Vanmorgen, op weg hierheen, reed ik nog in duister, de rijn over, langs geheimzinnige maisvelden, links af langs de oever, doodstil, tot ik de (oude) weg tegenkwam die naar Mulhouse gaat en vandaar richting Bazel en in Hunninge, precies in het Franse deel van het drielandenpunt, achtduizend kilo achtergelaten en toen Zwitserland in, via Bern en Vervey naar Martigny en toen ik bij Vervey langs het Lac Leman reed wilde ik even naar de overkant, naar Evian, gaan zwaaien, maar ik realiseerde me toen dat mijn wederhelft noch ik aldaar niet meer zijn. Na Martigny richting Italië, onderweg een broodje zwitserse kaas en een doosje heerlijke aardbeien gekocht en ditmaal niet, zoals met de eend een paar weken terug, over de pas, maar door de tunnel: immers de pas is verboden voor grote voertuigen. Daarna volgde nog Aosta, Vercelli en vandaar over een mooie weg dewelke voert door enorme rijstvelden en broodgaarden door naar Asti en vanaf Asti door een puike omgeving met schitterende bebouwing en scherend door onafzienbare wijngaarden naar deze parkeerplek. Jammer alleen van de geur, de geur van bestrijdingsmiddelen die je waarneemt als je door dit gebied komt en dat houdt gelijk in dat, wil je hier een goede wijn halen, je enorm goed moet zoeken, naar een boer die die rommel niet of nauwelijks gebruikt, maar dat is tegenwoordig eigenlijk overal: goede wijn moet je zoeken als een speld in een hooiberg. Er is hier vlakbij een dorpje, Mango, waar ik ooit iets goeds proefde, maar die was meteen ook flink aan de prijs.
Kom, ik ga maar weer eens naar binnen en een glas prikwater te halen. Die 30 cent kan er, zelfs met de crisis, nog wel vanaf.
Aldus schreef ome Willem.
---