Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 31 mei 2010

Grijs.

Nee, vandaag een dag waarover niet veel te melden valt al was ik vanmorgen wel weer aldernaars vroeg op. En zo toog ik vóór vijf uur naar Amsterdam, arriveerde nog voor zessen bij loodsmedewerker Ron,
(kent u hem nog? Die enige tijd geleden wegens klachten medisch werd onderzocht maar -gelukkig- kerngezond werd geacht) gaf daar een paar doosjes af en vervolgens reed ik naar het nevenbedrijf elders in de amsterdamse haven, meldde mij om half zeven bij loodsbaas Hugo om nog een paletje op te pikken en leverde vervolgens alle handel die ik bij mij had af in Zwaag waarna ik in ultragrijs weer over de dijk Enkhuizen-Lelystad de reis vervolgde om uiteindelijk in Emst bij Vaassen nieuwe vracht voor deze week te laden. Nog voor de middag reed ik weg richting zuiden in de hoop betere temperaturen aan te treffen, maar hoe verder ik kwam, hoe lager ze werden en daarnaast stond deze dag vooral in het teken van regen en grijze wolken. Ook in Maastricht, Bastogne, Arlon, Metz en Nancy, niets dan grijs, grijs en nog eens grijs. Evenwel zijn de bermen, akkers, bomen, bossen en struiken wel enorm fris groen en zacht voor het oog terwijl nu net voor mij, even na Epinal, ook de mooie groene bergtoppen zich langzaam maar zeker in grijze nevelen gaan verstoppen. Ik houd wel van dit weer, dit sombere, dit frisse, dit druilerige, en met een mooi hoornconcert van Mozart zachtjes op de achtergrond bestudeer ik wat schaakstellingen uit een oude krant. Het begint weer zachtjes te regenen en zachte wind zwiept de druppels tegen het voorraam, maar kunnen mij niet bereiken.

Aldus schreef ome Willem.

---

zondag 30 mei 2010

Jan Timman.

Al heel lang heb ik het, na lang zeuren, verkregen, die ontheffing, de ontheffing draagplicht autogordel en voordat ik zaterdag wegging stak ik dat ding, samen met mijn rijbewijs, bij me en vertrok naar Amsterdam, naar het Roelof Hartplein, waar het feest was, feest bij de sportvereniging waar ik reeds meer dan veertig jaar lid van ben en op dat feest zou de beroepssporter, de beroepsschaker, want schaken, dat is de sport die daar wordt uitgeoefend en ik al jaren als hobby beoefen, Jan, ook komen om de feestvreugde boven amsterdams peil te verheffen en om kwart voor enen parkeerde ik mijn ruim dertig jaar oude voertuig in de nevengelegen Bronckhorststraat, kocht een parkeerkaartje dat in Amsterdam zo duur is dat je eigenlijk een diestalverzekering voor zou moeten kunnun afsluiten, legde het kaartje achter de voorruit en toog de schaakzaal binnen waar ik bijna direct tegen hem aan liep, tegen Jan, die ik al een paar keer eerder had waargenomen, één keer, jaren geleden, rond de toren in Arnhem, waar hij op een zonovergoten dag bezig was simultaan te geven en nog eens aan het strand, op Parnassia, waar hij aan een broodje kroket zat en hem maar niet gestoord heb als ware hij met een zware partij bezig, maar deze keer kon ik even niet om hem heen. Tenslotte zijn we beiden beroepssporters, hij schaken, ik transport en dit zijn nu net die twee sporten die, als je ze als beroep uitoefend, daar een zittend beroep van maken met dat verschil dat ik met een wegreus europese wegen onveilig maak en Jan beroepsmatig lopers, paarden en zelfs dames slaat benevens koningen klem zet, maar goed, ik schudde hem de hand en stelde mij voor en om één uur begon het feest, ingeluid met een welkom door onze voortreffelijk leidende voorzitter Hugo van de Hengel, een voor schaakleken wereldvreemd feest, want het werd stil in de zaal, zelfs de microfoon werd als hinderlijk ervaren en Jan, meester Jan, nee, Grootmeester Jan, ging een drietal partijen van drie van onze sterke clubspelers analyseren en liet zien wat de sterke en wat de goede zetten waren geweest en, vooral, waarom. Na drie uur feeststilte en analyse's liet Jan ook nog even een paar leuke eindspelstudie's zien en één daarvan vond ik zo schitterend dat ik na afloop, toen er een hapje en een drankje werd geserveerd, vroeg of Jan die even voor mij wilde opschrijven waarop hij aan mij een stukje papier vroeg. Snel pakte ik uit mijn achterzak de door mij van thuis meegenomen ontheffing en Jan begon te schrijven, alles, met de oplossing er bij en nu ben ik niet in bezit van een handtekening, maar van een probleem van Jan en dat is van en voor een schaker eigenlijk veel leuker! Tegen zessen, voordat de amsterdamse parkeertarieven mij nog meer geld afhandig zouden maken, vertrok ik, maar niet voordat ik onze voorzitter, de professor, want die was er met zijn 99 ook, en Jan met een handdruk bedankt had en nog bij het afscheid van Jan de naargeestige opmerking maakte dat ik het heel wat vond de op één na belangrijkste man ter wereld de hand te drukken. Uit zijn ogen sprak irritatie, wellicht omdat dit herinnerde aan zijn net niet behaalde wereldkampioenschap of was het om dat Jan helemaal niet als belangrijke, dus ook niet de op één na belangrijkste man ter wereld wilde worden aangesproken omdat dit beeld hem niet aansprak en zoals ik hem vandaag meemaakte geloof ik het laatste, maar ik liet er op volgen dat de belangrijkste persoon altijd jezelf bent, maar ook die uitspraak is best twijfelachtig. En zo ging weer een middag voorbij, een middag waar ik les kreeg van Jan, Jan Timman en mijn gebruikelijke blunder op de club weer gemaakt had. Voor de liefhebber volgt hieronder nog de stelling die nu op mijn ontheffing staat en aldaar wordt gekoesterd.

Wit: K g1, L a3, P f6, pi: c6

Zwart: Kg3, T a4, pi: g5, h4.

Wit speelt en wint...

Aldus schreef ome Willem.

zaterdag 29 mei 2010

De partij Zaragatski-Timmermans besproken met Jan Timman.

Zaterdag was ik in Amsterdam en woonde een paar leuke schaaklessen bij die Jan Timman op de vereniging gaf. Weliswaar is het geluid niet al te best, maar toch, het is bijzonder aardig zoiets te zien en mee te maken.Hierna gaf hij nog een leuk lesje in eindspelstudie's Dat geeft het tweede filmpje weer.


Schaakles.

Afgelopen zaterdag kreeg ik met nog een paar anderen schaakles van Jan Timman.
---

Schaakles.


Dat was het weer deze week!

Als je inkt rijdt moet je daarvoor wel een kleurige oplegger hebben, nietwaar?Aaaa1



Aaaa2

De bergketen bij de Walensee, net even voorbij Zxfcrich.



Aaaa3

En even voorbij Chur mooie watervallen
Aaaa4 En vanaf Savognin kom je richting Julierpas kleine straatjes door.
Aaaa5
Aaaa6 En hier links, het begin van de Rijn!
Aaaa7 Boven de boomgrens.
Aaaa8
Aaaa9 Langs het meer in de Engadin.
Aaaa10 En hier kon ik net onderdoor.
Aaaa11 De Bodensee, waar de druiven net ontspruiten.
Aaaa12 Aardig bij een inhaalverbod van 200 kilomer. Dan kijk je hier tegenaan!

Dat was het weer deze week!

Als je inkt rijdt moet je daarvoor wel een kleurige oplegger hebben, nietwaar?Aaaa1



Aaaa2

De bergketen bij de Walensee,



Aaaa3
Aaaa4
Aaaa5
Aaaa6
Aaaa7
Aaaa8
Aaaa9
Aaaa10
Aaaa11
Aaaa12

De Malojapas af. Met Mozart en Yehuda.

1934, Yehudi Menuhin op de viool als achttienjarige begeleid mij als ik met de truck de Malojapas afdaal. Geniet u mee. Of erger u, dat kan ook. De opname zelf is namelijk ook vanaf een 78-toerenplaat, dus vol bijgeluid, maar wel onnavolgbaar mooi!



Otto Nossan Klemperer.

De toch al volle parkeerplaats bleek nog voller geworden te zijn toen ik vrijdagmorgen opstond en ternauwernood mijn voertuig tussen de andere wegreuzen uit kon wurmen, maar na een minuut of tien kon ik de terugreis toch nog voortzetten en reeds voor zevenen reed ik langs de Bodensee waar de wijngaarden, in tegenstelling tot de italiaanse gaarden die al weelderig in het blad stonden, net begonnen waren met ontspruiten en derhalve nog een tamelijk kaal aanblik toonden waaruit je dan kunt opmaken dat de Bodensee een stuk noordelijker is dan de door mij gisteren doorkruiste Alto Adige. En zo ging ik verder, langs Singen, even de snelweg naar Rottweil, één van de weinige steden waar een hondenras naar werd vernoemd (Rottweiler), op en vandaar schoot ik weer het Zwarte Woud in en bij Offenburg weifelde ik of ik over Strassburg-Hagenau-Trier danwel maar meteen over de "61", de snelweg via Koblenz, de geboortestad van Valery Giscard d'Estaing, ooit president van Frankrijk, naar huis te gaan. Om achteraf onbegrijpelijke en duistere redenen besloot ik tot het laatste en dat moet een moment van verstandsverbijstering zijn geweest, want eerst tot Karlsruhe was het langzaam rijdend verkeer, later bij Ludwigshafen, dan weer bij Bingen, bij Stromberg, bij Ahrtal en voor en na keulen iedere keer weer oponthoud gehad dewelker irritatie ik onderving door vanaf autobahnkreuz Walldorf Fidelio van Beethoven, gedirigeerd door de fameuze Otto Klemperer (alweer z'n oude opname, en wel uit 1964), in zijn geheel te beluisteren en dat door de vertragingen zelfs tot twee keer kon doen! En ja. Nu weet ik weer waarom ik bijna nooit over de "61" naar huis ga!! Van Otto Klemerer, die vanwege zijn jood-zijn tijdens het Nazi-regime naar de VS was uitgeweken, maar daarna bijna uit een soort wraak direct naar Europa terugkeerde, is nog die aardige anekdote dat vanwege de mooie uitvoering van een aria het publiek spontaan begon te applaudisseren, Klemperer zich gexefrriteerd omdraaide en toen hard "Frechheit" riep, de dirigentstok neergooide en de zaal verliet. Met mijn irritatie ten opzichte van het verkeer kon ik dat vanwege de aan weerszijden aangebrachte vangrail niet doen helaas. Maar goed. Toch ben ik nog heelhuids thuisgekomen de klanken van het ooit door een duitse schrijver genoemde "hintertreppenmusiek" van het quartet "Mit ist so wunderbar" klinkt nog door als een zalf in mijn oren. De dove Beethoven deed hier wat hij later met vierstemmige solozang en koor in het vierde deel van "de negende" nog eens dunnetjes overdeed en vaak is pas na een tien keer luisteren dat men dit mooi gaat vinden, kan begrijpen, het zich kan invoelen. Voor de liefhebber hier de tekst, waarbij men het volgende dient te weten. Jaquino is verliefd op Marzelinne. Marzelinne echter weer op Fidelio en haar vader, Rocco, ziet dat ook wel zitten. Fidelio is echter niet Fidelio, maar Leonore, een vrouw als man verkleed die daar om héél andere redenen is. Volgt u het nog? Welaan, dan hier de tekst en ga vooral eens een keer of tien naar de muziek luisteren en uw oren zullen op den duur worden gezalfd.

 MARZELLINE

Mir ist so wunderbar.

Es engt das Herz mir ein;

Er liebt mich, es ist klar,

Ich werde glxfccklich sein.

LEONORE

Wie gross ist die Gefahr,

Wie schwach der Hoffnung Schein!

Sie liebt mich, es ist klar,

O namenlose Pein!

ROCCO

Sie liebt ihn, es ist klar;

Ja, Mxe4dchen, er wird dein.

Ein gutes, junges Paar,

Sie werden glxfccklich sein.

JAQUINO

Mir strxe4ubt sich schon das Haar,

Der Vater willigt ein;

Mir wird so wunderbar,

Mir fxe4llt kein Mittel ein.


 Aldus schreef ome Willem.

donderdag 27 mei 2010

Zicht op de Brenner.

Vanaf de nevengelegen weg naast de autobaan gezien.
---

Zicht op de Brenner.

De lading die er niet was.

Nogal wat lezers stellen het zich zo voor, dat, als ik, zoals gisteren, het rijtje Verona Vicenza, Padova en Venetië, op noem, ik dan daadwerkelijk in de stad zelf ben, of wanen zich in gedachten met of zonder mij bij de romeinse arena te Verona of op het piazza di San Marco te Venetië. Nou, niet dus. Mijn meeste collega's zien tegenwoordig nauwelijks meer een stad van binnen en getroosten zich ook zelden de moeite er te gaan kijken, al komen ze er al tientallen jaren langs en kennen ze de stad alleen van naam boven de snelweg. Meestal beperkt zich dan de kennis van de stad tot de naastgelegen industrieterreinen en dat is het dan wel. Dus stelt u zich, als zo'n rijtje wordt opgesomd, er niet te veel van voor. Het is gewoon werk en het bezoeken van steden is enerzijds slecht mogelijk, anderzijds zou dat te veel tijd kosten. Maar anders is het met de wegen en dorpjes die tussen de steden liggen, maar ook hier zijn er steeds minder collega's die er nog maar iets van weten en ook dat heeft oorzaken. Ten eerste komen er meer en meer verboden voor vrachtverkeer op binnendoor wegen, ten tweede menen de meesten dat het "te veel" vertraging geeft en ten derde heeft de komst van de navi er voor gezorgd dat meer en meer chauffeurs de weg niet meer weten en derhalve gebeurt het dus dat er ook op dat gebied niet veel meer wordt genoten. Vier tot achtbanig asfalt gevangen tussen vangrail is hunner lot. Welaan, vanmorgen dan maar eerst naar de laatste losklant gesneld in San vendemiano, een dorpje bij Conegliano en daarna snel naar het teruglaadadres gegaan in een dorpje vlak bij Treviso, casale Sul Sile, waar ik heel snel de lading er in had. Nu op weg naar een adres om nog een laatste paletje op te halen en reed zo weer over een saaie snelweg, terwijl ik ter afleiding van de ondervonden saaiheid ben gaan genieten van het vioolconcert nummer drie van Mozart waarbij de viool werd bespeeld door een achttienjarige Yehudi Menuhin en de deskundige lezer weet dan dat dit een opname uit 1934 betreft, langs Venetië, Padova, de stad waar barthelomeus Christoforus, uitvinder van de piano, werd geboren, Vicenza en ging er af bij Verona en twintig kilometer ten zuiden daarvan zou een paletje voor mij klaar staan. Niet dus. Ondanks dat er reeds op 14 mei (!!) Een fax was verzonden en er enkele keren over heen en weer was gebeld, stond de palet niet klaar. Nadat een uur wachten, bellen, vragen en weet ik wat nog meer waarbij ik mij op mijn beste italiaans verontwaardigd heb getoond, heb ik de deuren van de oplegger maar weer toe gedaan en ben zonder palet vertrokken en dat terwijl ik er nog ruim honderd kilometer, dus anderhalf uur, voor om had gereden (anders was ik natuurlijk gelijk bij Treviso naar Bassano en Trento gekoerst). Vandaar richting de Brenner opgegaan en het traject Verona-trento, Egna-Bolzano sud en Brixen-Sterzing lekker over de "oude" weg gereisd met aan weerskanten weelderige wijn- en andere gaarden en wat noordelijker grote aarbeienvelden en intussen luisteren naar een sonate van Beethoven, wederom gespeeld door Yehudi, terwijl daarnaast nu zijn zusje, Hephzibah, de piano hanteerde, ook uit 1934. Daarna de Brennerpas overgegaan en bij Innsbruck naar het westen afgeslagen, Imst, Landeck, Arlberg en twintig kilometer voor Bregenz, een oude Keltische stad dat pas in het begin van onze jaartelling onder keizer Tiberias bij het romeinse rijk werd ingelijfd, ooit bij het koninkrijk Beieren behoorde en thans het enige stukje Oostenrijk is wat aan de Bodensee ligt, gestopt omdat de rijtijd op was en de slaaptijd begonnen is.

Aldus schreef ome Willem.
---

Tussen Trento en Bolzano.

Met rondom groene wijnranken. Terwijl de "autostrada" barstens vol verkeer zit (met ca 400 km inhaalverbod voor vrachtverkeer), is het hier op de oude weg goed en rustig toeven.
---

Tussen Trento en Bolzano.

woensdag 26 mei 2010

Rectificatie.


Soms sluipen er ongewild fouten in de door mij neergeschreven dagelijkse beslommeringen. De eerste is van april jl., namelijk dat ik de boog van Trajanus situeerde in Taranto, maar dat moet Benevento zijn. De tweede "misser" was, dat ik schreef dat zo ongeveer de enige waar een tijdlang een stad naar werd vernoemd Karl Marx zou zijn. Een lezer wees mij op Leningrad, Stalingrad, Ho Chi Minhstad en ikzelf vulde dit nog aan met Jecatherinaburg, later Molotov, toen Perm en nu weer Jecatherinaburg. En natuurlijk de drie Alexandrie's! En wat dacht u trouwens van Willemstad! Twee lezers waren alert inzake de Dreyfus-affaire.
Hoewel anti-semitisme welzeker een rol speelde, was het een zaak die rond 1880 speelde. Dreyfus werd toen niet geliquideerd, maar tot levenang veroordeeld. Mede door de ijver van Emil Zola kwam hij na 12 jaar vrij en werd uiteindelijk gerehabiliteerd.

Tot zover de rectificatie's.

Ome Willem.
---

Lecco.

Aan het Comomeer.
---

Lecco.

Waterval.

Net over de grens in Italië.

---

Waterval.

Sankt Moritz.

Vanaf grote hoogte.

---

Sankt Moritz.

De Julier.

En vanaf hier weer dalen.

---

De Julier.

De Julier.

Ontdekken is niet het steeds maar ontvouwen van nieuwe vergezichten zoals ik bijna dagelijks doe, maar men ontdekt meer als men met andere ogen naar hetzelfde kijkt en nog meer ontdekkingen doe je door steeds op een ander tijdstip, een ander jaargetijde of een ander uur naar het vergezicht te kijken dat dan opeens niet hetzelfde is. Als ik al een schrijver ben met een reizende geest die op een hoge bergkam tussen twee zeeën rijd, tussen wat voorbij ging en wat nadert, voortschrijdend als een zware wolk en een vijand ben van de eentonige laagland hoeft het verder geen betoog dat ik vandaag wederom de Julierpas voor het eerst zag, al kwam ik er al vele keren overheen. Het begon vanmorgen met het lossen van één pallet in Sursee waarna ik over Luzern en Baar via een kleine bergkam naar Wadiswil scheurde en daar langs de Zuerichersee reed en daar waar dit meer door een landengte zich afscheid van de Obersee sloeg ik er af waarna ik naar het iets verderop gelegen Lachen reed en daar de laatste zwitserse pakjes afleverde. Vervolgens nam ik de weg naar Chur en kwam toen langs de fascinerende Walensee met rondom hoge bergkammen die aan weerskanten van het meer oprijzen, kachelde verder en passeerde Sargans, Landquart en daarna de oudste stad van Zwitserland, Chur, sloeg daar af en reed via Lenzerheide naar Tiefenkastel dat aan de voet van de Albula- en de Julierpas ligt. Vandaar beklom ik laatstgenoemde pas en was onder diepe indruk van de enorme schoonheid van de dalen waar ik door kwam, vooral het dal van Savognin met zijn zomer- en winterberg: in de winter kun je van de berg met ski's naar beneden terwijl in de zomer beneden aan de ski-lift apart geconstrueerde fietsen en steps te huur zijn waarna je jezelf naar boven kunt laten takelen om vervolgens al rollend naar beneden kunt tollen en denk nu niet dat je in vijf minuten beneden bent, want je gaat zo hoog dat je zeker een anderhalf uur nodig hebt!
Welaan, na Savognin nog een paar dorpjes waar je net de bochten kunt halen terwijl na Bivio de weg boven de boomgrens een aanvang neemt en ook de sneeuw aan weerskanten van de weg ligt en de Rijn hier is geslonken tot een minuscuul beekje. Na een twintigtal haarspeldbochten kwam ik boven en liet, nadat ik een foto van de truck met het bordje Julierpas had genomen, mij als een steen naar beneden vallen en zag na tien minuten Sankt Moritz, de stad waar de tweede olympische winterspelen werden gehouden (1928??) vanaf grote hoogte liggen en even later reed ik in de Engadin, de naam voor deze hoog gelegen (ca 1800 meter) vallei waar Sankt Moritz in ligt waarna ik westwaarts langs de Silverplauna- en Silsersee in Maloja aankwam, de eerste en enige officieel italiaans sprekende dorp, want de anderen zijn officieel reto-romaans terwijl een meerderheid tegenwoordig duits spreekt.
Tot slot daalde ik de supersteile Malojapas met zijn talrijke haarspeldbochten af en na een kwartier stond ik oog in oog met de zwitserse en italiaanse douane, gaf mijn T-2 af, en reed verder: Chiavenna, Lecco, Bergamo en daarna Verona, Padova, Venetië en even ten noorden daarvan, nog boven Treviso, kapte ik er mee terwijl bij het donkeren het laatste uur de volle maan helderder en helderder werd. Tot later.

Aldus schreef ome Willem.
---

Het dal van Savorgnin.

Met prachtige voorjaarskleuren.
---

Het dal van Savorgnin.

Julierpas

Beklimming van de julierpas, een van de mooiste alpendoorgangen. Hier een blik noordwaards.
---

Julierpas

dinsdag 25 mei 2010

Dinsdag, XXV-V-MMX.

Als je om twaalf uur gaat stilstaan moet je dus blijven staan tot, dit keer, negen uur en ongeveer een drie kwartier ervoor werd ik wakker, voornamelijk doordat de zon al behoorlijk op het dak brandde en de daftenttemperatuur snel omhoog schoot, dit ondanks het feit dat ik heel goed in warme ruimten kan slapen. Meteen startte ik de motor waardoor de airco voor wat verkoeling zorgde, schoof de gordijnen open en ontwaarde een wolkenloze hemel en een volle zon. De reis werd vervolgd en ik zocht de weg op die vlak langs de Rijn loopt, over de D 20 via Rheinau door dichte bossages, afgewisseld door velden met net opgekomen mais, naar Marckolsheim en daar de brug over om het eerste adresje in Duitsland, Eichstetten, te lossen en toen weer terug, langs grote kersengaarden afgewisseld door allemaal kleine tuinbouwakkertjes waar hier heel veel aardbeien, asperges, koolsoorten en aardappels op worden verbouwd, weer terug naar Frankrijk, ditmaal over de brug bij Breisach en weer verder, nu over de D 52, langs de Rijn en bij Calamps richting Mulhouse, de stad waar de frans-joodse generaal Alfred Dreyfus werd geboren en rond 1935 door de toen al anti-semitische franse kliek op onware gronden ter dood werd veroordeeld en gebracht. Vervolgens kachelde ik richting Bazel om even daarvoor in Huningue, de tweede te lossen. Vandaar langs de Rijn, die dan de grens met Zwitserland vormt, langs versgemaaide akkers die heerlijk roken en langs wegbermen met boterbloemen en veel rode papavers, naar Waldshut gereden en daar ruim twee uur douaneformaliteiten verricht waarna ik, weer in een landschap waar wel en niet gemaaide akkers, samen met de in bloei staande boekweit en boterbloemen, rose bloemkleuren en -weer- rode papavers, zorgden voor een bonte kleurenschakering, naar het stadje reed waar Albert Einstein nog eens een poosje heeft gewoond, Winterthur en daar vlak bij het station weer een adres van pakjes voorzien. Daarna toog ik via Luzern, dat aan het Vierwoudstedenmeer ligt en waar Nietszche, al kijkend naar het oneindig kabbelende water, zijn filosofie over de Ewige Widerkehr ontwikkelde, naar het plaatsje Sursee aan de Sempachersee waar ik strandde omdat de vogels al gevlogen waren. Bij een daar in de buurt gelegen houten knaagschuurtje met buitenterras onmoette ik enige collega's die ook in de buurt hun lading kwijt moesten en we hebben toen even getracht door gesprek de wereldproblemen op te lossen hetgeen niet is gelukt, maar de tijd verstreek zo even snel terwijl de temperatuur, die vandaag boven de dertig op liep, een dalende trend inzette. Inmiddels is er een dik wolkendek boven mij te zien en het zou mij niet verwonderen dat er vannacht een onweder losbarst want de luchtdruk loopt voelbaar op.
De ramen van de hut "DAF" staan open, maar het licht is, ter vermijding van binnenvliegende ongewenste muggen, uit en zo staar ik in het donker, luisterend naar een nederlandse radiozender, naar de client waar ik morgen verder ga met de door mij meegenomen pakjes.

Aldus schreef ome Willem.
---

Het laatste kwartier.

Dat was niet helemaal de bedoeling, niet het vooropgezette plan wat ik had toen ik 'm aan het begin van de middag peerde, want ik zou gewoon lekker vier, vier en een half uur rijden en dan kappen, maar om onduidelijke redenen ging ik na die eerste vier uur, toen ik al lekker in het land Luxemburg vertoefde, maar weer verder nadat ik natuurlijk de wettelijke drie kwartier stilstand in acht had genomen en voort ging ik, de route is u nu wel bekend, Diekirch, Echternach en daar Duitsland, een uur voor het aflopen van het feestdagelijkse rijverbod, in en er maar van uit gaan dat die schuppo's niet op een uurtje zullen kijken vandaag en zo kon het gebeuren dat ik het tussen Trier en Saarbruecken donker zag worden en dat ik daarna door het nachtelijke duister met gezwinde spoed voortrolde, Frankrijk in en Bitche voorbij, langs de sabotterie (klompenmaker) van Phillippsbourg, Hagenau en Strassbourg voorbij en na een tweede keer vier uur maar weer gestopt om precies nul punt nul nul uur en onderweg scheen de maan, die aan haar laatste kwartier bezig is, dermate helder dat sterren bijna niet te zien waren. Inmiddels, net de laatste twintig minuten, ontwaarde ik meer en meer wolkenflarden die prachtig beschenen werden door het maanlicht terwijl er ook zo af en toe een wolkje tussen mij en maan schoof en daardoor de wat dunnere wolkenranden op sprookjesachtige wijze dusdanig werden verlicht dat ik er rekening mee hield elk ogenblik verrast te worden door een voorbij vliegende heks die daarvoor de welbekende bezem zou bezigen en toen ik in het donker stil stond nam ik nog een tijdlang het geluidloze schouwspel van heldere maan en passerende wolken waar, genietend van de geluiden van de stilte om mij heen maar na een tijdje constateerde ik dat geen heks was langs komen vliegen en ik hoorde slechts één keer een lokroep van een vogel, wat voor één, ik weet het niet, en verder hoorde ik alleen nog het zachte tikken van mijn tachograafklok.

Aldus schreef ome Willem.
---

zaterdag 22 mei 2010

Zomaar, op een fabriek.

Zo worden rollen stof gelost en geladen.


"wind"-energie??

Je kunt je natuurlijk, bij het zien van dit transport, de vraag stellen of een windmolen zoveel energie kan opwekken tijden zijn levensduur als dat hij reeds heeft verbruikt door zijn vervaardiging en vervoer. Hier reeds drie begeleiders en drie grote trucks voor alleen al drie vleugeltjes. (Of worden dit ook "wijven"genoemd zoals bij een ouderwetse molen?)


Een simpel reisje geeft al veel leuke kiekjes.

Aaa1 

Het dal van de Sauer (Sxfbr).

Aaaa2

Het dal van de Sauer (Sxfbr).

Aaa3

Aaa4

Twee foto's, op dit mooie pand duidelijk een bewoond ooievaarsnest.

Aaa5

Aaa6

Aaa7

Hier drie plaatjes van een smal straatje waar we dan met een grote vrachtwagen aan het laden zijn. (Mittelbergsheim)

Aaa8

Een uit de kleikluiten gewassen pot van het keramiekdorp Betschdorff.

     Aaa9         

Twee foto's. Met het uitzicht op de Moezel, even ten westen van Zell.

Aaa10

Aaa11

Door de binnenlanden van Duitsland

Aaa13

Met héél aardige hellinkjes

Aaa14

Waarna je uitkomt in de grensplaats Dasburg.

Aaa15

En zo Luxemburg binnenrijdt

Aaa16

Waarna een geitenpad naar boven loopt.

Aaa18

En dat je hier wat hoger zit, kun je zien aan de bloeiende paardenbloemen die bij ons al pluizebolletjes zijn.

Aaaa19

En natuurljk het eerste gemaaide gras.

Aaa20

En tot slot een oer-hollands plaatje.