Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 9 januari 2014

De diagonaal.

Een merkwaardige sfeer; winter, natuurlijk; kale bomen, vaalgrijze bomen tussen diepgroene, voorjaars aandoende akkerlanden, hier en daar zelfs een veels te vroege bloei; geel, rose en wit en de buitenlucht is mild, blijft mild, zelf onder een open, nachtelijke hemel.

Zes uur was de afspraak, en kwart voor zes reed ik door het open hek naarbinnen; "Dok 4" mompelde een nog slaperige medewerker en ik zette de truck voor dat dok waarna, in tegenstelling tot de franse gewoonte, meteen begonnen werd met laden zodat ik net na zessen weer vertrok voor een aangename reis diagonaal door het noorden, van zuidwest naar, globaal, noordoost, het eerste uur nog door het morgenduister; van Flers naar het stadje waar in de eerste week van 1944 50.000 Duitse soldaten stierven, gesneuveld in een hevige strijd, Falaise dus en vandaar via Vendeuvre naar Crèvecœur en Auge alwaar ik op de weg Caen-Parijs belandde en bij een pittoresk uitziend wit routiertje even halt hield; om het morgenlicht af te wachten onder het genot van twee petit kopjes koffie.

Langs Lisieux met zijn voorname, karakteristieke kathedraal, op Lourdes na het tweede bedevaartsoort van Frankrijk, en bij Le Neubourg links af op Louviers aan en vandaar over een landtong met links en rechts de Seine, de D 135, dan de brug over naar Les Andelys en via Gournay en Bray naar Marseille, vanuit het wijdse Normandië dwars door het Idyllische Picardië, een route waar de CX nog niet doorkwam, althans niet op deze wijze; ze keek zowaar al wiepelend de koplampen uit en de onzinnige ANWB-informatie dat Noord-Frankrijk doods en saai is, blijkt totale nonsens.

Alweer een Crèvecœur, nu een Crèvecœur le Grand, Breteuil, over de D 930, Montdidier, Roye, Neslé en Ham, hier en daar een half uurtje pauze, genietend van het immense franse landschap, licht bevolkt, licht bewolkt, soms doorbrekende zon en de sfeer; de geheimzinnige sfeer, de vele graftuinen.

Die 50.000 waren niets, niets vergeleken bij het veelvoud wat sneuvelde tijdens een eerdere oorlog, dié oorlog die, dit jaar, een eeuw geleden zijn aanvang nam, langs het stroomgebied van, vooral, de Somme; het maakt de streek mysterieuzer dan ze al is. Over de golvende vlakte zoemt een stil geluid van onuitwisbaar leed, niet alleen honderd jaar terug, maar ook eeuwen daarvoor werd er regelmatig "huis" gehou(w)(d)en; in Sint-Kwinters (het Nederlands voor Saint Quintin), halfweg Brussel-Parijs, staat een monument voor de drie laatste oorlogen, die uit 1500, 1870 en Le Grand Guerre, '14-'18. W.W. twee wordt niet eens meegeteld.

In de middag snorde ik verder, de oude N 29, thans de D 1029, af, langs Guise, een stadje waar zich ooit wellicht de eerste sociale woningbouw ontwikkelde; onder leiding van enkele utopisten werd er een fabriek gestart waar gietijzeren kachels en fornuizen werden gemaakt terwijl voor de arbeiders voor die tijd luxe woningen beschikbaar werden gesteld en het idee werd inspiratiebron voor de Tsjechische Thomas Batà die in het Moravische Zlin het voorbeeld begon over te nemen.

Een kleine, smalle slingerweg d 960 bracht mij tot Vervins, waarna ik de oude draad weer oppakte; Hirson, de grens over, Chimay en, ditmaal, via Couvin naar Charleroi waar ik "mijn" parkeerplek opzocht, een plekje dat eigenlijk niemand kent; ditmaal deelde ik het geheim met de CX die nog bezig was de vele voor haar nieuwe beelden van de mooie reis te verwerken.

Aldus schreef ome Willem.
---