Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 14 november 2019

De bogen

:


De brug, even na Saint-Flour






De boog


Terug in de Beaujolais....





In de kelder van La Pierre


Docteur in de kelder




Voor mij een gedenkwaardige plaats.  Hier at ik voor 't laatst met Marcel la Pierre....



Jura


 




Regen op de terugweg...




 

Een boog over de Centrale Hemweg......Zoals de boog van de brug....



Het onbegrip

De voorlaatste maand van het jaar 2019 is al nabij de helft; inmiddels werden de eerste flessen van de zojuist geoogste druiven gevuld en toen vond ik het een goed moment om, na vele schaakproblemen overwonnen te hebben, alsook erdoor te zijn gesneuveld, de geelbruine kleuren van de velden weer eens in ogenschouw te nemen.

Zo vertrokken we via Nevers naar het Centraal Massief terwijl we tevoren koffie dronken bij Jojo, op de grens tussen Frankrijk en België.

Ouderwetse gedachten doorstroomden mijn denken, ouderwets in die zin, dat ik al snorrend terugkeek naar een reeds meer dan een jaar vervolgen tijd.

Saint-Flour werd de plaats voor een eerste overnachting en nadat de Cornice de Chevennis werd overbergt bezochten we een eerste, formidabele, wijnboer op in het dorpje Souvignarges, een twintig kilometer vóór Nimes.

Nee, de zee, we waren vlak bij de zee, maar we bezochten haar niet, we hebben haar niet eens gezien, want weldra bevonden we ons bij de caves cooperatieve van Estauzarges, vlak bij Avignon en een caves die de gewoonte heeft de wijn vooraf nooit te filteren waardoor alle heilzame stoffen aanwezig blijven.

Côtes du Rhone, veelal Grenasch en na ook dit bezoek rondden we de dag af door in Montelimar weer eens wat overheerlijke nougat aan te schaffen. 

Ook die dag ging voorbij; de volgende dag volgde, jawel, we bezochten het etablissement waar de eerste wijn van 't jaar reeds geflest was; de Beaujolais Nouveau en we pakten er een koffer vol van mee.

Was dat alles?  Welnee, want Frankrijk is ook bekend om zijn fromage en dienaangaande richtten wij ons oostwaarts in de richting van Zwitserland waar zich de Doubs en het Juragebergte bevind.  nog in de avond hadden we de eerste stukken Conté en een heuse Franse Gruyere te pakken.  Laat op de avond kwamen we in Lure aan waar we vernachtten.

Zo dendert de tijd maar door; een oogwenk, en ik was weer terug, niet begrijpend waar de tijd gebleven is; ongrijpbaar is ze, en mij altijd weergaloos voor.

Terwijl ik in haar terugkijk, ja, zelfs kan zien waar ze gebleven is terwijl ze toch mij voorgaat.  eeuwigheid is makkelijker te begrijpen dan de tijd; ze leid tot onbegrip.

Aldus schreef ome Willem