen, prachtige beekjes, schitterende vergezichten, paarse, rode, witte bloemen en op de momenten dat ik stil stond en de motor uitzette geluid van ruizende bomen met daartussen vogelgezang en af en toe een brommend insect, dit alles regelmatig verstoord door het geluid van het immer voorbijrazende verkeer. In Nimes een lange tijd gewacht deze keer, wel tot na vijven eer ik aan de beurt was en toen nog een uurtje naar het oosten gereden, nabij Cavaillon, om morgen een teruglading op te pikken.
Inmiddels gaat het donkeren en weldra zal ik de maan zien, vol, of bijna vol, zoals ik hem gisteravond en vanmorgen nog waarnam, en natuurlijk vele sterren. Achter mij, door de nevelige lucht heen, de contouren van de Mont Ventoux en voor mij een grote fabriek. Daarnet ben ik een twintig minuten heen en twintig terug gelopen en heb een kleine versnapering verorberd in een routier waar niemand nederlands sprak en op het moment dat ik dit schrijf klimt de maan van achter de fabriekshal naar boven wat mij bewegen doet een CD met de vierde symfonie van Beethoven op te zetten, wel passend bij het zien van al dit moois. Kent u de vierde Symfonie? Het eerste deel met zijn langzame aanloop wat na een hevig cressendo overgaat in een levendig allegro met een dwarsfluit die maar niet in de pas van de pauken wil spelen en lange tijd een niet-passende toonladder speelt, totdat de paul deze dwarse dwarsfluit tot de orde roept, met daarna een andante waar de luisteraar op het eind voor de gek wordt gehouden en na een mooi menuetto een vierde deel met volgens mij grotendeels alleen maar één-zestiende noten. De klanken van de muziek vullen nu zachtjes de nagenoeg verlaten parkeerplaats en de kans dat ik morgen de oplegger weer vol krijg is vele malen groter dan dat hij leeg blijft. Denk ik.

Aldus schreef ome Willem.

---