Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 8 januari 2016

Schaduwloos

Terug. Over een route die ik lange tijd niet reed; maar eerst nog wat laden, eerst nabij Mas Tibert in de Camargue, het moerasgebied in de delta van de Rhône en waar ook een klein paardenras van gelijke naam rondgalopeert dat Rolls Royce heeft geïnspireerd om er een model naar te noemen; de Rolls Royce Camargue waar er in tien jaar tijd een dikke 500 van zijn gemaakt.

Ook het gebied waar rond 1850 de eerste wijngaarden werden aangelegd die, na later bleek, ongevoelig waren voor de druifluis die begin 1900 alle wijngaarden in overig Frankrijk en daarbuiten had verwoest, vermoedelijk omdat ze er op zandgrond staan en het adres waar ik in de vroege morgen mijn lading ontving heeft nog een paar hectaren met druiven van vóór de vernietigende epidemie.

Arles, Beaucaire en Remoulins lagen op de terugweg, gevolgt door Montelimar; een kleine huivering; terug gingen mijn herinneringen, ruim een halve eeuw terug. Wat zijn herinneringen toch ongrijpbaar, merkwaardig en onverklaarbaar. Oh, ja, ook hier kan de wetenschap er wat van; al het "hogere" verklaren vanuit het "lagere", maar daar komt men niet mee weg. Zonder de ogen te sluiten stond ik in de winkel; tegelijkertijd zat ik in het voertuig, een blauwe mercedes, ik meen een 220 S uit 1962, tussen mijn zusje en nichtje die beide ongeveer even oud waren. Mijn zusje, die een stuk ouder was en daarom zonder je geschreven zou moeten worden, kon het product en hoe, weet ik niet, maar ze wist zelfs dat het van origine in Montelimar werd gemaakt.

Terwijl ik in de winkel wat producten uitzoek zie ik nog meer; we stoppen met de sjees in 't centrum van 't stadje, het stadje waar je destijds dwars door moest, want rond- en snelwegen kon met toen nog niet. Enkele vegen bleven achter; ik herinner me nog het donkerrode met herfstgele kleurige jurkje; het meisjeshoofd, altijd uitgerust met twee dikke vlechten. Rond de veertien was ze toen, toen ze met een glunderende blik één van de vele nougatwinkeltjes binnenhuppelde die zich aan de doorgaande weg hadden genesteld. Blij was ze met de kleine jaarvoorraad snoepgoed en ik zie; zie de opgewekte verkoper van toen terwijl ik nu in de winkel nog wat uitzoek.

Toen, ach toen. Toen vond ik het maar vies; een vreemd product; droog, en dat zo hard was dat het zeer deed aan je tanden en ik snapte niet wat ze er aan vond. Toen. Ik werd aan de linkerkant op de achterbank geplaatst en samen met mijn nichtje begon ze de eerste zak leeg te kanen; de overige voorraad was voor de zekerheid achter in de kofferbak opgeborgen.

En terwijl ik verder wat inkopen doe, springen de herinneringen over de jaren, ja, over de decennia heen. De keren dat ik 't spul van hier, dat ikzelf inmiddels had leren waarderen, voor haar meebracht. Herinner de latere tweestrijd tussen de nouguat en lijnen; wel lekker, maar doe toch maar niet te veel. Bij de kassa reken ik af en loop met een tas vol naar 't voertuig; draai mijn hoofd rond; even flitst de begrafenis voorbij, nog zo kort geleden; drie, vier herinneringen lopen dwars door elkaar heen en zij, zij is hier niet meer.

Nog namijmerend rol ik verder; ga rond twee uur langs bij "ome Leo", de gepensioneerde baas van de compagnie waar ik het voertuig van bestuur; ome Leo in Franceville en nuttig daar een vorstelijke, door zijn echtgenote samengestelde kaasmaaltijd terwijl ook daar wat oude anekdoten worden uitgewisseld; we blijken dezelfde gedachten te hebben ontwikkeld en na de kaas rol ik wederom verder; haal wat lekkers op in Cercie en net even boven Maçon, te Vire, nogmaals een paletje met goederen voor Nederland. Dan volg ik de route die ik alwat vergeten was; van Chalon sur Saône naar Dôle, een route dat sinds een jaar of tien met een bord begint "transit interdit" voor vrachtverkeer, maar waar ik even maling aan had omdat zich even verder een aangename rustplaats bevind. Net voor Dôle en een parkeerplaats vol grote wegreuzen; allemaal Fransen. Wederom ook een plek vol herinneringen; aangename herinneringen aan lange zomeravonden op het terras, aan koude winters, knus, bij de binnen brandende grote houtkachel; aan toen er binnen nog volop werd gepaft; het blaauw stond van de galloise- en gitanerook. Herinneringen, wetenschappelijk onverklaarbare herinneringen, de wetenschap weet niets, herinnert zich niets!

Herinneringen zijn feiten waaruit de tijd verdween; herinneringen blijken eeuwig te zijn; kortom: schaduwloos en vol van licht en onverstaanbaar voor de dove wetenschap.

Aldus schreef ome Willem.


.