Een Bourgondisch tochtje dat begon, niet alleen erg vroeg, maar ook net even er buiten; voor vijf uur reeds begon men te lossen; voor half zes leeg, ondanks de losafspraak van tien uur en al vroeg snorde ik over de oude N-weg tussen Lyon en Macon, op zoek naar een boulangerie met koffie, tegenwoordig helemaal in aan het worden in la douche France en even vóór Belleville vond ik er één, een nieuwe.
Tijd had ik genoeg, te veel bijna, ondanks dat je van tijd natuurlijk nooit teveel kan hebben. Maar in Frankrijk zijn ze nooit erg vroeg en in Cercie, een klein dorpje buiten Belleville, midden tussen de prachtige, bedruifde heuvels van de Beaujelaisstreek, had ik mijn eerste laadklant en na een uurtje snorde ik er maar eens naar toe; zowaar; voor achten reeds aanwezig en de spullen klaar.
Niet lang daarna, na nog een voortreffelijke rit door het heuvellandschap, liet ik Macon, dus het zuidelijkste deel van de Bourgogne, de Beaujelais, achter me, en reed verder Bourgogne in, de streek waar ik mij de rest van de dag op zou houden.
Allereerst Beaune, en toen dat adresje in de kar zat, dwars door het franse land, langs de stad waar de gebroeders Buonaparte, Josef en Napoleon, op school hebben gezeten, Autun, gelegen aan de Auxon en de eeuwenoude Via Agrippa en verder, verder doolde ik door de Bourgogne, haalde twaalf paletten op in Decice en het was vanaf daar, dat ik via La Machine, Saint Saulge en Clamency langs Auxerre kwam, van oost naar zuidwest, en dan naar de noordzijde van Bourgogne, dat samen met Austrasië in ver vervlogen tijden één groot rijk vormde
Onderweg ontwaarde ik vele ontspruitingen; gele, vooral veel geel, paardebloemen, forsythia, de eerste voorzichtige koolzaadakkers, brem, maar ook rose en wit brak door terwijl verder goen loof nog nauwelijks tot niet te zien was.
Azuurblauwe lucht, verspreid hangende enorme wolken, zoals geschreven, als slagschepen voor anker, twaalf tot zestien graden, geheimzinnig landschap met kale bomen en struiken, daarentegen indrukwekkend groene akkers en weiden die van de winter niets te lijden kregen; een groot deel van de Bourgogne, zoals delen van de Morvan, kennen nauwelijks wijnbouw en heeft veeteelt en akkerbouw de overhand.
Na Auxerre nog iets meer naar 't noorden, tot vlak bij de grens met Austrasië, vlak voor het graf van Brunhilde, Sens, halverwege, te Saint Julien du Sault, had ik nog een laadopdracht, en wederom eens: met een foute straatnaam; het zal ook niet.
Het opgegeven adres bevond zich midden in het stadje, het werd steeds krapper en krapper; verbaasd blikkende bewoners schouwden mij aan, en natuurlijk de door mij bestuurde enorme wegreus die thans als een slagschip door te smalle grachten trachtte te varen. Bleek dat de firma reeds twintig jaar (!!) geleden verhuisd was naar elders, net buiten het stadje, en wel naar een prachtig groot industrieterrein. Het is dus mogelijk, het bestaat echt!! Dat iemand gegevens van nog voor het alom gecomputeriserende tijdperk zonder enig nadenken klakkeloos gedigitaliseerd heeft en ik vermoed, dat de fout er nog tot lengte van dagen, ja, tot voorbij de eindtijd alzo in het systeem van de opdrachtgever zal blijven bestaan. Tot hilariteit van de bewoners van Saint Julien, waarvan er ééntje zo vriendelijk was mij het stadje weer uit te loodsen, en tijdens dat loodsen mij vertelde dat het bijna dagelijks toneel was; grote trucks op zoek naar de firma die er niet meer is, althans, niet daar.
En laten we eerlijk zijn; zo maken we nog eens wat mee, ook hier in Bourgogne.
Aldus schreef ome Willem.
---