Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 29 mei 2014

De biltong

'T zijn klanken vanuit een andere kosmos, een verre wereld waarvan wij geen flauw benul hebben; een laatst overgebleven restant, ditmaal vertolkt door de Duitser en nazi-"hater" Erich Kleiber, vader van zijn weergaloze zoon Carlos; inderdaad, in het Duitsland van voor de oorlog waren zeker Duisters die de nazi's niet goed gezind waren. Erich vertrok reeds rond 1933 naar Zuid-Amerika om het rijk uit de afgrond op tijd achter zich te laten.

Alweer een dag geleden; woensdag, vertrokken vanaf het Lago Maggiore, knallend over een kaarsrechte, saaie snelweg; eerst nog hoog, met prachtige doorkijkjes over het meer, dan zakkend de grote vlakte in waar zich de Po als een lange slang doorheen wurmt. Strakblauwe lucht, oplopende warmte, bijna tikte ze de dertig aan; de snelweg tussen rijstvelden door, ongewone spiegelingen in het water; na een dik uur kwam Alessandria in zicht, de stad die, zoals ik al eens eerder opmerkte, niet werd vernoemd, zoals zoveel mensen denken, naar Alexander de Grote.

Die klanken had ik nodig om de toestand te vatten; de Pastorale en de vijfde van Beethoven, opnamen uit de jaren vijftig van de vorige eeuw toen Erich na lang talmen naar Europa was teruggekeerd; langzame uitvoering, zoals Otto Klempener, zijn tijdgenoot, dat toen ook deed; ik sloot de ogen en zag onbegrijpelijke beelden en figuren; een prachtige vaas die aan stukken viel, gelijmd werd, maar helaas; de breuklijn bleef zichtbaar, voor altijd, zoiets, terwijl de klanken onverminderd aan schoonheid wonnen, diepe diepten uit mijn ziel opriepen en aan waarom een einde trachtte te maken.


Nog geen week geleden ontmoette ik een Zuid-Afrikaans familielid; ooit, nu alweer bijna 50 jaar terug, was ik ook in Suid-Afrika, samen met mijn ouders; ik maakte kennis met Apartheit, met een voor mij toaal andere wereld,  met leeuwen, wildebeesten en giraffen, en, ondermeer, met biltong.


Inmiddels was de omgeving veranderd; dra snorde ik door golvend landschap, uitgestrekte wijngaarden, volgde de borden Nizza, later Canelli en rond half tien had ik mijn eindbestemming bereikt: hier, in dit stadje, zou de kar weer worden volgemaakt, stampvol, met bestemming Nederland.


Het hedendaagse gezin, wat is dat nog! Vaders en moeders zijn inmiddels afgeschaft: het is een samenraapsel van losse individuen geworden die elkaar alleen nog ontmoeten op het kruispunt tussen koelkast, magnetron, computer en televisie; 't zijn zaken die mij, terloops en onderweg, bezig houden; waar, o waar, gaat deze oncultuur naar op weg?

Biltong is, of liever; zijn,  langwerpige strookjes gedroogd vlees, in oorsprong van een dierenbil afkomstig; in Zuid-Afrika doorgaans van springbokken, koedoe's of buffels; in Nederland is er alleen biltong van rund bekend en te verkrijgen, al is ook dat goed zoeken.

Boven verwachting; rond elven kon ik vertrekken en ik kon nog een heel eind komen; daar ging ik weer, eerst naar Asti en dan recht omhoog, door het prachtige landschap dat ik ken met sneeuw, herfst, verzengende hitte en met geelgeschroeide bermen en zoals nu, met oogstrelend groen onder azuurblauwe lucht; de enige combinatie waarin groen en blauw in volledige harmonie samen zijn en niet, nooit vloeken, een tachtig kilometer, weer over de Po en dan, in de verte, het eeuwenoude Vercelli, blakend en genietend onder het mooie weer.

Het begin is alweer zolang geleden, net na de geschapen klanken van de vijfde en de Pastorale; de industriële revolutie, toen de plek waar kinderen opgroeiden strikt gescheiden werd van de plaats waar de vaders werkten. Vaders zagen hun kinderen pas als ze thuiskwamen en ze dan nog dingen bijbrengen had weinig zin meer, want inmiddels had de school, sinds de invoering van de leerplicht, dat al gedaan; wat we zo gewoon zijn gaan vinden is eigenlijk het begin geweest van het afschaffen van de vader van wie de taak ontnomen werd kinderen naar de volwassenheid te leiden; dat werd, opeens, een zaak van schoolmeesters.

Na enige tijd naderde ik het lange Aosta-dal, Ivrea en vanuit de verte nam ik inktzwarte lucht waar; ongein en nimmer, een fascinerend gezicht; de Daf denderde door en niet veel later stortte een enorme regen op het dak neer; opzwiepend water aan beide zijden en het leek niet op te houden, maar net voor Aosta zelf was 't allemaal achter de rug, ja, scheen de zon weer volop. Rond twee uur zette ik het gevaarte op de kleine douaneparkeerplaats neer en zocht de declarant op die voor mij een document ging maken waarmee ik Zwitserland door kon en terwijl hij daarmee bezig was, haalde ik wat Italiaanse lekkernijen voor thuis op.

Maar ook de honderd jaar geleden begonnen grote oorlog deed haar duit in het zakje; Velen werden van het restant van hun vadertaak ontheven en naar het front gestuurd om daar te sterven terwijl hun vaderloze zonen hetzelfde lot wachtte in de Tweede Wereldoorlog.
Maar die zonen, zonen van de vaderloze zonen, weigerden soms zelfs maar de dienstplicht te vervullen! En was het daarom niet juist in de jaren zestig dat "men" in opstand kwam tegen alles wat zich nog "vader" durfde te noemen?
Sindsdien zijn vaders hun laatste resten kwijt, sterker nog, bij elke poging om hun oude taak weer op zich te nemen, worden zij er onmiddellijk op gewezen dat dat "hun taak" niet is!


Nadat de boodschappen waren gedaan, de laatste cappuccino werd gedronken en het document gereed was, sjokte ik de Grote Sint-Bernard op, in een trage ganzenpas, zo traag als de fenomenale uitvoering van de Pastorale door Kleiber; prachtige vergezichten, bergen met nog enorm veel sneeuw in top en de laatste keer nog kale lariksen nu zachtgoen bekleed; een enkele grote roofvogel cirkelde hoog over het dal; de twee dorpjes waar ik doorkwam leken verlaten en zoals altijd met een zware vracht bereikte ik in 55 minuten de grensovergang.


Onlangs vroeg ik er om, uit een zekere nostalgie; biltong, echte Zuid-Afrikaanse! Hij naam het mee, smokkelde het mee, dubbel vacuüm zodat de speurhonden het niet roken; biltong van springbok!


Ook in de politiek stierf de vader uit; weliswaar traden er ná de Tweede Wereldoorlog nog een enkele politieke vaders op, maar daarna ontmoeten we alleen nog maar zonen en eigenlijk geldt dat ook voor het bedrijfsleven: en als metabletisch verschijnsel werden in de jaren zeventig en tachtig de vaderlijke macht ook wettelijk afschaft en daarvoor in de plaats kwam het gezamenlijke ouderlijke gezag; de vader verdween en is niet meer; slechts zonen bleven over.


Zwitserland door, eerst de veertig kilometer lange afdaling naar Martigny, dan op weg naar Vallorbe, nog eens twee uur karren; 't was druk op de wegen; langs het Lac Léman stond aan de andere kant een enorme file, maar het uitzicht was weer voortreffelijk. In het begin van de avond kwam ik bij de Franse grens aan en ik realiseerde me dat ik deze keer geen voet op Zwitserse bodem had gezet en alleen mijn banden met het land contact hadden gehad.

Inmiddels is het donker geworden; nog steeds spookt de zoon-vader relatie door mijn hoofd; gelukkig verhelderen de klanken van gene zijde mijn geest: waar, en vooral; hoe ving de dove Beethoven ze op! De diepte, de enorme afgrond waarlangs de noten in diverse tempi zich schikken; hoe zoon Carlos dat deed, en voorheen zijn vader; het onweder, de pauk slaat wild om zich heen; lichtflitsen in de klanken; hoe diep moeten zonen zinken om nog ooit te weten wat vader zijn is; de fluit, de fluit in de Pastorale, ook zij is toverfluit. Papa, Papageno, ook hier?

Vanaf de grens naarstig rekenen; de tijd stipt volrijden; dan kwam ik tot Beaume les Dames, een stadje, dorpje, gelegen aan de Doubs, net even te ver weg. Te ver weg om thuis te komen. Maar daarvoor zou ik een troef inzetten, een troef die ik de volgende dag, vandaag dus, uit zou spelen.

Toch kan ik niet loskomen van de droefheid; de jaren tellen; ik was drie. Drie dus toen Erich de Pastorale liet spelen; hier en daar "jankt" de muziek hetgeen wijst op een oude bandopname en toen ik drie was leerde ik schaken: boven- en buitenaardse herinneringen breken in mij los; de langzame strofen na het nimmerweer, oh, melodie, neem mij mee, voer mij hoger, ten hemel liefst!

Vanmorgen vroeg wakker; rijverbod wegens Hemelvaartsdag, maar ik besloot het verbod een weinig te tarten en sloop, gedekt door de opgekomen mist, door het verlaten Franse land; een goed uur; exact nodig om morgen binnen rijtijd thuis te komen. Het liep gesmeerd en in de nog steeds vroege morgen plantte ik de truck in Lure neer. Halverwege de morgen, toen de mist door de zon alreeds was opgeslokt, fietste ik in 't oude stadje rond en door de muren van de L'eglise San Martin klonk zuiver, hemels gezang van voor-muzikale tijden, Gregoriaans, afgewisseld met tempelzang; een kwartier bleef ik staan. Hemelvaart, zeker sinds de holocaust een vloek in menig Jodenoor; het betekende voor hen in de vernietigingskampen een gewisse dood!

Dan, ik raakte verward, trapte flink op de pedalen; weg vandaar; fietste weg, de landauen in, weg van Lure, weg van de mensen, de zonen, en onder een fraai met losse wolken versierde hemel reed ik steeds verder, 't werd steeds stiller en afwisselende schaduw en zonneschijn sierde het landschap extra op; het enige wat ik bij me had was het zakje biltong; ik opende het en begon aan de gedroogde springbok te kauwen, stukje bij beetje en allengs kwam ik over een lichtglooiende weg met een lengte waar geen einde aan leek te komen. Na een half uur omringden mij hoge bomen, als wachters, en ik waande mij in de Drakensbergen: elk ogenblik kon ik met een kudde Impala's de weg kruisen.

Alle frustraties, ontkenningen en weerbarstigheid trapte ik van mij af, ondertussen stukje bij beetje genietend van een Afrikaanse springbok; na drie uur rondrijden waarbij ik in de verte Belfort had zien liggen, kwam ik terug bij de groene CX; van de bilttong was weinig meer over.

Wie de laatste klanken, de laatste paar minuten van de Pastorale kent, hoort de hemelvaart; hoort het heimwee van de vader-zoon-relatie; het is de hoogste mystiek; de uit de dood herrezen zoon keert terug naar 't vaderhuis, naar de vader, buiten ons gezichtsveld, naar een kosmisch gebied vanwaar de klanken aan de dove muziekschrijver gegeven werden.

Nog kauw ik op het laatste reepje uit Afrika terwijl de muziek langzaam wegsterft; als de relatie vader-zoon tot een ver verleden behoort, zegt hemelvaart de vaderloze zonen ook niets meer.

Aldus schreef ome Willem.


















LURE

Het mooie stadhuis. 

Een fietstocht


Donderdag, tijdens het rijverbod, fietste ik even wat rond.



Ten zuiden van Lure, prachtige velden
Vergezicht, in de verte, wellicht een col de Ballon?
Moffans

Onderweg

Vroeg in de morgen, op weg naar Lure
Lac Léman, beter bekend onder de naam Meer van Genève
Gran San Bernard

woensdag 28 mei 2014

Zomer

Nabij Canelli.

---

Het fumoir

Wakker worden temidden van eindeloze wijngaarden, nog voor zessen en een reeds in gang gezette dagenraad; muisstil om mij heen, alsof alle vogels waren uitgefloten.

Daar ging ik weer, door het brede rijndal, tussen de twee oude linies door. Eerst naar Rixheim, een klein dorpje onder Mulhouse waar ik wat te vroeg aankwam. Na een half uurtje verscheen de eerste werknemer die al snel de lading, nog geen veertig kilo, aannam waarna ik verder kon, dit maal weer eens naar 't oosten, de Rijn over, langs Lörrach, de rivier volgend waar ze tevens grens is met Zwitserland.

Tot aan Bad Säckingen. Ook daar ging er weer een palet uit; zo langzamerhand ontstond er achterop een beetje ruimte. Onderweg, als je goed op let, kom je soms aardige dingen tegen. Nee, als je, zoals zo veel van mijn collega's, zoveel mogelijk en voortdurend snelweg snort, is de kans op een ontmoeting met iets origineels, volgens mij, een stuk minder. Ook deze keer weer viel mijn oog op iets dat bij mij een glimlach deed ontsnappen; ergens, midden in een dorpje.

Vanaf Bad Säckingen rolde ik verder langs de Rijn, reed tot Waldshut waar ik langs de douane reed om van het restant van de goederen die ik achter in de kar had Zwitserse goederen te laten maken en na een uurtje reed ik de Rijnbrug over, op weg, al slingerend door dorpjes een landerijen, via Winterthur, Frauenfeld en Weinfelden naar Romanshorn om de rest van de lading te lossen.

Er zijn immers veel grappige, soms deftige woorden voor zaken die ook anders kunnen worden genoemd; een mooi voorbeeld is het algemeen in Nederland gebruikte toilet of urinoir, met een Frans tintje verdeftigt, of het algemeen gebruikte woord shop voor winkel, ach, u kunt er zelf wel zoveel verzinnen.

Na Romanshorn zette ik de reis voort; richting hooggebergte, en 't was zwaar weer met dikke, grijze wolken die als een horde dreigende wolven het juiste moment zochten los te barsten; na Chur regen en nabij Splügen zelfs natte miezersneeuw. Dat belette mij niet om in Nuffenen snel langs een bergkaasboer te gaan om voor "straks", thuis, een lekkere versnapering op te kunnen peuzelen; niet lang daarna daalde ik af, in het Italaanse deel van het alpenland, Ticino, en sloeg bij Belinzona rechts af om via Locarno langs de oever van het Lago Maggiora verder te gaan; tussen Brissago en Cannobio reed ik, wat sommigen van mijn collega's Het Beloofde Land noemen, binnen; ik was weer in Italië, een vrijwel wolkloze hemel; het slechte weer liet ik achter in de Alpen en in de avond, terwijl de schaduw van de bergen rechts van mij reeds de bergen aan de overzijde van het meer bereikten, kwam ik langs Verbania, reed nog even verder en eindigde de dag bij een oude smikkeltent, niet ver van Gravelone Toce.

Waar precies weet ik eigenlijk niet meer. Maar wel dat sind dit jaar ook Zwitserland een rookverbod voor in de horeca heeft afgekondigd; zo ongeveer als laatste land binnen Europa. Maar een slimme Zwitserse ondernemer vond er klaarblijkelijk wat op en niet alleen dat, maar vond er ook een nieuw begrip voor uit dat, denk ik, binnen afzienbare tijd de talen gaat veroveren. Net als in andere landen is het in de rookvrije horeca toegestaan een rookgedeelte te creëren, een deel of kamer waar verslaafden, die zonodig aan zo'n stinkstok wensen te lurken, terecht kunnen en onderweg las ik het; verstond de inhoud van het woord toen ik er al voorbij was.

Een van de ondernemers schreef bij zijn entree dat het bij hém een fumoir aanwezig was. En ik wil er een doos sigaren of een pakje sigaretten op zetten dat dit woord binnen enkele jaren, net als urinoir, ook in onze Van Dalen staat.

Aldus schreef ome Willem.

---

dinsdag 27 mei 2014

Lago

Maggiore.

---

Zwitserland

Alpen

---

De gewetensmoord.

Ze klonken, een maand eerder; oplopende spanning, maar niet onverwachts, voor mij in ieder geval niet, de eerste schoten. Wel de plaats, de Europese hoofdstad; de aanslag op 't geweten op de verkiezingsdag.

Ze sieren langdurig de hemel, veel meer dan andere jaren, lijkt wel; Jupiter in de voornacht, nog voor het krieken Saturnus in de Weegschaal. In de rietkraag nog geen kikkergeluiden: exact vier uur vertrok ik voor een nieuwe reis door de vrije markt met open grenzen; door een mengelmoes van vele culturen waar het geweten steeds meer het onderspit delft.

Het is als een vergulde munt; de goudlaag stelt niet veel voor; de kern heeft immers nauwelijks waarde. Meestal ijzer, en er omheen zilveren of gouden laag: 't lijkt net echt, maar 't is natuurlijk uiterst nep en na langdurig gebruik wordt het neppe door de zilver- of goudlaag zichtbaar. Maar dan nog zijn er hardnekkigen die beweren dat de munt goud of zilver is; de mens houdt zichzelf zo graag voor de gek!

Maastricht, Luik, daarna de Ardennen in en na lange tijd weer eens langs Houffalize en Mabompré, via Bastonge en Martelange; Arlon en Longwy en aldaar aangekomen reed is dus weer in Frankrijk rond; net na de klok van 12 uur lostte ik mijn eerste palet van de week; een palet tuinaarde; bij een kantoorgebouw en ze werd direct onder het personeel verdeeld. Soms heeft men eigenaardige vrachten!

Zoals de goudlaag een goedkope penning omhuld, zo siert een dun laagje vrijheid de nieuwe Eurocultuur: we zagen het al eerder, nog niet zo lang geleden en verborgen achter een ijzer gordijn; we noemden dat in de volksmond communisme, anderen socialisme; maar de werkelijke vrijheid was niet meer dan een glinsterend vernisje dat naarmate de tijd verstreek langzaam afbladderde.

In de middag snorde ik verder, liet Metz en Nancy achter me en reed vervolgens richting Luneville waar ik naar rechts afboog, de weg op naar Saint-Die en voor een pauze even halt hield in Baccarat, een klein stadje waar hoogwaardig kristal en glas gemaakt wordt en waar een tiental winkeltjes het trachten te verkopen; vroeger kwam elke passant op weg naar Saint-Die door het stadje heen; tegenwoordig is er ook een rondweg die ik ditmaal links liet liggen.

Zo ook thans in Europa, in de Europese Unie waar de vrije markt zo welig mogelijk tiert, maar waar het tevens met het geweten bergafwaarts gaat; waar het geweten zo langzamerhand lijkt te worden afgeschaft. En wat is vrijheid zonder geweten? Wat is vrijheid dan nog waard?

In het laatste overgebleven rij-uur rolde ik over de Elzastop, de Col de Bonhomme, passeerde het stadje Kaisersberg waar in de Duitse tijd, in 1875 een man geboren werd, eentje die een voorbeeld zou worden van verfijnd geweten; filosoof, theoloog, medicus en componist alsmede Nobelprijswinnaar; iemand die negentig jaar later zijn aardse leven achterliet in Afrika, Gabon, Lambaréne; ééntje die de boodschap van de Rabbi begrepen had: Albert Schweitzer; even verderop, in Ammerswihr, hield ik het voor gezien: de rijtijd was ten einde.

Het is, ondanks de crisis, de geldzucht; zo als altijd; voornamelijk de geldzucht; en eurotekens die de ogen ontsiert en zulk een zucht verdrijft het geweten, maakt de zuchters geweten- en weerloos tegen nog meer zucht en in een doolhof van cultuurverschillen slaat ze haar slag; als zoutwaterdrinkers krijgen gewetensarmen steeds meer dorst, dorst naar meer, nóg meer; maken daarvoor gewiekst misbruik van de gaten in het Europese wettenweb; de dictatuur van de markt, een goedkope leus, en gevernist met een waardeloos laagje vrijheid; dát is er van de "vrije" markt geworden, een vrije markt die inmiddels het geweten heeft omgebracht.

Dát deden ook de kogels in Brussel; wanneer iets, ditmaal de vrije markt, het geweten overheersen gaat, zullen de dragers van het geweten het telkens weer gaan ontgelden. De moordaanslag in Brussel, waar ook Egmond en Hoorne zo lafhartig onthoofd werden, is niet zomaar een aanslag!

Het is gewetensmoord.

Aldus schreef ome Willem.
---

zaterdag 24 mei 2014

L'elirope

Het hoge woord moet er maar eens uit!


L'elirope, een nieuwgeboren Frans woord dat net zo uitgesproken dient te worden als l'europe en het herbergt nauwkeurig hoe de Europese Unie zich ontwikkeld en 't blijkt een herhaling van een weerbarstige geschiedenis te zijn, gevolg van de funeste Europese volksziekte die als de mondeling overdraagbare eurofilis bekend staat en waartegen nog geen vaccinatie werd ontwikkeld omdat de farmaceutische industrie er alle belang bij heeft dat de aandoening blijft voortbestaan.


Al eerder gebruikte ik de metafoor; met schaken is ook zo veel uit te leggen. Het begon zo aardig, zo, met z'n zessen; de opening was goed, Italiaans, met de loper naar c4, want de Italianen, immers, sleepten er het meeste voordeel uit; we gunden ze dat ook wel en de economische as Frankrijk-Duitsland bedekte stukje bij beetje alle as van de laatste twee grote wereldbranden; "we" kwamen goed uit de opening!


Eenmaal besmet, ontwikkeld eurofilis een hardnekkige oogkleppenkoorts waardoor een gezond zicht op de realiteit en werkelijkheid voor een groot deel verloren gaat en men zich gaat wanen in een onbestaanbare werkelijkheid, geestelijk toeft men dan in een wereld die niet bestaat.



Goed uit de opening, en ook in de daaropvolgende jaren werden goede zetten gedaan met zo hier en daar een schoonheidsfoutje; paard en toren bezette de juiste velden, elke zet gedaan met visie, solide, zo solide dat zelfs een koude oorlog ontdooide; samenhang in de stelling terwijl, zoals het in 't schaakspel betaamt, de stukken ongelijk in waarde bleven, ieder zo zijn eigen kwaliteit en beweging; Europa stond gewonnen.



Hoewel symptomen doorgaans waarneembaar zijn, is of zijn de oorza(a)k(en) die symptomen veroorzaken vaak moeilijk te traceren; met een tamelijk komisch voorbeeld kijken we eens naar één enkel symptoom, komisch, maar tegelijkertijd eigenlijk bijzonder tragisch, ernstig ook, want ze is dodelijk.



Maar wie in een gewonnen stand enkele zwakke of domme zetten doet, ziet zijn gewonnen stelling door sneeuw vanuit een nieuwe koude verloren gaan; komt terecht in de voorspelling van vlak na de Tweede Wereldoorlog gedaan door de sigarenroker uit Engeland, Winston Churchill, terecht in naargeestig vriesweer waarin het zichzelf onderdompelt.



Funest! In het Europese parlement hebben alle lidstaten zitting; afgevaardigden uit Nederland, Polen, Bulgarije, Litouwen, noem maar op en elke afgevaardigde verdient, in gelijke functie, eenzelfde salaris; dat lijkt logisch, en wellicht is het dat ook wel. Immers is discriminatie in de een democratie niet acceptabel; gelijke monniken, gelijke kappen, zo luidt een oer-hollands spreekwoord.



Een herhaling, zoiets als net vóór de Franse revolutie waar de oude elite met oogkleppen rondliep, een revolutie met veel aspecten, waaronder zeer veel ongewenste, maar wel gevolg van een steeds grotere wordende afstand tussen arm en rijk, tussen de zich in een droesem wentelende decadente kliek en legale corruptie enerzijds en een steeds hongerig en bloeddorstig wordende massa; de catastrofe die daarop volgde was afgrijselijk, verschrikkelijk; de Seine kleurde rood van ongeronnen bloed!



Dolend door het Europa van nu haal ik in, of anders word ik wel ingehaald, door een Pool, een Roemeen, een Fransoos of een Slowaak met niet louter een snelheidsverschil, maar ook verschil in beloning voor exact hetzelfde werk: van, grofweg netto 12 tot, pakweg, 2 euro per uur, een verschil van meer dan 80 procent!


Het wordt steeds duidelijker;
Europa is het Europa voor een elitaire kliek die door het besmettelijke eurofillisvirus het zicht op de realiteit verloor. De unie is verworden tot een afschuwelijk voor-revolutionair l'elirope met monsterachtige trekken; slechte zette hebben geleid tot verlies van lopers en torens, de dame werd geofferd; een teloorgang waarop een catastrofe volgt die zijns gelijken in de geschiedenis niet kent. Niet alleen de Seine, ook de Donau en Rijn dit keer!


En het erge is, dat ik weet. Dat ik wéét te schrijven voor doven en blinden.

Aldus schreef ome Willem.

---










donderdag 22 mei 2014

Varkens en chauffeurs.

Nederland kiest!  Varkens kunnen in de Europese Unie rekenen op betere bescherming dan chauffeurs.






De hoogste tijd om daar is wat aan te doen!!

De euronozem.

Zo kom je er weinig tot nooit en zo kom je er opeens twee keer binnen een week; Hollands glorie en een groot onderdeel van onze economiemotor: de stad met de haven waar ooit de (Franse) schaker Philidor woonde en schaakmeester Böhm geboren werd, ooit woonplaats van Pim Fortuin en waar Erasmus als Geert Geers ter wereld kwam, Rotterdam, eveneens de stad met het meest absurde parkeerbeleid ter wereld voor het vrachtverkeer.


In Brussel staat een enorm uitdijend gebouw waar duizenden ambtenaren werken. Overheidsdienaren uit alle windstreken en lidstaten van de Europese Unie waar Nederland jaarlijks zes miljard euro aan afdraagt, eigenlijk een schijntje, want het is nog niet eens voldoende het halfjaarlijkse salaris van al deze eurowerkers te betalen die immers maandelijks meer dan één miljard aan salaris, exclusief onkostenvergoeding, toucheren.
"Nederland kiest", heette het programma waarvoor wij werden uitgenodigd en wij zijn dan vrachtrijders van divers pluimage, collega's die elkaar soms flink in de haren zitten wanneer het aankomt op de methode om problemen in de sector op te lossen, maar het over één ding volkomen eens zijn: een Europa waar, bij een kennelijk gebrek aan visie, thans een onderklasse ontstaat, blieven wij eigenlijk niet.


Dolend door Europa zie ik het al jaren; zien wij, mijn collega's en ik, het, en ze, overal; de uitbuiting, de nieuwe slaven, de onderklasse, gevolg van open grenzen en "vrije" handel; utopisch klinkende woorden, maar we zagen en zien het gebeuren; dagelijks, om ons heen, als een olievlek waarvan de giftige dampen zich tot in de kleinste krochten van de arbeidzame samenleving te voelen, soms letterlijk te ruiken, zijn!



'T ging allemaal razendsnel. En ze kwam, als het ware, uit de lucht vallen; er zijn zaken en omstandigheden die je nauwelijks in de hand hebt. Waarin je verzeild geraakt, maar voordat ik het goed en wel zelf in de gaten had reed ik alweer over de Willemsbrug, aanschouwde ik met twee collega's vanaf het Noordereiland de Erasmusbrug en even later bewonderden we de oude Oceaanstomer, het na-oorlogse schip De Rotterdam in de Katendrechtse haven die aldaar intern omgebouwd werd tot hotel. Het schip dat in een nabijver verleden, tussen 1959-1969 naar de overzijde, naar Amerika, nogal wat passagiers heeft overgezet en niet veel later wandelden we door het bunkerachtige pakhuis waar ooit duizenden en duizenden zakken meel lagen opgetast: de oude Maassilo, nu, althans voor de avond, omgetoverd tot televisiestudio.



Eén miljard maandsalaris! Eén miljard salaris; daar zou je toch wel wat van mogen verwachten, vooral omdat het ook nog eens zuur verdiend belastinggeld is, maar dat ene miljard heeft het niet voorkomen, heeft het niet voorzien, heeft geen enkele benul gehad en alle voorafgaande waarschuwingen in de wind geslagen; handige en gewiekste, moreel onderontwikkelde zakenlui maakten misbruik van de open grenzen, van vrije handel en dienstverlening, zogenaamd vrije, want al snel bleek dit de kapstok waaraan die moreel verwerpelijken de nieuwe slaven aan wisten vast te ketenen, met name de vrachtrijders, gemangeld tussen onderbetaling en rechteloosheid.

Het was de avond, "de" avond voor verkiezingen, de Europese verkiezingen die in Nederland vandaag plaatsvinden en alvorens het programma begon werden er twee, waaronder ik, naar voren geschoven en "geschminkt" om eventueel voor de camera de gevoelens van de doorsnee vrachtrijder ten opzichte van Europa en haar Unie te vertolken en voordat ik het goed en wel in de gaten had kreeg ik een microfoon onder mijn snor, kon ik, in slechts een schaduwveeg ogenblik van slechts enkele minuten, trachten weer te geven wat dat één miljard aan salaris opslorpende stuwmeer aan ambtenaren natuurlijk allang hadden moeten kennen en weten; de kettingreactie; slavernij en uitbuiting enerzijds, oplopende werkloosheid anderzijds met als neveneffect funeste gevolgen voor de verkeersveiligheid; in enkele schampere minuten, toen draaide de camera's weg; "kiezend Nederland wéét nu", dacht ik even, "maar weet eigenlijk nog steeds te weinig".
'T zijn ook, oh gruwe ironie, merendeels slaven; Polen, Tsjechen, Slowaken, Bulgaren, maar ook Roemenen en Hongaren; ze worden er op uit gestuurd, wekenlang tegen een schrijnend salaris waar ook nog een deel door die immorele van geroofd wordt!


 
Polen, overigens, werden in korte tijd ook te duur en worden meer en meer vervangen door Oekraïners (!!); een verdrag van dát lidstaat met het niet-euroland maakt dat mogelijk; zoals via Bulgarije Moldaviërs en Macedoniërs, via Letland Philipino,s Europa worden binnengesmokkeld; ze verschijnen met steeds grotere regelmaat op onze wegen, maken ze onveilig. Onveilig als bijwerking van de schandalige uitbuiting!!


Uitdagen doe ik ze; de parlementariërs pro! Uitdagen doe ik ze; de uit het veld geslagen Sophie's in 't Veld, de op het plein in Kiev met holocaustontkenners dansende Van Baalens, de Tangen, de Langens en de Eickhouten!!
Trek een trainingsbroek aan en koop badslippers vermom u tot MOE-lander, tover u om tot moderne slaaf, en vertrek, ga op reis, met een truck op weg, liefst met z'n tweeën in één cabine; een dag, een week, een maand graag; met nauwelijks geld en met een kist vol houdbare etenswaren en twee flessen zelf gestookte wodka; voor een vergoeding van 3 euro per gewerkt uur.


Sta drie weekeinden (verplicht 45 uur) stil langs de snelweg waar u de gegrilde biefstuk vanuit het nevengelegen restaurant kunt ruiken, maar geen poen hebt er te eten en u sjokt vier weken in zowat dezelfde plunje rond en kunt douchen noch nauwelijks verschonen; u had immers maar twee trainingsbroeken. Vier weken! En u werkt vijf dagen á tien uur; de rest staat u zich voor "eigen rekening" te pletter te vervelen; de fles wodka lonkt!


Na vier weken keert u terug en verwacht 600 euro te ontvangen. Maar u reed ergens om, het voertuig verbruikte te veel én u had de brutaliteit één keer de telefoon niet op te nemen waardoor er 200 euro op dat riante "salaris" in mindering wordt gebracht: Wedden! U opent de fles zelfgestookte wodka en slurpt haar tot de bodem leeg; u heeft ondervonden wat het betekend, hoe het voelt als de "vrije" markt over het geweten heerst waardoor Europa afstevent op één grote vergissing.


Wat het betekend om in handen te vallen van de (nieuwe) nozems, de Nieuwe Ondernemers Zonder Enig Moraalbesef.


Als u Europa gaat voélen!

Wedden, dat u dan de kans loopt genezen te zijn van Eurofilis!

Eén miljard euro, weet u nog wel? En geen enkele visie of plan dat deze uitwas zag of stopt.

Aldus schreef ome Willem.
---












S.S. Rotterdam




Een prachtiger oceaanstomer is ruste, omgebouwd tot hotel en aan "De Kaat".

dinsdag 20 mei 2014

De dansbeer

De morgen, de zon kwam op en terwijl groene boomtoppen zich laafden aan de eerste zonnestralen werd Nederland wakker, werd Europa wakker, de burgers van de nieuwe, zich steeds verder ontwikkelende, West-Europese Unie, met aan de oostgrenzen het machtige rijk van de beer, het rijk van het Russische volk met Poetin als hun sterke man, de nieuwe, moderne tsaar, terwijl het westrijk 't moet doen met een Herman, Herman van Rompuy.



De zomer komt, de tijd nadert, nog enkele weken, slechts veertig dagen; de eerste provocaties vonden reeds plaats in de achtertuin van het Rijk van de Beer; in Kiev danste men reeds de duivelsdans met Oekraïense leiders, het merendeel holocaustontkenners: als dat maar goed afloopt!
'T was dezelfde tijd, ongeveer dezelfde tijden, in tsarentijdperk, toen een andere Poetin, de Raspoetin, een echte Sibeer van achter de Oeral verscheen; bizarre tijden braken aan en verdwenen vervolgens achter de horizon van de geschiedenis; gaat ze zich herhalen?


'T lijkt een dodenrit te gaan worden; een onsamenhangende unie dat louter geld verslindt; die de beer in 't oosten tart en prikkelt, juist nu, nu na Ras, de tweede Poetin de scepter zwaait: men is, veertig dagen voor de honderdjarentijd, uit op chaos om de onmacht te verbloemen.

Schaduwen van diepe ravijnen tekenen zich overduidelijk af, misschien alleen te zien voor diegenen die niet besmet zijn met het eurofilisvirus, euroziekte nummer één een schrijnende ziekte dat het redelijke denkvermogen aantast; slavernij alom, 't wordt door de ziekte ontkent. Stijgende armoede; de ziekte verblind; totale sociale afbraak, maar de eurokoorts ijlt verder; het leger werklozen protesteert; het eurofilis maakt zelfs doof: West-Europa geeft zich weg in het toppunt van hun waanzin; 't wordt overstroomt met allerhoogste lof, maar betaald moet er, tot op het bittere eind; als in een schilderij, penseelfiguren zijn niet altijd wat ze lijken.


Inmiddels lopen we langs de rand, vanuit het diepe duister stijgt grimmig gefluister op; niet ver is de tijd of zon en maan trekken zich een wijle terug; de boog uit Hàbakuk wordt tevoorschijn gehaald, weldra zoeven de pijlen, beven zelfs de bergen van angst; tumult barst los; slechts sprekend met één geldige taal, de euro, waarmee men dacht de hemel te bestormen; Pieter Bruegel de Oude schilderde het al, bijna 500 jaar geleden! Penseelstreken, de dansbeer, Dulle Griet en de Triomf van de dood.
Siberische winters duren lang; maar eenmaal per jaar, als de zonnewarmte zich over de toendra zich laat voelen, ontwaakt de beer, en eenmaal in honderdjaren iemand van het Ras Poetin; waar wachten we nog op?

Op de dansbeer?

Tot het te laat is?

Op de eerste suisende pijl, de laatste grote klap.

 de Genadeklap?

Aldus schreef ome Willem.
---







vrijdag 16 mei 2014

Rotterdam

Hoogstraat, louter nieuwbouw
De middeleeuwse kerk, rondom betonnen monsters
Continentaal zijn ze in Rotterdam wel!
Links een deel van de Willemsbrug, die vroeger door de Van der Takstraat doorliep over het Noordereiland in de Maas, en dan aan de andere kant via een prachtige brug doorliep naar noord. De omhoogstaande brug is de oude spoorbrug. 
Gelukkig, dit oude poortgebouw heeft men nog laten staan.
Onduidelijkheid.  Voor wat geldt het onderste onderbord?
Rotterdamse hoogbouw rond de Erasmusbrug. 

Rotjeknor.

Ja, zo wordt de maasstad -maar dat weet eigenlijk iedereen- ook genoemd; elke stad heeft zo z'n tweede naam, soms ook een derde, vierde misschien? Gisteren deed ik de stad aan; om nu te schrijven dat ik de stad bezocht, gaat wat ver.

Parkeerbeleid, Rotterdams parkeerbeleid was de reden; daarvoor reisde ik af om het eens met eigen ogen waar te nemen, want het heeft op zeker ogenblik, nu ruim een goed jaar geleden, het stadsbestuur, in samenwerking met zogenaamde havendeskundigen, (het "Havenbedrijf") behaagt om een algeheel parkeerverbod voor vrachtverkeer in te stellen, voor een beetje haven van formaat een toch wel wat erg rigoureuze maatregel, grenzend aan het absurde, ja, er eigenlijk overheen.

Wel de goederen, maar niet de vervoermiddelen; weliswaar zijn er vier parkeerplaatsen voor het parkeren ingericht, maar daarvoor dient fors te worden betaald; inmiddels zijn er enkele "blauwe zones" gecreëerd, een eigenaardig fenomeen, aangegeven met discutabele borden, afgezien de vraag of de wegenverkeerswet blauwe zones voor het vrachtverkeer kent; discutabele borden; boven een bord parkeerplaats voor vrachtwagen een onderbod met "blauwe zone maximaal 4 uur" en dááronder nóg een bordje "20.00-6.00 uur" en dan komt de vraag op waarop de tijdsmelding betrekking op heeft. Op het hoofdbord? Dan is vrij parkeren zonder blauwe schijf in dié uren toegestaan en is er een beperking tot vier uur alleen op de daguren. Toch schrijven lui, mensen die zich lenen voor de rol van parkeerwachters, er "bonnen" voor uit, 97 euro, maar mijn inschatting is dat het een inkoppertje wordt voor elke chauffeur die hiermee naar de rechter gaat; lachwekkend, beleid, ergerlijk ook; voor een wereldhaven!

Later, in de avond, de stad even in; we -mijn echtgenoot was mee- wandelden wat rond; door de Hoogstraat en ontdekten slechts één voor-de-oorlogs gebouw, de Sint-Laurenskerk, ook nog het enige middeleeuwse gebouw dat de stad kent en het heeft niet veel gescheeld of ook deze kerk zou, meteen na het Duitse bombardement op 14 mei 1940, tot op de grond toe worden afgebroken en een uiterst bittere ironie is dat diezelfde Duitsers het de Rotterdammers in de bezettingsjaren belet heeft dit snode pan uit te voeren. Maar ook na de oorlog heeft het tot 1952 geduurd voordat er zoveel cultuurbesef doordrong dat de oude kerk in volle glorie werd gerestaureerd.

Rotterdam, een "platgegooide" stad; ik bezocht er in de loop der jaren velen, met name in Duitsland: Frankfurt am Main, Dresden, Berlijn en nog vele anderen, maar in tegenstelling tot al die andere oude steden waar ik toefde en die na jaren van restauratie in oude staat werden teruggerenoveerd, liepen we in Rotterdam voornamelijk tussen betonnen nieuwbouw; lijkt de herbouw van na de oorlog tot nu op een ernstige stedenbouwkundige vergissing; rond de oude Laurenskerk vonden we nauwelijks wat hollands gezelligs; uiteindelijk in de Westewagenweg, een aardig, oer-Rotterdams etablissement waar we, bijna tegen verwachting in, verrukkelijk aten.

Misschien wandelden we rond op de verkeerde plek; Rotterdam met één bezoek juist beoordelen kan natuurlijk niet (zelden bezochten we de Maasstad, de laatste keer was alweer 14 jaar geleden), maar het enige, dat ik als Amsterdammer gezellig vond -en vind- aan de stad zijn de autochtonen, met hun adremme opmerkingen, gesproken in een daartoe ontwikkeld speciaal dialect, in stoerheid het Amsterdams overtreffend, in humor evenarend: haventaal, van geen gezeur, of, zoals een lijflied klinkt; geen woorden, maar daden.

Maar helaas, soms met een tekort aan intelligentie, vaak met een tekort door de bocht: de na-oorlogse, lompe, onnadenkende nuttigheidsbouw, flats, de naam zegt het al, de Blaak blaakt niet van schoonheid; de Laurenskathedraal als fossiel tussen betonnen monsters en ik mijmer even terug naar de haven.

De grote haven, ik had het best met hoofdletters willen schrijven, maar nu, waar vrachtrijders gemangeld worden tussen rijtijdenwet en parkeerverbod, laat ik dit maar achterwege. Ook een dergelijke, absurde gemeenteverordening wijst op achterblijvende intelligentie van, in ieder geval, de gemeentelijke wanbestuurders.

Aldus schreef ome Willem.
---

donderdag 15 mei 2014

Rotterdam

Maas
Zo ongeveer het enige oude gebouw in de binnenstad
Rotterdam, té modern
Té grote bruggen
Maar wel stoere voertuigen
De "oude" spoorbrug

woensdag 14 mei 2014

Een Buitenveldertse boom

Zó mooi!

De partijherinnering.

Een stralende dag, wel wat fris, maar desalniettemin; zo'n dag waarbij ik naar de tandarts ging, de rechtbank bezocht en andere aardigheden deed; vaak prop je dan zoveel mogelijk in zo'n dag, alsof je een oplegger zo vol mogelijk aan het laden bent. Rond zeven uur had ik afgesproken met de professor: hij wilde wel weer eens een partijtje meespelen, had sinds zijn laatste keer met mij niet meer gespeeld, geen stuk meer aangeraakt.



Ruim voor zevenen stond ik voor de hoge flat; aanbellen, daar zou ik nog even mee wachten, deed een CD in de radio en dra klonken de weemoedige edoch dappere klanken van één van Mozart's mooiste pianoconcerten door het voertuig, de 23e, KV 488, vijf minuten, tien wellicht, toen besloot ik aan te bellen en na enig moment een wat gejaagde stem door de intercom: hij had me al enkele keren trachten te bereiken: "Ik kom wel even boven", antwoordde ik; een zoemgeluid en ik duwde tegen de voordeur die openging.


Even later stond ik in de lift, de lift waar de professor wellicht duizenden keren gebruik van heeft gemaakt.
Bovengekomen hoorde ik hem in de verte roepen; trof een vermoeid uitziende professor aan: "Ik ben dood- en doodop", begon hij "En nu naar de club gaan zie ik echt niet zitten" terwijl ik inmiddels schuin tegenover hem plaats nam in statig meubilair. Mijn oog viel op een foto op het dressoir, een trotse opa Johan met een kleine ukkepuk op de arm. "Is dat uw achterkleinkind?", vroeg ik hem en terwijl hij zijn best deed wat rechter op te gaan zitten antwoordde hij mij: "Ja, ja, maar die is inmiddels ook al weer elf jaar". "Ach", ging hij verder: "Het is niet anders. Ik heb mijn tijd gehad! Maar let wel, daar treur in niet om!". Met zijn linker hand streek hij door de oude, grijze haren. "En weet je", ging hij verder "Ik probeer echt uit alle macht te voorkomen dat ik een bejaardenhuis in ga!" "Ik probeer nog steeds elke dag alles zoveel mogelijk zelf te doen". Een half uur lang bleef ik bij hem, we kletsten wat over voornamelijk toen, over oude politiek, toen stond ik op, schudde de hand en vertrok. Alleen, alleen naar de club.


"Doe ze de hartelijke groeten zo meteen!" had hij me nog nageroepen toen de liftdeur achter mij sloot. Mozart speelde weer toen ik het voertuig startte en na de eerste bocht naar rechts volgde het tweede deel, een uiterst geheimzinnige andante.
'T was vreemd, de wind woei stevig, naast vreemd was 't dus ook fris en ruim op tijd kwam ik aan op de club waar meteen enkelen mij naar de welstand van de professor vroegen waarop ik een kort verslag van bevindingen deed. "Je valt trouwens met je neus in de boter", begon de voorzitter; "Caissa-nieuws is net vandaag uitgekomen en jouw verslag van de laatste wedstrijd van de professor tegen Maarten staat er ook in" en hij overhandigde mij het inktverse nieuwe blad dat ik meteen doorbladerde.


Een fraai exemplaar, zoals ons lijfblad, waar ik decennia terug ooit korte tijd redacteur van was, al langere tijd een mooi kwaliteitsblad is en al snel vond ik "mijn" artikel. Nog steeds wat verdrietig bladerde ik het blad verder door terwijl mijn partij net begonnen was; op de club zonder professor, 't was wel even slikken terwijl ik de foto bij het artikel bekeek: het bord, en aan weerskanten de twee spelers, Maarten en de Professor; argeloos sloeg ik de bladzijden om, las wat vluchtig artikelen van mede-clubgenoten; Ed Leuw, Tony Lith en zag terloops dat ook ons grootmeesterlid Paul van der Sterren er met een artikel in stond.


Inmiddels speelde ik, als ik aan zet was, een stuk op het bord; al snel ging ik in de aanval; zag kansen, al was 't wel wat roekeloos en terwijl de opening van lieverlee in het middenspel overging, viel mijn oog op nóg een artikel, van iemand die volgens een toen geldende publieke opinie er op uit was Amsterdam, ja Nederland onveilig te maken, maar, na later bleek, en vooral, nu ik hem de laatste jaren beter heb leren kennen, uit een totaal ander hout blijkt te zijn gesneden dan "men" ons toen heeft willen doen laten geloven, Roel van Duijn, met een uiteenzetting over een ooit door hem bedachte en gespeelde variant van de Siciliaanse opening, met wit op de tweede zet a3 spelen; en in het aanvangende proza las ik treffende woorden die mijn verdrietige bui enigszins naar de achtergrond drong en een glimlach bij mij ontwikkelde.




De woorden: "... Net als muziek frissen oude schaakpartijen het geheugen op, wist je dat?...". En opeens begreep ik veel meer; de professor, wellicht mijmerend over een ooit gespeelde partij, genietend van wat er bij die ene zet, toen gespeeld op die winterdag, tijdens het Hoogoventoernooi, gebeurde; ook ik herkende het. Al gaat het niet bij elke zet, soms ook niet voor elke partij, op: zoals sommige muziekstukken je ook niets kunnen zeggen.


Laat op de avond vertrok ik weer; in mijn hand "ons" blad: wel grappig, in één blad te staan met niet alleen Ed, Tony en Aldo, maar ook met Roel en Paul. Opeens dacht ik aan die ene loperzet die ik speelde in een partij tegen mijn pake die met Friese tongval mopperde over dat langharige werkschuwe tuig en ik tegelijkertijd, toen, vanuit een ooghoek op de televisie zag -en hoorde- hoe Van Duijn tijdens zijn kaboutertijdperk het wittefietsenplan uit de doeken deed.


Aldus schreef ome Willem.









zondag 11 mei 2014

Blikje eend

Een snelle terugblik op de afgelopen week.

Die dit keer. zoals wel meer, pas echt in Noord-Frankrijk begon.



De Franse Ardennen, tussen Rocroi en Rethel

op weg naar Auxerre, golvende graanvelden


en tijdens een tussenstop een bezoekje aan Saint Florentin


met uiterst smalle en stijle straatjes

Ook de weg naar Clamency is altijd weer prachtig

en verveelt nooit!

in de avonduren...

bezoek ik terloops Moulins


de oude verkeersbrug over de Allier


en hier de onderkant van de oerlelijke spoorbrug ernaast

hier in de buurt van St. Romain Lachalm

langs de Rhône waar ik twee dagen later zou gaan fietsen

Boven Berziers, in de binnenlanden

.....in de avond....

fiets in na een reuzeklim.....

boven in de oude vesting Beziers




waar ook nog een oude fruitmarkt is...

Woensdag, op bezoek bij klanten, rond de kuststreek, langs lange onverharde wegen

op weg naar Pierelatte


rechts, in de verte, rookpluim van de atoomcentrale te Montelimar.

De volgende morgen; blijkt de bakker dicht, al jaren....

fiets langs prachtige natuur

Rhône


specifiek Frans kilometerpaaltje in originele uitvoering

St Vallier



Côte d"Ardeche



Ziet u de truck?

dáá'r, in 't midden




brug bij Tain

fiets voor anker

dat mag wel 'n kwastjue hebben....


terug, langs een glooiend weggetje



Vrijdag, terug....

...naar huis...

....en ik kan het niet laten....

....om te laten zien hoe mooi Noord-Frankrijk is....

Toch?