Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 29 april 2011

Geloven.

Haar zie ik vandaag niet en toch is ze niet onzichtbaar.

Tijdens mijn wandelingen door Saint Loup sur Semouse snoof ik allerlei geuren op, alsumgeur van rose seringen, de mosterdgeur van het gele koolzaad, rozenaroma,s en dennengeur en alle geuren onzichtbaar.

Zoveel meer dingen blijken onzichtbaar: elektriciteit, echte liefde (zoals een collega van mij opmerkte) en nog veel meer zaken die zich voornamelijk in de metafysische sfeer bevinden, maar ook zon, maan en sterren aan een wolkenhemel zijn aan het oog onttrokken en zodoende onzichtbaar.

Een hele reis vandaag dus, die mij echter nog ver van huis hield, juist vandáág! En hoewel ik van de wijde weiden, waar de typisch gele paardenbloemenkleur plaats maakt voor het ragfijne, iets doffergele maar glanzender boterbloementapijt, genoot, had ik werkelijk toch wel thuis willen wezen en niet eens om mijzelf maar om haar die ik niet zie.

Vandaag zag ik door de wolken de zon niet, maar toch geloofde ik dat zij daar stond, daar boven mij, áchter de wolken en daarbij snijd ik een buitengewoon ingewikkeld woord aan, en ik vermoed dat er uit het menselijk brein nimmer een woord is ontsproten bekleedt met zoveel glans, heerlijkheid en diepgang, tweeslachtigheid, onbegrip en misbruik als het woord geloven.

Bij zaken die wij waarnemen speelt geloven nauwelijks een rol, al is soms moeilijk te geloven dat alles wat ik in de natuur zie zoveel welhaast oneindige schoonheid bezit. Waar komt dat toch vandaan? En ik kan niet anders dan mij verwonderen alom.

Halverwege de dag zelfs nog een fikse regenbui en zelfs een stevig onweer! Niet te geloven!! Bliksem, donder en harde wind! Het zijn vrije machten, zuivere verschijnselen, zonder vertroebeling van het stompzinnige menselijke intellect.

Er zijn mensen die denken dat ze over dingen hebben nagedacht, maar dat denken ze maar, en zo geloven er mensen dat ze in niets geloven, maar dat geloven ze maar.

Geloven houdt het midden in van vertrouwen en zeker weten, zoals het geloof in de Eeuwige.

Voor vandaag geloof ik dat mijn lief mij liever thuis had gehad dan hier, want ik ben er zeker van dat ze vandaag jarig is en ik geloof dat ze nog steeds van mij houdt.

Aldus schreef ome Willem.

---

donderdag 28 april 2011

Toulon.

La gare.
---

Tussen Milhaud en Girard.

Tussen de geboortestad van de dichter Darius Milhaud alsmede de grote schilder Cézanne en de stad waar de componist Olivier Messieane en schrijver René Girard het levenslicht zagen heb ik het voertuig vandaag weer op de rem gezet. Het was me het dagje wel!
Cézanne! De schilder die de wereld schilderde zoals het er over 50 jaar uit zou zien, de schilder die verder zag dan anderen, omdat hij wist. Je kunt namelijk alleen die dingen waarnemen die je weet. Weet je niet, blijft het onzichtbaar voor je.

Vanaf het Chateau opgestoomd door de stadjes Agde en Marseillan waar zoveel straatmeubilair is geplaatst dat je overal maar nèt door kan en zo kwam ik aan in Meze, aan de oever van Etang du Thau. En met een briljant zonnig weertje na het laden op weg naar Mas Thibert die ik er nog net voor de middag in kreeg.

En toen verder, dwars door Marseille en even vóór Toulon stond er weer wat op mij te wachten.

Bovendien: als we al zien, zien we ook niet wat we zien, we zien het allemaal anders dan de werkelijkheid. Een eenvoudig voorbeeld is, als je kijkt naar een hoog en breed flatgebouw. Wie goed kijkt, ziet dat de horizontale lijn van links naar rechts enigszins krom loopt, de beide einden lijken iets hoger en de lijn zakt wat door, maar bij na meten is het gebouw wel zeker recht.

Vervolgens door Toulon heen, en daarna nog dwars door Hyeres, geen sinecure hoor, maar toen kwam ik uit in Bormes les Mimosas. En toen ik ook daar de handel er in had, nog even langs Pourieres waar ik de laatste klant van de week er in kreeg.

Wie wel eens in Athene is geweest en aandachtig naar het Parthenon op de Akropolis heeft gekeken, zal er van onder de indruk komen. Kijkt men met grote zorgvuldigheid, dan ziet men aan de onderzijde van de bovenkant ook van links naar rechts een lijn, en die lijn is, zo te zien, kaarsrecht en het is daarom dat men er zo van onder de indruk raakt.

Gaan we echter meten en na-meten, blijkt de lijn allerminst recht. Niet één enkele zuil is van gelijke afmeting. De bouwers van weleer bouwden het zó, dat het voor het oog recht lijkt! Zoals geschreven, we zien niet datgene wat we niet kennen, het blijft voor ons verborgen. Ga met een bomenkenner door een bos lopen en u ziet niets en hij alles!

Girard schrijft er over, over de voorstellingen die zo verankerd zijn in het denken dat iedereen ze als feit beschouwd terwijl het eeuwen later onzin bleek.

Overigens geldt dit ook voor horen. Professor Jan Hendrik van den Berg zet uitvoerig uiteen dat, toen door ene Harvey rond 1450 de hartslag werd "ontdekt", hij die alleen kon ontdekken door het hart voor te stellen als een pomp. Voordien is er nooit enige notie bekend voor het "bestaan" van de hartslag.

Sterker nog, vijftig jaar NA de publikatie van Harvey schreven Venetiaanse artsen, voorwaar geen domme jongens, "Wat Harvey voor oren had, weten wij niet, maar wij horen totaal niets".

En waarom hoorden ze niets? Omdat ze het hart niet konden voorstellen als pomp en dan hoor je ook niets!

Zo zie je maar: onzichtbaar, zien wat er niet en niet zien wat er wel is; het heeft allemaal wel wat met elkaar te maken.

Zo zal u niet weten waar ik thans uithang indien u niet weet waar Cézanne, Milhaud, Girard en Messieanne ter wereld kwamen.


Aldus schreef ome Willem.
---

woensdag 27 april 2011

Onzichtbaar.

Een betrekkelijk eenvoudige dag vandaag, waarin ik meer stilstond dan onderweg was. Niettegenstaande dat weer veel moois waargenomen en toch worden nog meer dingen aan het oog onttrokken. Eigenlijk zien we niet eens zoveel.

Het meeste is immers onzichtbaar.

Vanmorgen vertrok ik van Chateau Cambon waar ik tussen de wijngaarden sliep en het is in één van die wijngaarden, niet meer dan tien meter van de plek waar ik sliep, dat ik de Grote Wijnmeester Marcel la Pierre voor het laatst sprak. Hij tussen de wijnstruiken en ik aan de rand en toevalligerwijs maakte ik toen voor de lol een kort filmpje dat ik nog op you-yube plaatste. Marcel vond dat goed, maar wie had ooit gedacht dat hij niet lang daarna niet meer onder ons zou zijn.

In de vroege morgen passeerde ik Lyon en om half acht kwam ik aan bij klant nummer één te Albon die ik in nog geen half uurtje kwijt was.

Muziek, bijvoorbeeld, muziek is ook onzichtbaar, en eigenlijk alles wat je hoort. Alles wat een blinde nog waarneemt is onzichtbaar, zou je kunnen zeggen, en dat is dus nog heel wat!

Vanaf Albon lekker rustig langs de Rhône gekoeteld, langs prachtige voorjaarskleuren, een genot om zo te reizen, tot aan Valence vanwaar ik even over de snelweg ging, niet lang, want vóór Montelimar er maar weer vanaf. En zo door, genietend, via Pierrelatte en Banjols sur Seize richting Nimes.

Woorden. Woorden zijn eigenlijk ook onzichtbaar. Als we met elkaar praten kun je dat, die geluiden die woorden vormen, niet zien. Met je oren neem je het waar, maar ze blijven onzichtbaar. Ondoorgrondelijk soms.

In Nimes aangekomen wachtte de eerste dubieuze verrassing. Hoewel ik er om half twaalf was, werd er tegen vijven eens een keer met lossen begonnen. Alle tijd dus om een mooi boek te lezen. Inmiddels was bekend dat een "afhaler" er morgen niet zou zijn en ik zou daar, vanwege het getreuzel met lossen, pas rond zeven, acht uur aan komen. De wijnboer zou de pallet met de benodigde documenten buiten klaar zetten zodat ik die zelfstandig weg kon halen.

Het lossen zelf duurde tien minuten (...) en dus toog ik, na eerst even lekker door de Niemse spits te rijden, naar de "afhaler" te Cabrerolles, midden in het berglandschap boven Beziers, dus dik twee uur rijden. Onderweg daar naar toe kwam ik de wijnboer tegen, die al knipperend met zijn auto-verlichting mijn aandacht trok. En ja, u zult het niet geloven, maar hij vertelde mij dat de wijn wel klaar was, maar de papieren niet, en kon ze ook niet meer maken omdat na vijven de douane dicht is en hij meende kennelijk dat ik dan wel tot vrijdag zou blijven wachten. Goed, wat we er ook van vinden, ik heb, in overleg met het thuisfront, het spul maar omgedraaid en ben naar afhaler nummer twee gereden, vlak bij het vliegveld van Beziers, waar ik nu voor de deur sta, wederom een heerlijke rustige plek waar ik vast en zeker vannacht weer uitmuntend zal kunnen slapen.

Eigenlijk zijn de meeste dingen onzichtbaar en in sommige gevallen weet de mens met al zijn vernuft onzichtbare zaken voor het oog zichtbaar te maken. Dat is ondermeer het geschreven woord.

Ergo: als u dit heeft gelezen, weet dan dat u datgene las dat eigenlijk onzichtbaar is.

Aldus schreef ome Willem.
---

Chateau.

Hier een mooie overnachtingsplek gevonden. De twee vierkante torens zijn waterreservoirs. De klok op de achtergrond moet elke dag worden opgewonden.
---

Het kleurenmozaïk

Noord Frankrijk. Overal koolzaad.

---

dinsdag 26 april 2011

Een straffe, droge, zelfs koele wind raast vanaf het oosten door het dal, door de prille bladeren van de net ontluikende wijngaarden en recht voor mij zie ik hoge bomen wild heen en weer wuiven.

Na mijn Poolse avontuur vanaf Berlijn in één rechte streep naar huis gereden en vrijdag de lading op een boerderij in Oude Tonge afgeleverd waarna ik nog wat rommelwerk deed: Moerdijk, Rijen, Tilburg en tot slot Amsterdam waar ik lading ontving waar ik dan deze week mee mag stoeien.

Gisteren nog een heel eind in Nederland rondgetrapt, met de fiets, en ondermeer na jaren de Amerongse berg weer eens beklommen, vroeger echter soepeltjes, nu hijgend als een oud postpaard, maar met de tong op mijn klompen kwam ik toch boven.

Vanmorgen veel te vroeg op, fietsend naar mijn wachtende en popelende DAfje, eerst nog langs een sloot waar kikkers naar hartelust luid aan het kwaken waren en toen met de goederenverplaatsmachine via Liege, Marche, Bouillon, Vitry, Bar en Dijon naar hier, het Chateau bij Saint Jean d' Ardieres gereden, Chateau Cambon, waar ik zo net de pas gebottelde, en naar bleek ongekend lekkere, Beaujelais 2010 heb geproefd en goedgekeurd en natuurlijk meteen wat voorraad meegenomen.

Vervolgens ben ik maar meteen hier blijven staan. Hier vlak bij staat weliswaar een goed gevulde en bezochte knaagschuur, maar vanavond heb ik niet zo'n zin in al dat gekaan en hier, op deze plek zo tussen de wijnstokken in is het voortreffelijk toeven. Een lange nachtrust zal me goed doen en over een uurtje, als het donker is geworden, kan ik in deze lichtvervuilingvrije omgeving en wolkloze hemel de sterren weer eens goed zien en wellicht ontdek ik met het blote ook Saturnus die volgens mij vanuit het oosten zal moeten opkomen.

De slaaphut schudt soms aardig heen en weer, de frisse wind die vanuit de Alpen deze warme, zwoele dag verkoelt, scheert verder, door het brede dal van de Saône en verdwijnt in de bergen van de Beaujelais die vol staan met Gamay-struiken.
Als ik straks naar de sterren ga kijken, doe ik wel even een zomerjasje aan.

Aldus schreef ome Willem.
---

zaterdag 23 april 2011

Enkele plaatjes van de Poolse reis.

Aankomst in een klein dorpje.


Schitterend om te rijden, hier.


Door dorpjes met pittoreske kerkjes.



En verder gaat het weer.



Door het voetgangersgebied met de fiets.

En hier gezicht op de Wisła.




Hier aankomst bij een middelgrote stad in de onmetelijke Poolse vlakte.




De wouden met miljoenen witte bloempjes als bodembedekkers.



De stad Grudziadz


Iedem.




Twee foto's van de brug bij Grudziadz.



En hier een kijkje vanaf de brug over het water van de Wartha.




Bydgoszcz




En verder maar weer, door mooie dorpjes heen.



Met kinderhoofdjes en leuke pleintjes......



.....en straatjes......



....om uiteindelijk mijn vracht op deze boerderij in Oude Tonge te lossen.

Met de fiets door het oude Leslau, nu Włocławek geheten.



Een stukje door een soort winkelstraat, maar er is nog niet veel te beleven.

IJzersterk wegdek.

Maar niet erg rij-geriefelijk.
---

Natuurgebied

Daar waar de Warta in de Odra stroomt.

---

De Kruiseling.

Ja, ik weet het. De laatste dagen heb ik het een beetje laten afweten. Vanwege gebrek aan directe inspiratie en wat andere bezigheden kwam ik er even niet aan toe.

Wij mensen houden van humor en humor is goed voor de mens zolang het gezonde humor betreft.

Welaan, op deze dag, de zogenaamde "stille zaterdag", even wat tijd gevonden. Stille zaterdag, zo genoemd omdat de christenen dan gedenken dat die dag Hij in het graf verbleef om daar morgen, paasmorgen, bij het krieken de dag, weer uit verrijzen.

Aan de andere kant probeert de mens te genieten van het ongezonde. Aanvankelijk lukt hem dat ook, zo ook van ongezonde humor. Grapjes over vreselijke dingen zoals grote rampen waarbij duizenden omkwamen, over hongersnood in Afrika zijn ongezond. Oh, ja, ik maak mij er zelf ook schuldig aan, maat eigenlijk zijn ze ronduit banaal. Blasphemie!

Pasen is overigens afgeleid van het Pascha, het feest waarmee de joden al een slordige drie, vierduizend jaar (!!) vieren dat ze, onder aanvoering van de Eeuwige, hun slavernij en juk uit Egypte van zich konden afschudden en dit land in allerhaast verlieten.

Maar het woord zelf heeft de betekenis van voorbij-gaan, doorgaan, wat teruggevonden wordt in ons woord passeren en er zitten daarom parallellen tussen het oude joodse Pascha en het christelijke Pasen; de engel des doods "passeerde" elk huis waar het bloed van een geslacht lam aan de deurpost was aangebracht en zo passeert dezelfde engel een ieder die het bloed van Het Lam aan zijn of haar deurpost heeft. Maar ook kun je dat passeren zien in het doorgaan door de onoverkomelijke rode (bloed?)-zee en de doortocht door dood en verderf.

Gisteren, "Goede Vrijdag", herdachten christenen de kruisiging door de Romeinen van Jeshua, Jezus, en kruisiging was een totaal onzinnige marteling die de als humaan bekend staande Romeinen hadden afgekeken van de uitermate wrede Phoeniciërs.

Door de polsen van de veroordeelde werden taps toelopende dikke spijkers geslagen en men deed dat met een welhaast wetenschappelijke perfectie. De Romeinen deden dat op een wijze dat een aldaar lopende zenuw over de ingeslagen nagel werd gespannen waardoor een felle en gemene kramp in de handen, vooral de duimen, ontstaat.

Vervolgens werd de veroordeelde aan de armen opgehangen wat de kramp alleen maar verergerde. Liet men hem zo hangen, zou het sterven door verstikking in minder dan een uur intreden.

Daarom bracht men een "sedile" bij de voeten aan, een soort schuin aflopend stuk hout en de onmenselijke Romeinen maakte de voeten daar aan vast door ook daar één, soms twee, spijkers door te jagen.

De veroordeelde zette zich, om de kramp in de handen wat de verlichten, af aan de voeten, maar dat veroorzaakte op dezelfde wijze een ondraaglijke pijn in de onderbenen. Totdat die pijn zo ondraaglijk werd dat de veroordeelde zich maar weer liet "zakken", waardoor de kramp in de armen weer optrad.

Deze marteling kon zo een dag tot enkele dagen toe duren en was niet om aan te zien. Daarbij nog het gegeven, dat, bij het naar boven afzetten en zich weer laten zakken de rug, de meestal vooraf gegeselde rug, langs het ruwe hout werd geschaafd, met alle pijn van dien.

Over de Holocaust, over ziekten als kanker, over de slachtoffers van (kinder)verkrachters en (kinder)moordenaars en vergelijkbare zaken dient men geen grapjes te maken en als ik dat doe, moet ik me er maar eens diep voor schamen.
Ook over de Kruiseling maak ik maar geen grappen meer.

Ook dat is blasphemie.

Aldus schreef ome Willem.
---

donderdag 21 april 2011

Noordwest Polen.

Lange rechte stille wegen.
---

Bydgoszcz

Merendeels dit soort flats.
---

De noordpool.

Ze zouden me om zeven uur gaan laden, zeiden ze de dag ervoor nog, maar toen ik aankwam hoorde ik al snel dat het wel acht uur werd.

Dus ik weer op de fiets het dorp in om een bakje koffie te scoren, maar hoe ik ook zocht, hier, in het noorden van Polen bleek alles nog dicht. Alleen de bakker bleek open, dus kon ik een volkoren bolletje op de kop tikken.

Zo goed als ik kon vroeg ik hier in het noorden aan een voorbij wandelende Pool (echt zo,n man hier uit het noorden, een raszuivere Mazurk), of hij soms iets wist, maar deze behulpzame meneer dacht diep na, maar wist niets. Wel hadden we even een aardig praatje: hij kon een weinig engels en ik een paar woorden pools.


Dus ik weer terug op de fiets en om acht uur begonnen ze, inderdaad, om half negen klaar, maar pas op over tienen ontving ik de vrachtpapieren. Dus werd het nog een hele reis, eerst naar Grudiadz en dan naar Chelmno, een klein berucht stadje aan de Wisła, berucht omdat hier de eerste slachtoffers van de holocaust vielen.

Vandaar naar Bydgoszcz, een stad waar een ware verzameling van voormalige communistische flatwoningen staat, dus snel er doorheen maar, en vervolgens naar Piła en Wałcz waarna een lange rechte stille weg mij bracht naar Gorzow Wielkopolska, het voormalige Landsberg an der Warte. Daarna was het niet ver meer naar de grens en nadat ik die bij Kostrzyn nad Odra gepasseerd was nog een uurtje doorgereden en net voor Berlijn maar eens gestopt. Het was me het dagje wel weer.

En in de avond denk ik terug, aan de enorme uitgestrekte wouden met bomen die er nog kaal bij stonden, maar waar de bodem bedekt was met fris gras en daartussen ontelbare witte margriet-achtige bloempjes wat in het zonnelicht een uitzonderlijk mooi gezicht was, aan de soms vreselijk slechte wegen waarbij je vreest alle schroeven van de DAF te verliezen benevens soms zeer gevaarlijke spoorvorming in het asfalt. En ik denk terug aan het gesprek van vanmorgen, u weet wel, dat praatje met de Noordpool.


Aldus schreef ome Willem.

dinsdag 19 april 2011

Noord-Polen.

Lange, rechte wegen.
---

Mazurië

Één van de vele meren.
---

Brug.

Over de Wisla bij Włocławek.

---

Iława.

Al eerder heb ik het geschreven en het heeft me aardig wat moeite gekost om die letter, de letter Ł, uit het toetsenbord op te roepen en het is deze letter, uitgesproken als een "oe", die heel veel hier in dit land, Polen, voorkomt.

Zo vertrok ik vanmorgen uit Miedzichowo op weg naar Kutno, het eerste losadres. Bij vertrek stond er een bijna volle maan in het westen en langzaam daagde het, voor mij, in het oosten.
De horizon kleurde prachtig rood en een overvliegend vliegtuig trok een karmozijnrode streep over de strakke kobaltblauwe lucht en om mij heen het enorme, stille en wijdse Poolse landschap, dan weer bossen, maar ook veel onafzienbare aardappelvelden.

Poznan, Wrzesnia, Konin, Koło, Kłodawa en na een dikke drie uur rijden kwam ik aan in Kutno waar ik rap van de lading af kwam. Zo verging het mij ook bij het tweede losadres, een kilometer of 50 naar het zuiden, via Łeczyca naar Wartkowice, een uiterst armoedig ogend boerengehuchtje met daartussen plotseling een hypermoderne fabriek, een sigarettenfabriek naar bleek en ik bracht daar twintigduizend kilo aluminium binnenverpakking.

Vandaar recht naar het noorden en al snel kwam ik op de weg Łodz- (dus spreek uit woeoedz)Gdansk, het voormalige Danzig. Al snel reed ik het graafschap Kujawsko-Pomorski (Koerjavië-Pommeren) binnen en net voor de rivier de Wisla, in Włocławek, eerst even geboodschapt en een uurtje gefietst wat mij in de gelegenheid stelde het stadje nader te bezien, maar het bleek echt niet de moeite waard te zijn.

Allerlei sjofele winkeltjes, ongeschilderde huisjes, griebusachtige straatjes, een oud, groot plein stammend uit de "socio"-tijd met daarop een gedenkteken dat niemand meer iets zegt, maar het allerergste was toch wel dat foei-lelijke ultramoderne MCD-restaurant in aanbouw! Dus maar snel weer naar mijn wachtende DAFje gekoerst, motor gestart en weggereden, de Wisla over en door een glooiend landschap met veel akkerbouw passeerde ik Lipno, Rypin en Brodnica over een weg waar je, vanwege de beschadiging en slechte onderhoud, soms nauwelijks 40 kon rijden. Even na Nowi Miasto Lubawski links afgeslagen en zo kwam ik om half zes aan in Iława (dus Ioewaa).

Iława ligt weer in Warminsko-Mazurskie en het stadje zelf ligt aan één van de vele Mazurische meren en als je verder naar het oosten gaat wemelt het van de vennen en meertjes, een prachtig gebied, maar ook een gebied waar menig veldslag tussen de Duitsers en de Polen, en in 1914 tegen de Russen, geleverd werd.

In Iława zocht ik vast het laadadres op en nadat het gevonden was een parkeerplek voor de nacht opgesnord en vervolgens er met de fiets op uit geweest, langs het meer, dan het "centrum" in en zo ontdekte ik dat ook hier, net als bij mijn eerdere fietstocht vandaag, niets te beleven viel.
Maar zo reed ik vandaag wel even twee keer op de tweewieler in Polen rond.

Dat nemen ze me mooi niet meer af.

Aldus schreef ome Willem.

---

maandag 18 april 2011

Wilkowo.

Het verkeer dendert door dit dorpje.

---

Het oosten.

Nee, het is eigenlijk nog niet eerder voorgekomen om tien uur lang pal naar het oosten te rijden. En dan ook nog allemaal vrijwel vlak, want er zijn alleen een klimmetje na Bad-Oeynhaussen en wat kleintjes even na Helmstedt, benevens ook ruim 600 kilometer zesbaans wat dan ongeveer 12.000.000 vierkante kilometers asfalt oplevert. Afzien dus, voor mij althans. Even voor de Poolse grens houdt het zesbaansgedeelte op en na de grens blijkt de grote weg, gelukkig, nog lang niet klaar te zijn.

Dus nog steeds door de dorpjes Torzym en Wilkowo en alleen rond Swiebodzin loopt nu een moderne rondweg. Landgenoten zijn hier niet meer te bespeuren, maar ik kom overwegend Letten, Litouwers, Esten, Wit-Russen, Oekraïens en natuurlijk Polen tegen, ook hier op de parkeerplaats te Miedzichowo wat net na de grens van wojwoscha (graafschap) Lubunska, in wojwoscha Wielskopolska (wat graafschap Groot Polen betekend) ligt.

En morgen, morgen nog verder, pal oostwaarts, richting Warszawa dat aan de Wasla ligt en daarom door de Duitsers en Nederlanders Warsch-au genoemd wordt.

En deze keer ga ik eens proberen drie dagen in dit land te verblijven zonder een kielbassa te verorberen, maar vraag me af of ik dat kan volhouden.

Aldus schreef ome Willem.
---

zondag 17 april 2011

Bomenlaan.

Maar ook Nederland is mooi, hier vlak bij Ede.

---

Rode bomen.

Prachtige laan met purperbeuken in Luxemburg bij Diekirch.

---

De tragedie.

Uiteindelijk eindigt elk leven op de één of andere manier in een drama simpelweg omdat we allemaal ingehaald worden door Magere Hein, tenzij je van het leven een tragedie weet te maken.

Het was koud vrijdagmorgen, want toen ik wakker werd gaf e temperatuurmeter minus vier aan en in het Zwarte Woud was hier en daar zeer goed de rijp op de akkers waar te nemen.

De grieken Sophoklos en Euripides noemt met wel de eerste tragedie-dichters, maar Euripides heeft de tragedie in al zijn facetten laten zie, zoals in de Bachanten en Iphignea in Tauris.

Op de velden na Haguanau en bij Saarbrücken is weer het blokkenmotief te zien: gele akkers met koolzaad met tussen groen-ogende akkers en ook daar geniet ik elk jaar weer opnieuw van.

Ook de Tenach bevat een tragedie, Iob genaamd, meer bekend als het bijbelse boek Job. De Idioot, Hosanna en de gebroeders Kamazarov van Fjodor Dostojevski, het lijdensverhaal mèt de opstanding, Fidelio van Beethoven zijn tragedies in optima forma.

Na een lange dag kwam ik in de avonduren weer thuis. Zaterdag nog even van lading gewisseld voor de reis die ik komende week ga maken.

In tegenstelling tot het drama is er bij een tragedie uiteindelijk altijd een keer in het menselijke lot, het menselijk noodlot, vaak, of eigenlijk altijd, door onmogelijkheden heen.

Het heeft er veel van weg dat de tragedies, van wie ze dan ook zijn, ons iets te zeggen hebben. En als ik bij alles wat ik waarneem telkens weer een hernieuwing zie, een terugkeer van seizoenen, een opnieuw bloeien van bloemen, krijg is steeds meer hoop en verwachting.

Dan zal blijken dat het leven niet op een drama uitloopt, maar op een tragedie.
Hoe hebben joodse slachtoffers die tijdens de holocaust vlak voordat ze zouden worden vermoord kunnen zingen van verlossing, anders dan dat ze weet hadden dat het "hiermee" niet afgelopen was, tegen alle onmogelijkheid in.

Het leven niet als uittocht, maar als doortocht.

Aldus schreef ome Willem.


---

donderdag 14 april 2011

Zonsondergang.

Aan de Bodensee.
---

Het drama.

Het wordt nogal snel gezegd, een drama, vaak te snel, maar wat vaak drama wordt genoemd is vaak ver verwijderd van een werkelijk drama.

Het is vandaag rigoureus afgekoeld, in Noord-Italië, Oostenrijk en hier aan de noordkant van de Bodensee, juist ja, want ik sta nu aan de overkant van de plek waar ik maandagavond stond.

Indien iemand door oorzaken van buitenaf een neergang ondergaat zonder dat die neergang als het ware omgebogen wordt is er sprake van een drama.

Alle bomen en struiken waar ik vandaag langs reed, zag ik, al ben ik het mij nauwelijks bewust, al eens eerder, soms reeds vele keren, maar elk jaar weer met nieuw blad, ander blad. Vanuit de boom gezien, die zag mij reeds meerdere keren, maar zijn bladeren namen mij deze reis voor het eerst waar en sommige bomen, dezelfde bomen, wel veertig keer maar steeds in ander, elk jaar, nieuw blad.

Onder de muziek van Beethoven's Triple-concert met zijn eigenaardige donkere, mystieke eerste deel, dacht en keek ik verder, zag indrukwekkende wolkenflarden de nog indrukwekkender witte bergtoppen omhullen, keek naar gutsende bergbeken, naar de prachtig groene mooi gecultiveerde valleien, de Adige-vallei, de Vinsgau die je via Meran naar Mals voert.

De het leven van de slaven die in 2011 (V.C.) de piramiden moesten bouwen, de Romeinse galeislaven die afgebeuld werden tot de dood er op volgde, die levens, dat lijken echt drama's.

Of het leven van Koning Saul, of King Lear en Richard 2 van Shakespeare zien er uit als drama's bij uitstek, of de Mattheuspassion van Bach die eindigd, die dramatisch eindigt met "wir setzen uns mit Tränen nieder", is ook drama. Onbewust lijkt Bach het hier te hebben over een gestorven god, de gestorven god van het avondland wellicht en dus niet over de Eeuwige, geheel passend in de tijd. Slechts weinigen die zich die vraag hebben gesteld.

De hongerdoden van Afrika, de slachtoffers van de aardbeving, de levens van diegenen die omkwamen in Oswisciem, Chelmno en Sobibor, eindigden al die levens niet in een heus drama?

Onderwijl keek ik vandaag naar de ontluikende natuur, de zich steeds vernieuwende natuur, de kwetterende vogels, de geur van seringen, struiken met kleinbloemige gele roosjes, perebloezem, blauwe regenstruiken en ga zo maar door en ondertussen is er drama. Drama in Alphen, drama in Drente, in Libië.

Twee overfladerende citroenvlinders kruisen mijn pad en net op tijd, voordat ze op mijn gril belandden, haalden ze de overkant en liep het voor hun nu niet dramatisch af.
Aldus schreef ome Willem.


---

Versting.

Oude verdedigingswerken op weg naar de Brenner.

---

Het dal.

Van de Vinsgau, naar Merano en verder.

---

woensdag 13 april 2011

Milano.

Via Padova.

---

Milaan.

Via Ponte Nuovo.

---

De herinnering.

De mens heeft zo zijn idealen, dromen zo men wil. En daarnaast herinneringen, goede, slechte, maar ook gewoon: herinneringen.

Het was mooi weer vandaag, zei het iets frisser dan gisteren en rond Milaan stond vanmiddag een aardige koele bries. Vanmorgen weg uit Montebello, vroeg, te vroeg eigenlijk, want dan kom je weer erg vroeg stil te staan en dat is, vind ik, altijd een beetje vervelend, maar we hebben het er maar mee te doen.

Reeds nog vóór Allessandria kon je vandaag de hoge bergen met hun nu nog wolwitte sneeuwtoppen aan gene zijde van Turijn waarnemen en ook links de Ligurische Alpen en rechts, de Alpen die de grens met Zwitserland vormen, toch al gauw een afstand van ruim honderd kilometers en dat zie je alleen met helder droog weer, zoals vaak in de winter.

Als je jong bent, heb je veel dromen en nog niet veel herinneringen.

Ten zuiden van Turijn pikte ik mijn eerste adresje voor Nederland op waarna ik naar Milaan reed voor nog twee kleine afleveradresjes waarvan ééntje in de stad, in de buurt van de wijk Palmanova.

Een vreemd gevoel maakte zich van mij meester toen ik zo weer eens na lange tijd de stad in reed, toen ik daarna weer op weg ging richting Venetië. Hier werkte ik veel met vroegere collega's, toen reeds oude knarren en veel van hen zijn niet meer onder ons, anderen, de toen wat jongeren, komen hier niet of nauwelijks meer. Het werk, dat "wij" Nederlanders deden, is thans overgenomen door Hongaren, Bulgaren, Roemenen, Slowaken, Polen en andere voormalige oostblokkers en die zie ik hier duidelijk op de parkeerplaats: zestig procent uit het oosten, dertig hier uit Italië zelf (en daar rijden ook nog vaak Roemenen op) en dan nog een rest van tien procent.

Ik behoor nu tot een marginale minderheid. Herinneringen zijn eigenlijk een profetie van het verleden en dromen geschiedenis van de toekomst.

Wellicht moet men mij inmiddels ook tot de oude knarren rekenen. Ik denk dat het kantelpunt nu wel bereikt is, zeker hier in Italië.

Immers, dromen heb ik hier niet zo veel meer, maar wel een bijna oneindige hoeveelheid herinneringen, bij elke afslag, op elke weg, bij iedere knaagschuur.

Het lijkt wel alsof ik hier nog als enige over ben en allen hebben afgehaakt, hetzij door overlijden, hetzij door pensioen hetzij door andere oorzaken.

Ik zwalk wat rond buiten, roep plotseling hard, schreeuw bijna, de namen van al die bekende Italiëgangers van weleer, maar er is niemand die om kijkt, niemand die uit het struikgewas opduikt, t'is waar, ze zijn er echt niet meer en ik slenter verder. Ben ik nu een Mohanicaan?

Zolang de hoeveelheid dromen die je hebt meer zijn dan de herinneringen, dan mag je jezelf nog jong noemen, maar als je herinneringen meer worden dan je dromen, dan, ja, dan ben je oud geworden.

En omdat mijn herinneringen hier in Italië meer zijn dan mijn dromen, ben ik in Italië reeds een oud man.

Maar vooralsnog alléén hier in Italië.

Aldus schreef ome Willem.
---

Milaan.

Dwars door de stad, hier de Via Padova.
---

Italië.

Dorpje vlak voor Novarre.

---

Italië

Dorpje.

---

Kerkje.

Tussen Bassano en Citadella.
---

dinsdag 12 april 2011

Dinsdag, 12 april 2011 (N.C.).

Geen dag gaat voorbij of er gebeurt wel weer iets merkwaardigs en dat is wellicht de oorzaak dat ik het altijd maar spannend blijf vinden.

Het begon net te schemeren toen ik de haven verliet en op weg ging, eerst naar de grens met Oostenrijk en ik had een klein maar rustig grensje uitgezocht, net boven Lichtenstein, de overgang Oberried-Meiningen, zo rustig dat de douane er nog niet eens was.

Tijdens het wachten keek ik naar de overkant, naar de Vorarlbergse bergen, hoge, indrukwekkende reuzen die met hun toppen in grauwgrijze wolken scholen. De regen lag op de loer en niet zodra was in Oostenrijk binnengereden of de nattigheid viel uit de wolken op mijn DAFje neer. Bij Landeck sloeg ik rechts af, richting Rechenpass om alzo naar Bozen te rijden, maar ik was nog maar net die kant op of ik kreeg een laadadresje op even boven Brixen. Deswege keerde ik op mijn banden terug en reisde vervolgens vanaf Landeck richting Brenner.

De tol op de Oostenrijkse snelwegen is niet goedkoop, ongeveer 50 cent de kilometer en ook de Brennerpas kost een 50 euro extra. Al met al: het traject over de Rechen naar Bozen is 50 kilometer korter en al snel een 150 euro goedkoper dan het traject over de Brenner en de reden dat ik dit hier meedeel is, dat, toen ik aankwam bij het adres in Varna, men de bubs niet gereed had staan en dus was de omweg voor niets gemaakt. Zo zie je maar, er gaat geen dag voorbij!

Vervolgens reed ik maar verder, richting trento, de regen was opgehouden, en even onder Bolzano bracht ik, hoog in de bergen, nog een palletje weg en vanaf die plek had ik een wondermooi uitzicht over het immense dal dat zich tussen Bolzano en Verona bevindt, het dal van de Adige waar alles al ver gevorderd groen is, groen, en op veel plaatsen versierd met gele stippen.
In het dal zelf woei een sterke zuiderwind; er was weersverandering op komst. Wolkenpartijen zochten richting en elkaars gezelschap en ik reed bij Trento de Valsugana in, richting Bassano en nadat ik het prachtige stadje Cittadella zonder te zien was gepasseerd (zonder te zien, want voorheen reed je er vlak langs, maar tegenwoordig houd een saaie rondweg je op afstand) kwam ik rond vijven aan bij de laatste client voor vandaag. Een half uurtje later trok ik de handrem weer aan en was ook deze enerverende dag weer grotendeels ten einde.

En ook hier, in het dorpje Montebello, begon het later op de avond te waaien, een frisse strakke wind terwijl er verder naar het zuiden bliksemschichten te zien waren. Om een uur of negen viel de regen neer, soms met een stortend karakter. Ik ging naar mijn voertuig, pakte een boek en terwijl de regen op het dak kletterde, het natte nimmerweer met wind en onweer trachtte bij uit mijn concentratie te halen, las ik onverstoord verder en vergat wat er om mij heen gebeurde.

Totdat ik op de klok keek en zag dat het al over elven was. Nog snel even dit bericht en dan maar gauw snurken.

Ben benieuwd wat ik morgen weer ga meemaken.

Aldus schreef ome Willem.
---

Kleuren.

Een wijngaard, groen gras en gele bloemen.
---

De Brenta.

Stroomt door de Valsugana naar de Po-delta.
---

Kloster.

Een laadadres voor Klosterwein. De wijn was echter nog niet klaar.

---

maandag 11 april 2011

Romanshorn.

De kleine haven.

---

Romanshorn.

Parkje aan de haven.
---

De biljartballenmaatschappij.

Het verbaasde mij dat alles en iedereen er ontzet over was, maar je kon het toch zien aankomen?

Een mooie dag vandaag, met daarbij een al meerdere keren beschreven route van huis naar Romanshorn gereden, met drie kleine varianten want de eerste klant zat in Niedernhausen ten noorden van Frankfurt en omdat ik nog Zwitserland in wilde komen via Villingen-Schwenningen en Blumberg gegaan zodat ik nog op tijd in Bargen de douaneformaliteiten kon af laten handelen en vandaar langs Rijn en Bodensee weer naar Romanshorn.

Weer sta ik vlak langs de oever, net als enige weken geleden, en weer kijk ik uit over het meer en blik in gedachten de dag terug. Boven het meer is het heiig en ik zie aan de overkant de straatverlichting van Friedrichshaven twinkelen.

Onderweg stonden de prachtige voorjaarsgroene grasvelden er strak als een biljartlaken bij, sommigen enorm gevuld met gele paardenbloemen terwijl Magnolia's, fruitbomen en andere flora met hun bloezem en bloei mijn ogen zacht en met verrukking streelden, in tegenstelling tot het steeds weer repeterende en rappellerende nieuws dat voorbij kwam, dat Nederlandse nieuws waar iedereen zo verbijsterd over is.

De jeugd wil immers het "huis" uit om vrij te zijn, zelfstandig te worden.

Vrij! Vrij! Vrij!

Maar, zo zong reeds in de jaren zeventig van de vorige eeuw ene meneer De Groot: het werd een kale kamer voor veel te veel verhuurd.

Dat die overdreven verzelfstandiging je reinste kapitaalvernietiging is, ook woningnood en sociale isolatie in de hand werkt, daar moeten we het vooral niet over hebben.

Net als moleculen onder bepaalde omstandigheden hun hechtheid en samenhang verliezen en uit elkaar vallen, zo zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die de intermenselijke relatie onder het mom van vrijheid en democratie en nog wel meer sociopolitiek gerelateerde termen welhaast tot op de grond toe hebben afgebroken en zijn we terechtgekomen in een biljartballenmaatschappij.

Het begint zachtjes te waaien en op het houten gazonbankje sluit ik even de ogen terwijl er een rilling door mij heen gaat; ik krijg slaap. Als ik weer kijk zie ik op het meer de lichten van de laatste naderende veerboot voor vandaag en achter mij hoor ik de geluiden van een naderende trein. Het valt ook niet mee als je opgroeit en in een tijd van de meer en meer verontmenselijking van het menselijk bestaan, van de ontvolking van het volk dat massa geworden is.

In deze huidige biljartballenmaatschappij rollen we immers op en door elkaar heen, raken elkaar even aan en roepen elkaar "Hallo! Hoe is het?" " Goed? Oh ja, geweldig" toe en vervolgens rollen we weer eenzaam verder. "Waarheen?". "Niet vragen, rollen!"

Nee, ik vind het niet vreemd als er zich dan Alphense drama,s plaatsvinden. Daar kun je dan bijna op wachten.

Absurdistan!

Aldus schreef ome Willem.
---

Berlingen.

Aan de Bodensee.

---

zaterdag 9 april 2011

Team Onderweg scheert voorbij.




Meer opnamen van Team Onderweg zijn beschikbaar op Youtube.

Even uitrusten op de Rijndijk.



De doodstille weg tussen Basel en Strassbourg. Aan beide zijden een véél te drukke autobaan. Hier lekker stil en rustig. En dat moeten we maar zou houden, dus vertel het niet door.

Een indruk hoe het er aan toegaat in het Europarlement.



Voor nog een andere opname kun je op youtube terecht.

Een ritje door Andlau.


Boven op de Simplon is lijkt het nog midden in de winter.



En dit plaatje geeft de opslag in een opslagloods weer.


Een dergelijk plaatje zal niet erg veel voorkomen. De achterkant van het paleis op de Dam in de stijgers.



Hier de voorkant van het voormalig Binnengasthuis. Tijdens een razzia op de joden werden door het linker raam van de eerste verdieping door de Nazi's joodse zieken die slecht ter been waren zonder pardon uit het raam gegooid. Gesmeten eigenlijk en ooit vernam ik dat van een oogggetuige.




Team Onderweg, nu even niet in aktie. Links, met de blauwe kiel aan, Bertus de Vuurvreter.