Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 31 januari 2014

De doorbraak.

Een winterse nacht waaruit de laatste januaridag geboren wordt nadert haar einde; tijdens het naderen van het licht zag, jaren terug, de Markiezin van Veere, Gravin van Spiegelberg en Leerdam, het leven en, nog eerder, Franz Schubert; de nacht naderd, de nacht waarin de grote vloed Engeland, België, maar vooral Nederland overviel; de afgrijselijke Sint-Ignatiusvloed en omdat het schrikkeljaar is volgen er in 2014 vanaf die dag nog slechts 333 dagen tot haar voltooiing; als ons nog 333 dagen gegeven worden.

Neem de zonhoogten in acht, en waar is de maan? Omkeerdagen begeleiden het weer waarmee we februari ingaan, Jupiter verdween, samen met de Tweeling, naar het westen, op de vlucht voor de opgaande zon, Mars en Maagd minnen elkaar en lijken vrijspel te hebben; of toch niet! Een schopioen stuurt Staturnus op het tweetal af en in het oosten raast een grote onbekende voorbij.

Voor het eerst dat ik de vreemdeling waarnam, laag aan de horizon, ondanks de lichtvervuiling: een vreemd hemellichaam scheert tussen Zwaan en Adelaar als een Albatros voorbij: dat belooft weinig goeds.

Wiggelende sterren, naderend onheil: februari zal, gelijk januari, dit jaar zacht zijn, en wij, sussend in een milde winterslaap; worden we, weer door het weer alweer op het verkeerde been gezet?

De grootste werkloosheid ooit in Spanje en Italië, dalende -geld-koersen (o.a. Venezuela, Turkije), een tsunami van sluitende winkels, onrust in Arabië en Oekraïne en het spoedig uiteenspatten van de Chinese zeepbel, de gevolgen zullen ons wreed en onverhoeds uit de slaap wekken; Utopia verder weg dan ooit.

Ondanks het steigende en hoog blijvende water zagen slechts weinigen de ramp van 1 februari aankomen; of anders: iedereen zag, kón het zien, maar veronachtzaamd het voorteken: 31 januari begon, zoals vandaag 31 januari begint. Reeds in de avond braken de eerste dijken door!

Doorbrekend daglicht is nog steeds geen garantie voor een goede afloop!


Aldus schreef ome Willem.
---

donderdag 30 januari 2014

De doortocht

En intussen!  Hoe kom je haar door. Aangenaam, we zochten, zoals deze Sherlock Holmes, naar een geschikte plek, ergens, in een middelgrote stad



........waar deze foto aan de muur hing....



.....en deze twee giganten, ook uit een ver verleden, een nogal bruin café....
.......en waar dit soort van verrukkelijke broodjes werden geserveerd!  
Best een gelegenheid om het even uit te houden, om de winter door te komen.  Toch?

Wintertijd

Heldere lucht, winter, bomen die wachten, geduldig, totdat ze opnieuw groenen gaan






En zo, bladloos, komt de schuilplaats vrij, hoog weggestopt, ook wachtend op de nieuwe tijd.
KIJK! zie, de ekster, zwart-wit, bijna niet te zien, maar toch!  Ook zij wacht. Wacht, nog een slordige zestig dagen! 

woensdag 29 januari 2014

De Parnassus.

Opeens viel één van de geiten in een diepe kloof, de herder zag het nog net gebeuren en snelde naar rand van de afgrond, keek de diepte in; het dier bleek ongedeerd en met een uiterste inspanning wist hij, zoals het een goede herder betaamt, de grauwwitte geit te redden.

Niet lang daarna begon het diertje zich eigenaardig te gedragen terwijl ook de herder, nu hij even afgedaald was in de kloof, opeens in staat bleek vanuit het heden voorbij het toen en ooit te zien; het mirakel geschiedde.

Geschiedde aan de voet van de Parnassus; merkwaardigerwijs ook het adres waar in onze hoofdstad men recht tracht te spreken, een bombast gebouw, gelijkend op een laateeuwse bunker, gelegen in een woud van handelshuizen; torenflats op de zuidas waar de nieuwe muzen huizen; in het binnenste huist het orakel, het orakel van Amsterdam dat ik vandaag raadpleegde.


Interessante zaak; een snelheidsovertreding, maar eentje waar de magistraat gehakt van wist te maken; de officier sputterde nog wat tegen, wilde de zaak aanhouden, maar "U dient de zaken goed en volledig aan te geven, en zo niet, is het einde verhaal", aldus het orakel!

Hoog, zo hoog! De toppen, de Lycorea en Tithoreea, vanuit Larisa en Lamia goed te zien, zijn doorgaans met sneeuw bedekt, ontspringende bronnen waar schrijvers en dichters hun inspiratie uit putten; de zaak gesloten en een collega die geld, van de Nederlandse staat geld, terug krijgt, tenzij de officier het hogerop, op 2500 meter, wenst te zoeken, maar dat zal ze, na de uitbrander van de Edelachtbare, wel uit haar hoofd laten.

Later op de dag kwam er een Siciliaan langs, e4, c5 maar onder het toeziend oog van Leeuw en Kreeft speelde ik het eigenaardige 2: Pe2 terwijl Jupiter de hele nacht naast de Stier in de Tweeling bleef staan; pas rond middennacht vertoonde zich Mars in het oosten, maar toen hadden mijn witte stukken met goede zetten de tegenstander allang overwonnen; in tegenstelling tot een niet doorzettende winter!

28 januari ging voorbij; de verjaardag van de oude professor, 103! Terwijl 127 jaar geleden de eerste echte steen voor de Parijse Eifeltoren werd gelegd; later, jaren later volgt de bouw van de Montparnasse; dichters en kunstenaars, schrijvers en filosofen: inspirerende Parnassus met het voorbij van ooit en toen: Serge Gainsbourg, Simone de Beauvoir, Smuel Beckett en, jawel, Jean-Paul Sartre werden er begraven, als een L' Heritage van Maupassant die er eveneens te vinden is!

Alleen Pythia, misschien ook Aegeus en Themis lijken toegang te hebben.
Onbevoegde worden door Titanen zonder pardon gekookt; Da Vinci met Pegasusvleugelen; kijk uit, kijk uit voor de afgrond!!

De afgrond naast parnassus.

Aldus schreef ome Willem.

---

maandag 27 januari 2014

Nogmaals de foto's van Rudy's muur.

Ach ja.  Weekje vrij.  Maar wel even eerst een paar verrukkelijke plaatjes van weleer.

Toén al, met de trein vanuit Ingolstadt

Oud tankvervoer

Nederlandse Scania's

Duitser onder de bomen

Met stenen naar Italië

Firma KOK

Knol uit Salzburg

Italiaan met een zeven-asser...

donderdag 23 januari 2014

Reis met een eerste, kleine, winterprik.

Op weg, naar 't oosten.

Even voor de oude "DDR"-grens, nog niets aan de hand

maar net na Heiligenstadt begint het wat te sneeuwen


het knollenland kleurt een weinig wit



en 't is een beetje nevelig

De andere dag.  In Tsjechië is nog niets aan de hand

Cheb

Garages van weleer....

Woensdag, in de Obernpflalz

ook hier nog weinig winters.

Dan, verscholen achter hoge houtwallen

Een uiterst bijzonder transportbedrijf


al was het alleen al om de naam. 

In de middag kuier ik wat in Weiden rond

stadhuis met poortje, waaruit ik later nog een kiekje nam. 


panoramafoto van 't plein

oude stadspoort



De laatste twee.  Dezelfde foto, maar beide met een andere lichtval


Het jarenheen.

Een jaar, alweer en jaar!

Weiden, Weiden in der Oberpfalz ligt halverwege, Nürnberg aan het einde van de Via Carolina, ook wel de Goldener Straße genoemd, de oude handelsweg naar Praag; gistermorgen vroeg spoedde ik mij naar het westelijke eindpunt van deze route.

Als een schim, weg, verdwenen, zo'n jaar!

Nürnberg, een naam met onduidelijke afkomst; Nur ein Berg of Neuburg, niemand die het weet, maar wel, dat de stad in de recente geschiedenis om diverse redenen bekendheid kreeg; het werd door de Nazi's belangrijk genoeg geacht om er enkele keren een "partij"-dagje te houden en in 1945 en '46 werden hier de processen tegen 24 nog levende kopstukken van diezelfde partij gevoerd; 11 kregen de doodstraf, 3 werden vrijgesproken, één lieten ze lopen vanwege zijn slechte gezondheid en de overigen werden voor langere tijd opgesloten.

Als zand, als de liefde is een jaar; als je denkt dat je 't beet hebt, blijkt het tussen je vingers te zijn weggegleden: foetsie!

Daarnaast werd de stad bekend om zijn Adler, zo ongeveer de eerste stoomtrein die rond 1850 een eerste reis maakte tussen Fürth en Neurenberg; later heeft men zich geworpen op de speelgoedtreintjes, nog steeds wordt elk jaar in de Messe een speelgoedbeurs gehouden, en daar, juist daar, was rond acht uur het laatste losadres; de goederen uit de hoge Bijlmertoren werden hier als speelgoed uitgestald.

Ach mijn lieve tijd! Waar blijven toch al die jaren! Waar snellen ze heen!!

Daarna terug, nu langs de werkelijk oude Via Carolina, een naam die vermoedelijk afkomstig is van de één of andere Karel die ooit hierover schreed, of wellicht poen beschikbaar stelde een goed kar-met-paard-weg aan te leggen; hoe dan ook, een niet te versmaden prachtige winterreis door de Oberpfalz, het gebied waar de grote musicus Willibert Gluck, later, nadat hij door paus Maximiliaan de zoveelste tot ridder was gemept, Willibert von Gluck, vandaan komt en het is begrijpelijk; de prachtige omgeving inspireert tot grote kunst, dicht-, componeer- danwel schrijverskunst; al mijmerent kwam ik aan te Weiden nadat ik onderweg even eine Tasse Kaffee dronk bij een transportbedrijf dat op de zeilen en achterdeuren mijn achternaam meevoert.

Zo voorbij, zo voorbij. Zelfs een nieuw jaar zo!

En omdat de lading niet klaar was, trok ik naast mijn rode wanten een dikke jas aan en trapte op mijn Harley naar het centrum, bewonderde daar de oude poorten, het oude stadhuis en verwonderde mij over de daagse drukte; alsof elke weideling maar tijd in overvloed had om door het stadje te slenteren: rond drie uur was ik teruggekeerd en begonnen we te laden, dat overigens tot het schemerdonker voortduurde.

Nooit, nooit eens een jaar dat terugkomt. Altijd, altijd gaat zij heen!

Zo kwam het, dat ik door het donker recht naar boven reed; dit keer niet over Tsjechië, op weg naar Hof, een stadje dat voor de "wende" geheel tussen de gordijnen werd ingesloten, maar thans langs doorgaande routen ligt; bijladen, en omdat ik aan de werktijd zat, ook maar meteen het voertuig verder stilgezet.

Een lemming, een lemming is een jaar. Ze begint, gaat voort, vier seizoenen lang en dan, dan stort ze zich neer in het ravijn van vergeten.

Vanmorgen, wederom op weg, inmiddels danste ragfijne sneeuw in het rond: "Wegwezen", mompelde ik en vertrok, de schimmige nacht in, door dwarrelende sneeuwvlokken, maar de weg was "schoon". Ondanks het vroege uur al veel verkeer, vooral vrachtverkeer, op de weg: dag en nacht zeulen de goederen heen en weer. Weimar, Erfurth, de sneeuw werd erger, ik sloeg af naar 't noordwesten, en nog voor Bad Langensalza had het verkeer slechts twee zwarte sporen tot zijn beschikking; het liep tegen zessen en steeds meer forenzen bevolkten de weg. Muhlhaussen, en later de weg op naar Heiligenstadt; het sneeuwde niet meer en de het bleek, dat de sneeuw niet tot hier was gekomen. Na bijna vier en een half uur terug in Witzenhaussen; tijd voor koffie. Zwarte koffie.

Vandaag de 23e, 23 januari, wat voor mij, beroepsmatig,altijd een gedenkwaardige dag zal blijven; twee collega's ontvielen ons, nu, een jaar geleden, deze dag; Superbertus, Bertus van Soest, en Joop, Joop Arentzen.

Straks weer verder, onderweg; zonder Bertus, zonder Joop; ooit kon je ze tegenkomen. Overal, en op elk moment van het jaar.

Aldus schreef ome Willem.



---

dinsdag 21 januari 2014

Het zwijgaccent.

Het is bekend uit diverse talen, het verschil tussen zwijgen en spreken en doorgaans, of beter; altijd wordt het zwijgen van meer waarde geacht dan het spreken; silence is golden, zwijgen blijkt immer weer goud te zijn.

Uiterst vroeg denderde ik weer voort, slechts een enkele witte sneeuwvlok spatte op de voorruit; wel veel nattigheid in vorm van regen; zwart-grijze lucht, achter de vrachtwagens enorme opzwiepende waterwolken; de gisteren nog even terloops gewassen oplegger werd ferm bezoedeld; zo passeerde ik Dortmund, Unna en Soest, nog in het donker zag ik links van mij de lichten van Kassel; toen begon het traag te dagen.

Nu wordt er heel wat afgeleuterd op deze aarde, in een drie jaar tijd wordt de mens, na zijn geboorte, het spreken geleerd, praten, na-praten, redeneren en discusieren, soms op onafgebroken wijze en het heeft er veel van weg dat de mens zijn hele verdere leven nodig heeft om dat spreken, wat hij in zijn kindertijd heeft geleerd, weer af te leren.

Een paar bolletjes bij de bakker in Witzenhaussen, de weg op naar Arendshaussen en even later doorkruiste ik het oude D.D.R., langs Mülhaussen en Bad Langensalza terwijl het naarstig begon te sneeuwen, sneeuw dat nauwelijk op de weg bleef liggen, maar de omliggende geploegde knollenlanden steeds witter kleurden.

Maar is zwijgen zo anders dan spreken? Of anders; waarin onderscheid zich het spreken van zwijgen; en dit overdenkende tijdens het doorklieven van de sneeuwjacht kwam ik tot de ontdekking dat er geen principieel verschil bestaat: zwijgen is spreken zonder woorden, zo u wilt, zonder geluid.

Thüringen, de oude Freistaat, eigenlijk pas vorm gekregen rond 1920 en ontstaan uit een aantal oude vorstendommen, en ik passeerde de hoofdstad Erfurth, vervolgde mijn weg tot nagenoeg het uiterste van deze Freistaat vanwaar ik die andere Freistaat in reed, Freistaat Bayern en net over de -oude- grens, ook lange tijd de D.D.R.-grens, kwam ik rond één uur aan in het allereerste dorpje over die grens; Töpen, waar ik een paar paletten lostte.

Afwisselend sneeuw en droog onderweg, zoals spreken en zwijgen elkaar afwisselen kunnen. Kúnnen, maar vaak overheerst het spreken, gekakel en het gekrakeel dermate dat het zwijgen totaal wordt ondergesneeuwd, zo erg, dat ze aan het oor onttrokken wordt. Een totale afwezigheid van 't zwijgen; en de leemte, die men niet met woorden weet te vullen, vult men met versterkt jammerende gitaarklanken, onafgebroken trommelgeros versterkt door mega- of microfoon; nagenoeg elke langsrijdende cabine, sedan of ander voertuig voert voortdurend, naast personen, onafgebroken klanken met zich mee; de klank van het zwijgen blijkt totaal afwezig. Ja, zelfs op fiets en motorfiets, de sportieve hardloper of wandelaar loopt met zwijgafwerende middelen in de oren rond.

Vanaf Töpen zocht ik de weg naar Selb weer op, de hele dag had ik de joeldoos nog niet aan gehad en op de grens met de Tsjechische Republiek begon het weer fors te sneeuwen. Tsjechië, waar ik niets laden of lossen moest, maar gewoon doorheen reed voor wat inkopen. Het maakte tenslotte niet zo veel uit; via de aan gene, in Duitsland lopende, snelweg, danwel via Cheb naar Waldsassen te rijden; onderweg deed ik een paar kleine inkopen voor collega's, daarna spoedde ik mij weer verder, het sneeuwen hield op en ik snorde het donker weer in; tot een vijftig kilometers voor Nürnberg, de eerste stad ooit uit de lucht door Leni Riefensthal werd gefilmd in de propagandafilm Triumph des Willens.

De mens, tot spreken in staat, dient zijn woorden te wegen, en woorden mogen niet meer zijn dan een omlijsting van het goud dat zwijgen wordt genoemd. In het gouden raamwerk van het zwijgen dienen woorden louter om die stilte te omlijnen, te tekenen, eventueel met een vleugje muziek; meer is niet nodig.

Al het overige is overstemming, geleuter en gezwam, waarmee alleen de rede, en dan ook alleen de rede wordt geëerd; redeneren.

Aldus schreef ome Willem.

---

Cheb.

Door de straten van Cheb.
---

Gisteren.

De flat was hoog, zoals overal in de omgeving en ik besefde dat ik hier vroeger wel eens kwam toen het nog allemaal grazige weiden waren met verspreid staande boerderijen. Pakweg veertig jaar terug, iets eerder al, begon men in de omgeving te bouwen, eerst woningen, later kantoren, dreven en industrie.

Het was een kille dag, maar gelukkig weinig wind dus was het wel uit te houden zo achter bij de oplegger die ik bij één van de hoge kantoorreuzen had weten te parkeren door omzichtig tussen divers straatmeubilair en geparkeerde voertuigen heen te manouvreren. Ergens vanuit het hoge kantoor ontving ik steeds één palet, gebracht door twee opgeschoten jongens, werkstudenten of zo, maar die daarvoor wel het halve gebouw door moesten struinen.

Zo nu en dan liep ik even het benedenvertrek van het hoge pand binnen waar zich een lunchroom, speciaal voor hongerige pennenlikkers en beeldschermkijkers, bevond en ik kon mij er, met een warme beker koffie, even warmen; op één van de zijwanden stond in grote letters een engelse tekst, die, vertaald, luidde: "het is niet het moeilijkste mensen te leren omgaan met nieuwe iedeen, maar het moeilijkste is om mensen te leren de oude ideeen te vergeten".

Het duurde bijna vier uur voordat de laatste palet ergens vanuit de wolkenkrabber in de oplegger stond; met enige stuurmanskunst wist ik het voertuig uit haar benarde positie te bevrijden; het was lang geleden dat ik een soortgelijke klus te doen kreeg; laden midden tussen hoge kantoren van de Bijlmer. Bij het vertrek dacht ik nog even terug, aan de eerste doorgaande hoofdweg die hier kwam en waar ik destijds tijdens mijn rijlessen in een mini-Simca wel eens overkwam: alles was nog niets hier; slechts hier en daar groeide de eerste honingraatwoning, realisatie van de plannen van ene Van Hall, toen burgemeester van Amsterdam.

Inmiddels een stadsdeel met geschiedenis; oplossingen van toen werden in later tijden problemen, criminaliteit vierde soms hoogtij, ik herinner mij de Gliphoeve waar het toen niet erg pluis was; een flat die ooit bezoek kreeg van een neerstortend El-Al-toestel; later werd, na herstel, de bouwkolos omgenaamd in Ganzenhoef. Overigens; de benaming van de buurt verliep op alfabeth; moest je bij een straat met een D zijn, kon je die vinden tussen de C en de E.

Nog even wat bijladen op "de zaak", en toen kon ik vertrekken, vertrekken naar het oosten en het zag er niet al te vrolijk uit. Nog een klein stukje Duitsland in; reed kwamen de eerste sneeuwvlokken mij tegemoet; een eerste winterse speldenprik; hoe zal 't aflopen van de week?

Zo eindige de dag.

Gisteren.

Aldus schreef ome Willem.


---

zondag 19 januari 2014

De besteller.

Oude plaatjes van nog oudere eenden, daar ben ik gek op.  Hier een vreselijk oude bestel, mooi getekend. 









Weer eens 8 plaatjes vanaf de Rudymuur.

Oud, soms vollsagen onbekend.

Frigoexpresse 1964

Frigoscandia

Een Italiaanse duizendpoot

Mollen, Hardenberg

Foto genomen op Vipiteno

DAF 2600 Maarten Mooy

Tiroolse Krupp

Kees Oskamp komt net uit de Montblanctunnel terwijl de kantoren nog in aanbouw zijn.