Waarom, waarom is er eigenlijk iets? Er had toch net zogoed niets kunnen zijn? Jawel; het is onzinnig te beweren dat er niets is, maar toch: het ligt voor de hand dat er veeleer niets zou zijn dan iets; en toch ben ik er, is er omgeving om mij heen, zij het, in mijn geval, een voortdurend wisselende omgeving; ook deze week weer
Gisteren, toen wederom de eindeloos schijnende alsfaltrol weer voor de grill lag uitgerold en ik vroeg in de morgen naar Zwolle vertrok om aldaar een bedrijf van goederen te voorzien, goederen waar natuurlijk weer eens niemand iets vanaf wist; maar goed: bereidwillig nam men ze toch maar in ontvangst.
Drie A's, Apeldoorn, Almere en Amsterdam volgden op de voet, al is volgen op de band vermoedelijk beter uitgedrukt en na diverse handelingen rolde ik verder, hoewel: rond vijf uur uit Amsterdam vertrekken zorgt voor minder rolbeweging, zorgt voor enig file-rijden; nochtans reed ik nog een eind België in, tot voorbij Gent, vond een rustplek nabij Jabbeke met zicht in de verte op de klok van de Blasiustoren, genoemd naar Blasius van Sebaste.
De lange, achter mij liggende en thans weer voor mij uitgestrekte alsfaltrol lijkt oneindig, maar, indien oneindig, kan zij zich dan voor en achter mij uitgerold liggen? Indien ze vanuit een oneindigheid werd uitgerold; hoe is 't dan mogelijk dat ik er vannacht op lag te slapen, dat ze zich voor mij uitstrekt. Kennelijk komt ze ergens vandaan, noodzakelijke ergens vandaan wil ze de afstand tot mij en tot voorbij mij hebben bereikt waardoor de uitgerolde rol, omdat er kennelijk iets is in plaats van totaal niets, noodzakelijk een begin heeft gekend.
Welaan: omdat er dus iets is, en meer dan dat, de omgeving om ons, wijzelf, de anderen, moet zelfs het eerste iets altijd een begin hebben gekend; een Begin van alle dingen en gedachten; ook die van Blasius, u en mij.
Aldus schreef ome Willem.
Verzonden door ome Willem