Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 4 november 2014

Het kantelpunt.

Heerlijk was het, en vooral geen straf om verder te gaan, afgelopen vrijdag, met om mij heen de mooiste herfstkleuren; eerst, langs de Sûre, met nog wat nevel, en hoe schoon was het onderweg, slingerend van Vielsalm over Trois Ponts naar Stavelot waar 't zonnelicht zorgde voor de fascinerendste schilderingen.

En inmiddels schreed de tijd voort, belandden wij allen, of we wilden of niet, van oktober in november, en zette ik mijn dolend bestaan voort. Reeds vertrok ik weer terwijl een zich steeds meer aantrekkende bries wellicht voor een kantelpunt zorgt; er moet toch een moment zijn, maar ik kan mij niet herinneren dat iemand daar ooit onderzoek maar deed.

In de middag en avond volgde ik voor een deel de route van de latere treinen die uit Westerbork vertrokken: reed men eerst via Nieuweschans het land uit; onlangs las ik dat latere treinen, althans dié treinen die als eindbestemming Theresiënstadt hadden, een andere route volgden; één van de weinige overlevenden had het station Oldenzaal herkend, en later station Hameln waar de schaamteloos volgepropte wagons zeventig jaar geleden enkele avonduren stilstonden langgs het perron om daarna door het zo prachtigmooie sprookjesachtige Weserland verder te gaan, zoals ik ook deed, zij het in gunstiger omstandigheden. In de avond rond zevenen snorde ik door 't stadje, en enkele keren onder de nauwelijks vier meter hoge spoorviaducten door waar ten minste één ervan het spoor moest zijn waarover de trein verder gereden was; boven mij een opgezwiept wolkendek en een vale, melkwitte maan omgeven door 'n novembernevel, luguber en spookachtig, en met mij de herinnering, aan toen, toen ik er zelf niet was, en aan latere tijden; vanaf eind jaren zeventig en de jaren daarna; hoe vaak al slingerde ik door dit landschap!

Tussen toen en nu vielen zeventig keer de bladeren, slechts zeventig keer; veel bomen staan er, en ook de heuvels, als getuigen; in de avond trok de wind stevig aan, rukte meer en meer loof van de bomen: er is een moment dat een boom de helft van 't aanwezige blad kwijt is; dat van alle bomen de helft plus één het blad verloren; een enkele fractie van een seconde en misschien.

De dag eindigde in Elze, een klein stadje even voor Hildesheim en reeds ten tijde van Karel de Grote bestond, hetzelfde stadje waar ik straks mijn eerste goederen los; Elze an der Saale, een riviertje dat via de Leine de Weser instroomt.

Misschien was 't vandaag wel; het moment dat er meer blad de aarde toedekt dan dat er vast zit aan de bomen. Misschien is 't vandaag wel. Of gisteren; dat kantelpunt.

Aldus schreef ome Willem.

---