Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 28 november 2012

De rookhoen

Vanuit het donker kwam ik vanmorgen het stadje Autun binnen, het zilverwit van de voornacht had plaatsgemaakt voor een zwarte koepel, de maan was reeds lang ondergedaan.

Autun werd gebouwd ten tijde van de Romeinse keizer Augustus halverwege de via Agrippa, een heirbaan van Marseille naar Calais en nog steeds kom je, vanwege het gebrek aan een "rondweg", dwars door het centrum, langs de la gare met zicht op de kathedraal San Lazare terwijl je voelt, zeker op gure herfstdagen, dat hier de geest van Brunhilde nog rondwaart, de geest van een vorstelijke dame die urenlang achter een paard werd voortgesleept onder gejoel van een grote menigte totdat een smadelijke dood volgde.

En nadat ik samen met het Dafje aan de oever van de Arnoux bij een boulanger rond achten het daglicht hadden afgewacht, reisde we de Morvan in, de streek van de eeuwige bronnen, diverse rivieren en stroompjes vinden hier hun oorsprong, een grimmig grijze lucht deed regenachtig van zich spreken, eindeloze langwerpige wolken van noord naar zuid, aan de einden geribbeld, sleepten zich traag voort over de immens groene vlakten, vaak geblokt met houtwallen en daartussen groot, vaalwit rundvee en uit diverse schoorstenen grijswalmende rook dat soms zeer houtriekend was en meteen door de wind werd omarmd.

Lang geleden betáálde men er voor, belasting op schoorstenen, hoe meer pijpjes op het dak, hoe meer cijns, in Nederland hoen genaamd, rookhoen en zo kon het voorkomen dat ter voorkoming van de hoen huizen zonder schoorsteen werden gebouwd.

Tussen Château-Chinon en Nevers sloegen wij, mijn Daf en ik, rechts af, en reden via Saint Saulge en andere fraaide dorpjes over indrukwekkend mooie, vaak kaarsrechte wegen door een glooiend woud waar bruinbladerige koningsvarens de bermen regeerden met daarachter enorme houtwallen, potentieel kachelhout, vermoed ik en na een uurtje kwamen we aan in Charite sur Loire waar zich in de buurt een volgend laadadresje bevond.

Natuurlijk, zelfs op urine werd door de Romeinen een tijd lang cijns geheven, verzamelde urine dat als bleekmiddel werd gebruikt, en, ach ja, er is waarlijk nauwelijks meer een zelfstandig naamwoord te bedenken of er is of was ooit wel een belasting voor verzonnen.

Nog had ik een adresje in de buurt, even voorbij het fameuze Sancerre, geboorteplaats van MacDonald, (Nee! Niet die van de broodjes!) de hertog van Tarent (Taranto) en Maréchal van Frankrijk en toen ik deze stad voorbij was reed ik tussen wijngaarden door, nog intensief goudgeel doordat Sauvignon pas laat haar blad laat vallen, op weg naar een klein boertje, ergens midden tussen de velden en toen ik bij het adres aan kwam, moest hij ook letterlijk uit de rode löss geroepen worden.

Rond de middag vertrok ik weer, nu op weg naar een, voor vandaag, laatste adres, meer naar het oosten weer, niet ver van Chatillion sur Seine, dus weer La Loire over, en wederom, onder de grimmige ogen van grote grauwe en grijze reuzenmassa's reed ik verder, Tourcy, Auxerre, alweer Auxerre, maar nu vanaf een andere kant, en daarna langs de fameuze wijngaarden van de Chablis waar opeens, heel even maar, de zon schichtig door de wolken brak en de bruinrode aarde met de kale druivenstruiken paradijselijk wist te verlichten.

Lang geleden werd ze afgeschaft, de rookhoen, net zoals de fietsbelasting, in 1942 op voorstel van de NSB, zo ongeveer de enige positieve verdienste van die partij; belastingen gaan, en andere komen weer. Inmiddels is de rookhoen weer terug.

Weer door de Morvan, of eigenlijk net ten noorden er van, doodstil was het, het Dafje, zo onderhand, met ruim een miljoen op zak, een soort leeftijdgenoot, genoot hoorbaar, ik zocht tussen de muziekdragers en vond het eerste pianoconcert van Ferenz (Frans) List, met klanken net zo onstuimig als het weer.

Kilometers stoof ik voort, het leek of niemand er meer zin in had en maar thuis gebleven was, zelfs de doortocht door Tonnere was sereen, de kersverlichting dit jaar schaarser dan ooit; bijna nergens meer rode klimmende kersmanpoppen aan de gevels, gelukkig maar, want ze waren mij tot ergernis.

Rond drie uur kwam ik aan in Massigny, even buiten Chatillion, en ik genoot weer, van de autonome en verheven wolken, de prachtige groene en bruine bergruggen in de streek, de glooiende akkers, en de kleuren, vooral de kleuren; nooit kleurde een herfst zo overweldigend en langdurig dan juist dit jaar.
En dan als dissonant van het verhaal de steeds verder oprukkende ouderwetse rookhoen, voertuigen met een bepaald percentage co2 betalen meer of minder hoen, al naar gelang de hoeveelheid, ook vrachtvoertuigen, zoals, onder meer, mijn oude trouwe Dafje dat inmiddels door zijn ouderdom in een steeds hogere categorie hoen valt. Oneerlijk, vind ik, want terwijl iedereen iedereen napraat over het o zo gevaarlijke co2, weet nagenoeg niemand hoeveel co2 er eigenlijk in de lucht zit!

Nog een stuk terug, door het grappige stadje Bar sur Aube, recht naar het noorden, tot aan Vitry, Vitry le François, aldaar bleven we staan, het Dafje en ik.

Het percentage co2 in de lucht is nauwelijks een half procent en een verhoging van dat percentage met 20 procent leidt er toe dat het percentage in de lucht van een half tot iets meer dan een half procent stijgt, dus eigenlijk van niets naar iets meer dan niets.

Flauwe kul dus allemaal, die rookhoen op mijn Dafje.

Aldus schreef ome Willem.

---

Opletten.

Zilverwitte lucht, achter het onafzienbare wolkendek is de stand van de maan duidelijk te zien en het vale licht ligt de omgeving mysterieus op, tussen spook- en sprookjesachtig, de parkeerplaats, op de weg van Aulnay naar Autun ligt vol met kleurige bladeren, links van mij een glooiing naar beneden, weide, maar ik zie geen vee.

Het overkwam mij vandaag, overviel me eigenlijk terwijl het mij slechts één keer eerder te beurt viel: vervelend, erg vervelend, eigen schuld, maar intussen toch nog opgelost.

Muisgrijs was de dag toch al, vanaf de stonde af dat ik vanuit het Marnedal vertrok richting Chaumont, ik bleef de echt oude weg volgen, glipte het stadje, wat verboden is voor transit-vrachtverkeer, door omdat ik een kleine onbekende route wist waardoor ik het verbod kon mijden en snorde door naar Langres, een prachtig vestingsstadje op een ferme heuvel, omringd door een eeuwenoude muur, tevens geboortestad van de grondlegger van de encyclopedie, Denis Diderot, het stadje waar ik ruim vijftig jaar geleden voor het eerst kwam, er zelfs overnachtte.

Zodra wij ergens gaan laden en lossen is het altijd zaak dat je goed bij de les blijft, niet alleen, dat de lading op juiste wijze wordt geladen, of dat de lading niet beschadig of incompleet is, dat natuurlijk ook, maar ook opletten of je niks vergeet, zoals een handtekening op de afleverbon, documenten van de geladen lading.

Op weg naar Dijon vernam ik dat een collega van mij op de nevengelegen snelweg reed en door middel van moderne communicatiemiddelen spraken we af, net na de afslag Til-Châtel, de plek waar de Nationaal, waar ik op snorde, de snelweg kruist en niet lang daarna reden we met z'n tweeën achter elkaar, maar de beoogde koffiestop bleek toe, dus trokken we verder, tot vlak voor Dijon waar er ook eentje was, maar toen ontwikkelde zich een probleem, een minutenprobleem waar de tegenwoordige vrachtrijder op stupide wijze mee wordt behebt.

Voor de niet ingewijden leg ik het wel even uit. De collega reed zoals de meesten rijden, digitaal, hetgeen wil zeggen: met een urenregistratieapparaat dat ellke beweging op de minuut vast legt, dus steeds maar weer opletten. Ongeveer anderhalve kilometer voor de koffiestop was zijn rijtijd van maximaal vier en een half uur per periode op en hij kon hem nog net op een parkeerplaats neerzetten. Verder rijden, die 1500 meter, was geen optie, want overschrijdingen van 2 minuten kan na controle een boete opleveren van tussen de honderd en tweeduizend euro, al naar gelang wie er controleert en waar: de willekeur daarin is domweg absurd!

Het gevolg was, dat we zijn voertuig daar lieten staan, hij bij mij in de cabine plaatsnam, wij samen naar de koffie reden en dat ik hem na afloop van de wettelijk 45 rustminuten weer naar zijn voertuig terug bracht. Wie dit bovenstaande eens goed analyseerd zal begrijpen welke idioterie er plaats vond; met welke "gekte" wij rekening mee moeten houden.

En naast dat alles steeds weer goed opletten: geen minuutje teveel, rekenen, rekenen en nog eens rekenen, maar ook, na het laden of lossen, goed blijven opletten, niets vergeten.

Nog steeds was het grijs, de collega was intussen vertrokken naar het diepe zuiden, ik had de klant van vorige week waar ik rond de middag aankwam en na een uurtje wachten haalden ze de spullen er met de heftruck uit en niet veel later reisde ik weer verder, ook naar het zuiden, maar niet zo ver als mijn collega.

Immers, ik was leeg en in de heuvels tussen de Bourgogne en de Beaujelais had ik mijn eerste laadadres alweer. Na een lange slingertocht in dalend daglicht kwam ik bij het adres aan en nadat de papieren werden getekend reed de heftruck de ene pallet naar de kar toe, ik deed de achterdeuren open en ik was verbluft: het was mij dan toch ook een keer overkomen.

Om de pallets die achterop in de oplegger worden neergezet van achter naar voren te verrijden -en bij het lossen in omgekeerde volgorde- heb ik altijd een zogenoemde pompwagen (of palletwagen) bij me, maar nu bleek dat ik juist dit attribuut was vergeten, had laten staan bij het laatste losadres: "effe" niet opgelet.

Zou het de leeftijd zijn? Ik weet het niet, maar nadat ik de pallet in de kar had staan restte mij niets anders dan terug te rijden naar het vorige adres, natuurlijk met nogal wat smoor in de aderen over de vervelende gevolgen van het even niet opletten, even iets vergeten, en terwijl ik hardop in mijzelf zat te foeteren stiefelde ik al slingerend de heuvels af, op weg naar mijn vergeten pompkar.

Een geluk bij een ongeluk, er bleken rond half negen nog werknemers aanwezig en eentje kende mij zodat ik niet lang daarna weer met de palletwagen verder reed, eerst mosterdstad Dijon, de stad waar Karel de Stoute en Jan zonder Vrees ooit regeerden, waar Jean Philippe Rameau en, jawel, Gustaaf Eifel werden geboren, door, dan de weg naar parijs op, en toen,even opletten voor de juiste uitrit, de weg op naar Autun.

Het was me het dagje wel weer, maar het zilverwitte maanlicht dat van boven op mij let maakt veel, zoniet alles, goed.

Aldus schreef ome Willem.
---

dinsdag 27 november 2012

Chamarandes-Choignes.

Bij Chaumont.

---

L(e)i(j)den.

Triestig druilweer om mij heen, hier, op de zanderige parkeerplaats net voorbij Saint Dizier; een enkele vrachtwagen snort zo nu en dan voorbij.
Gistermorgen eerst naar de stad die ooit zwaar leed onder een langdurige omsingeling door Spaanse troepen en die daardoor op gruwelijke wijze werd uitgehongerd, de stad die echter met ferme dapperheid stand hield en uiteindelijk, op drie oktober vijftien nog wat (34?) werd "ontzet", iets, dat ze er nog jaarlijks met haring en wittebrood vieren, de stad waar Jan Steen geboren werd en waar Gustaf Mahler met Sigmund Freud wandelde, de stad met Neerlands oudste universiteit; 't kan vreemd gaan, want juist in die stad, die zo enorm geleden heeft onder het Spaanse juk, bracht ik de lading die ik vanuit Spanje naar hier meenam.

Daarna terug naar Amsterdam, en toen geladen voor hetzelfde adres als vorige week, nu slechts alleen Saint Apolinaire, vlak bij Dijon, een eenvoudige opvracht dus deze week. Alleen het weer was anders, geen mist, maar bewolkt en zo nu en dan regen. Na een vroege zonsondergang waarbij de zon nog even van achter de wolken een roserozen aanblik gaf keek ik tegen het verlichte wolkendek aan, verlicht door het -te- vele aardse kunstlicht waardoor ik tegen velerlei schakeringen grijs aankeek; aan de horizonten kon je van zeer ver zien waar de wat grotere plaatsen lagen.


Na het donker koetelde ik nog wat verder, verder door het -nog- verenigde Europa met zijn diverse onbegrijpelijkheden, reedd Chalons en Vitry nog voorbij, en nogal laat stopte ik er mee.

Vanuit het dagelijks oplopende duister gluur ik, terwijl het oude jaar ten einde taant, door de kieren van de tijd naar het nieuwe, aanstaande, 2013 en zie, ik ontwaar apocalyptische trekken, een jaar waar crisisgolven nog harder tegen de Europese droom zullen beuken, het jaar waarin deze droom, die steeds meer trekken van een afschuwelijke nachtmerrie krijgt, wellicht zal worden verzwolgen, uiteen zal spatten en ten onder zal gaan aan hebzucht, respectloosheid en wellust, machtswellust waardoor ons land, arm, arm en vooral financieel uitgezogen, zal achterblijven, edoch eindelijk weer vrij, vrij!, en onverveerd.

Herrijzen zal, met nieuw elan, zoals een slordige 500 jaar geleden na langdurig lijden Leiden.

Aldus schreef ome Willem.
---

zaterdag 24 november 2012

Zicht op de late novemberweek

Vrijdag.

Bij de Routiers in Bosoncours. Een prachtige muurschildering van een eend.
Maar ook de andere zijn erg mooi.
De toiletten....
De oude baas
Eén van de weinige mooie snelwegen.
De brug van Eifel....
De lange afdaling bij Masiac
De weg Moulins-Nevers
Ná Charité sur Loire
Op naar Auxerre
De afdaling naar Irancy
Auxerre.

Van Charité sur Loire naar Clamency, ergens halverwege.

En ondertussen, laat in de middag, het largo van het derde van, wie anders, Beethoven. Let op het duistere licht.

Zicht op de late novemberweek

In één van de ruim honderd winkels te La Jonquera.

Zicht op de late novemberweek.

Over de Col de la Barbourade.

De omgeving is al zo boeiend en mooi, een weinig neertroostig met al die herfstkleuren. Maar hoe melancholiek wordt het indien de muziek gaat spelen, het Tripe;concert van Beethoven, eerste deel, opus 56.

Zicht op de late novemberweek.

DONDERDAG.

Op weg naar Perpignan.
Quillan
Let op de ouderwets stenen "vangrail".
De kloof naar Axat waar ik op moet passen voor de hoogte....
De Pyreneeën.

Zicht op de late novemberweek.

MAANDAG.

Mistig op de Veluwe

DINSDAG

Noord Frankrijk door.

WOENSDAG.

Reeds in het Zuiden, Beziers voorbij, zicht op Montady.
Dreigende wolken.
Twee soorten druiven, twee herfstkleuren.
Zó mooi kan het zijn.
Lavelanet