Onafgebroken, jaar in, jaar uit en nimmer overgeslagen en duizenden jaren inmiddels; altijd met volle maan en in 't voorjaar; dan komt de dag waar het Oude Volk terugblikt naar de dag dat het bevrijd werd door een Onzichtbare Hand en een Sterke Arm uit het land Egypte, bevrijd werd door te vluchten, bevrijd werd door land van de schaduwen te verlaten en op weg te gaan en terug te gaan naar 't land van hun voorouders.
Op weg, ook ik, Besançon voorbij, verder, langs Bourg en Bresse en via Pont d' Ain al slingerend naar Belley waar het adres was voor de goederen die ik uit Kons, nabij Trier, had opgehaald. De lucht gaf een wispelturig beeld; zonnig, regelmatig onderbroken door wolken die de weg kwijt leken te zijn, zo nu en dan een spatje regen; fris was 't overigens wel en, hoewel overdadige voorjaarskleuren toch nog steeds kale, grauwkleurige bergen dat zich echter de komende weken snel zal wijzigen.
Merkwaardig inzicht: doorgaans is of voelt een volk zich bevrijd indien de vijand, de onderdrukker, verslagen is, verjaagd wordt en vlucht, maar in de Joodse traditie is 't net andersom; zij verlaten het land waar ze een lange tijd werden uitgebuit en waar de toenmalige Egyptische vorst, Farao, ze van de aardbodem heeft trachten weg te vagen.
Vanuit Belley terug op Pont d' Ain. Slechts enkele wegen zijn vanaf Belley geschikt voor vrachtverkeer, het stadje dat zich omringt weet door middelhoge bergen. Opzij van Pont d' Ain, langs de oude weg naar Italië, een klein dorpje, boven op de top van een berg waar zich twee wegen naartoe slingeren; Mèrignat. Smal, met talloze bochten. Leuk, aardig en spannend en onderweg nog een ander dorpje met een scherpe bocht: aan weerkanten millimeterwerk, maar zonder kleurscheuren bereikte ik de top; natuurlijk was het één en ander niet gereed dus kon ik een poosje volop genieten van de omgeving; van 't dorpje waar de tijd stil stond, deels stil stond, want een enkel model nieuw voertuig wees op het voortschrijden ervan.
Het zou niet de laatste keer zijn; steeds, de eeuwen door, heeft men ze trachten om te brengen, maar bij herhaling heeft men zich er aan vertild: grote wereldmachten, uit de antieke oudheid en de recente geschiedenis; en steeds weer een vergelijkbaar beeld; na een toestand van een steeds dreigender ondergang volgt steevast bevrijding; bevrijding door terugkeer, omkeer.
Terug, de berg af, en daarna dwars door de Bresse, door golvende landschap met vele meren, de streek tussen Saône en Rhône; achter mij de Alpen, vóór mij de voorname bergrug van de Beaujelais en via wat pittoreske dorpjes snorde ik bij Belleville de voornoemde Saône over; daarna meteen naar boven, al slingerd, door Vilé Morgon, naar de Col de Truges, en verder, op zoek naar 't dorpje Vauxrenard.
Zoals uitgebeeld in de Herakliden, Hippolytos, de Smekende Vrouwen, Elektra, Iphigeneia in Tauris van Euripides en in het boek Iob; na een tijd vol angst, neergang, verdrukking en verloedering de plotselinge omwenteling, een kanteling in de tijd, een omkeer, terugkeer, met heel wat voeten in de aarde; de tragedie van de werkelijkheid; na Auschwitz verliet het Oude Volk Europa zoals een kleine honderd jaar eerder door Nietszche in zijn Morgenrötte was voorspeld; "...Zoals ze ooit Egypteland verlieten....".
Reeds liep de dag ten einde en ik zocht een rustplek op, de drukte mijdend. In een dorpje waar ik het voertuig had stilgezet vond ik een voortreffelijke knaagschuur; bestierd door een oudere kerel met halflang haar, een rimpelhippy, maar waar het goed toeven was; vooral vanwege de uitstekend geschonken wijn.
Vanaf de jaartelling gaan we de derde van de achtste tetrade tegemoet; vier april, de derde bloedmaan op rij. Reeds zeven keer eerder in de afgelopen tweeduizend jaar in twee achtereenvolgende jaren vier maansverduisteringen op vier Joodse feestdagen; dit jaar echter volgt Jupiter haar spoor; aberglaube of niet: een fascinerend schouwspel. Uittocht, doortocht, wijn en terugkeer; alweer bijna zeventig jaar lang teruggekeerd, tegen beter weten, tegen alle verwachting in.
Rond negenen verlaat ik het etablissement; reken eerst af met de Spaanse echtgenote van de uitbater en als ik de deur uitga zie ik de rimpelhippy buiten met een peuk in de linker mondhoek.
Aldus schreef ome Willem.