Alsof er een nieuw koninkrijk is aangebroken.
Plotseling, mensen verwarrende berichten; was het eerst de kooldioxide, thans paniek omtrent iets als stikstof.
Lucht: Tachtig procent stikstof, net geen 20 procent zuurstof, waar heeft men het eigenlijk over?
Natuur schijnt opeens de natuur te vervuilen. Raar.
Maar medicijnen dan? De medische macht heeft ons allen gedwongen te slikken.
Medicijnen, wat uiteindelijk terecht komt in het oppervlaktewater, de natuur. Moeilijk tot niet afbreekbare chemisch vervaardigde moleculen. Medicijnen verzieken de natuur.
Wie heeft het er over? Niemand?
Nee, nagenoeg niemand!.
Iedereen? Nee, net niet, maar wel bijna iedereen.
Pillen en prikken, liefst drie maal daags. Pillen en prikken, want er zou wel eens wat kunnen gebeuren.
En zo hebben ze ons in de greep, of trachten ze ons in de greep te krijgen, een wurggreep. Maar wie is die ze? Wie is dat toch?
Buiten een heerlijke miezerregen, Nu, een paar dagen na Yom Kippoer, een geheimzinnige windvlaag en mooie fraaigetekende overtrekkende wolken terwijl in het achterland de weilanden zuivergroen geregend zijn.
Ondanks het vredige groen is een onzichtbare spanning voelbaar; de mensheid lijkt te kraken. Een langzaam bovendrijvende onrust tracht zich over ons meester te maken. Meer nog. Het is die ze. Die Nieuwe ze!
Het is de koning! De nieuwe koning van het aangebroken nieuwe koninkrijk.
Het is de koning van de angst!
Aldus schreef ome Willem