Uiterst vroeg denderde ik weer voort, slechts een enkele witte sneeuwvlok spatte op de voorruit; wel veel nattigheid in vorm van regen; zwart-grijze lucht, achter de vrachtwagens enorme opzwiepende waterwolken; de gisteren nog even terloops gewassen oplegger werd ferm bezoedeld; zo passeerde ik Dortmund, Unna en Soest, nog in het donker zag ik links van mij de lichten van Kassel; toen begon het traag te dagen.
Nu wordt er heel wat afgeleuterd op deze aarde, in een drie jaar tijd wordt de mens, na zijn geboorte, het spreken geleerd, praten, na-praten, redeneren en discusieren, soms op onafgebroken wijze en het heeft er veel van weg dat de mens zijn hele verdere leven nodig heeft om dat spreken, wat hij in zijn kindertijd heeft geleerd, weer af te leren.
Een paar bolletjes bij de bakker in Witzenhaussen, de weg op naar Arendshaussen en even later doorkruiste ik het oude D.D.R., langs Mülhaussen en Bad Langensalza terwijl het naarstig begon te sneeuwen, sneeuw dat nauwelijk op de weg bleef liggen, maar de omliggende geploegde knollenlanden steeds witter kleurden.
Maar is zwijgen zo anders dan spreken? Of anders; waarin onderscheid zich het spreken van zwijgen; en dit overdenkende tijdens het doorklieven van de sneeuwjacht kwam ik tot de ontdekking dat er geen principieel verschil bestaat: zwijgen is spreken zonder woorden, zo u wilt, zonder geluid.
Thüringen, de oude Freistaat, eigenlijk pas vorm gekregen rond 1920 en ontstaan uit een aantal oude vorstendommen, en ik passeerde de hoofdstad Erfurth, vervolgde mijn weg tot nagenoeg het uiterste van deze Freistaat vanwaar ik die andere Freistaat in reed, Freistaat Bayern en net over de -oude- grens, ook lange tijd de D.D.R.-grens, kwam ik rond één uur aan in het allereerste dorpje over die grens; Töpen, waar ik een paar paletten lostte.
Afwisselend sneeuw en droog onderweg, zoals spreken en zwijgen elkaar afwisselen kunnen. Kúnnen, maar vaak overheerst het spreken, gekakel en het gekrakeel dermate dat het zwijgen totaal wordt ondergesneeuwd, zo erg, dat ze aan het oor onttrokken wordt. Een totale afwezigheid van 't zwijgen; en de leemte, die men niet met woorden weet te vullen, vult men met versterkt jammerende gitaarklanken, onafgebroken trommelgeros versterkt door mega- of microfoon; nagenoeg elke langsrijdende cabine, sedan of ander voertuig voert voortdurend, naast personen, onafgebroken klanken met zich mee; de klank van het zwijgen blijkt totaal afwezig. Ja, zelfs op fiets en motorfiets, de sportieve hardloper of wandelaar loopt met zwijgafwerende middelen in de oren rond.
Vanaf Töpen zocht ik de weg naar Selb weer op, de hele dag had ik de joeldoos nog niet aan gehad en op de grens met de Tsjechische Republiek begon het weer fors te sneeuwen. Tsjechië, waar ik niets laden of lossen moest, maar gewoon doorheen reed voor wat inkopen. Het maakte tenslotte niet zo veel uit; via de aan gene, in Duitsland lopende, snelweg, danwel via Cheb naar Waldsassen te rijden; onderweg deed ik een paar kleine inkopen voor collega's, daarna spoedde ik mij weer verder, het sneeuwen hield op en ik snorde het donker weer in; tot een vijftig kilometers voor Nürnberg, de eerste stad ooit uit de lucht door Leni Riefensthal werd gefilmd in de propagandafilm Triumph des Willens.
De mens, tot spreken in staat, dient zijn woorden te wegen, en woorden mogen niet meer zijn dan een omlijsting van het goud dat zwijgen wordt genoemd. In het gouden raamwerk van het zwijgen dienen woorden louter om die stilte te omlijnen, te tekenen, eventueel met een vleugje muziek; meer is niet nodig.
Al het overige is overstemming, geleuter en gezwam, waarmee alleen de rede, en dan ook alleen de rede wordt geëerd; redeneren.
Aldus schreef ome Willem.
---