Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 5 juli 2014

De terugblik.

Terug over de enorme vlakte en ik begreep dat hetgeen een ander doorgaans één, hooguit twee keer in zijn leven meemaakt, iemand met een ánder beroep het slechts zelden zag, en dan ook nog meestal in hoogzomer, het mij gegeven is geweest dit jaren achtereen en in elk jaargetijde te mogen aanschouwen: het langzaam maar zeker verdwijnen van de bergrug in mijn spiegels, het steeds waziger worden van de Apenijnen, terwijl vóór mij de Alpen zich steeds scherper en kleurrijker opdoemen terwijl ik de vanuit Piëmonte komende rivier passeerde, links en rechts vooral graan, mais en zonnebloemen en ik in gedachten reeds verder kon zweven, over en oneindige wijngaarden die voor en tegen de opdoemende bergen aan liggen en bezoek ik in een fractie van een ogenblik al die dorpjes, adresjes en plekjes die mij te binnen schieten en waar ik verbleef; om te laden, te lossen, doorheen te rijden of overnachtte, at en dronk.

Ongelofelijk hoe een mens kan denken, herinneren, overal tegelijk kan zijn terwijl hij toch steeds maar op één plek aanwezig is, al kan die plek voordurend wisselen, zoals ook donderdag, toen ik via Padova via Cittedella naar Bassano d' Grappa reed, dwars door het schitterende berggebied, een groot deel door het dal van de Brenta: de Valsugana; niet alleen door het dal, ook dwars door mijn herinnering heen, hoe het was, hoe ook hier zich van alles gewijzigd had: gedachten kunnen niet alleen verder, vooruit, of juist achterruit, teruggaan, verder en terug in het hier en nu, maar ook terug in de tijd, naar het toen, ja, teruggaan in diverse tijden, al leert de ervaring dat er vertekeningen plaatsvinden, het anders was dan in gedachten werd opgeslagen en in het verstrijken der jaren wat veranderd, vervormd.
Na Trento sukkelde ik verder over de oude weg; de snelweg is immers vreselijk. Niet alleen erg druk, maar ook naar om te rijden vanwege het inhaalverbod voor vrachtverkeer tussen Modena en de Brenner en op de "strada statale" reed -en rijdt- doorgaans weinig verkeer terwijl de aanblik over de omgeving zich veel voortreffelijker aandient, te vergelijken met het verschil tussen een smakelijke Italiaanse maaltijd of een burger afkomstig uit zo'n keten die zich tekent met een grote krulletter M.

Bolzano, Bozen, hoofdstad van Süd-Tirol, daarna een stukje snelweg waar ik vergat er in "nord" af te gaan en kronkelde mee met het langgerekte lint aan vrachtverkeer, afkomstig, voornamelijk, uit voormalige "oost"-bloklanden en Baltische staten en weer gaan ze op de loop; naar gedachten aan de tijd dat het lint werd gevormd door een grote hoeveelheid gele kentekens, landgenoten, die echter de laatste jaren bij bosjes aan de kant geschoven werden en zich als lotgenoten melden moesten bij het U.V.W. "Hollands Goud", te grabbel gegooid en weggevlagt.

Tot voorbij Landeck, zover kwam ik de dag, de dag waarin ik even, in gedachten, naar terugkeer. Maar hoe, en hoever kun je vooruit, in gedachten verdergaan? Des anderen daags, gisteren dus, snorde ik verder en al vooruitdenkend wist ik dat ik het thuisfront niet kon halen, een paar uur "rij"-tijd tekort kwam, dat wetgeving mij belette thuis te komen, naar huis te gaan: zover kun je in gedachten voorwaarts, ja, vermeng je gedachten met een toen, toen er over een twee uur extra op vrijdag niet moeilijk werd gedaan en je met wat improvisatie gewoon thuis kon komen, ja, dat ook iedereen er begrip voor had dat je twee, drie uur voor huis op vrijdagmiddag om 16.00 uur niet bleef "staan", maar tegenwoordig worden we geleefd, geleefd door de wet en de huidige, jongere generatie van beroepschauffeurs is het normaal gaan vinden dat ze door de wet geleefd, bekoeieneerd, worden, dat "men" als slaaf leeft onder de rij- en rusttijdenwet.

Vanuit Trier, waar ik kwam om via Bregenz, Singen, Rottweil, Offenburg, Haguenau, Bitche en Zweibrücken te reizen, verkoos ik af te zakken naar Echternach zodat ik in Wemperhard overnachten kon en 's-avonds laat keerde ik in gedachten terug in tijden van weleer; toen "wetten" er waren als leefregel, toch meer als "weisung" werden geïnterpreteerd, als omlijning werden getekend terwijl individuele vrijheid was gewaarborgd, toen de burger vrij, "vrij" was en heb het allemaal meegemaakt; ervaren vooral, het steeds strakker aangetrokken, klemmender en beklemmender keurslijf; de burger klem tussen wet- en regelgeving. Beangstigend, zeker nu iedereen op- en overal meeloeren kan, wij door een oerwoud van flitspalen rijden en met slalom langs controles snorren; alles wordt geregistreerd, opgetekend en men kan van afstand van alles reeds weten. Niet ver zijn we er vanaf, of zelfs onze gedachten zijn niet meer veilig voor de wet!
Dan wordt ook een foute terugblik zwaar bestraft.

Aldus schreef ome Willem.



---