Welnu, aan die Amsterdamse straat liggen sinds mijn heugenis de markthallen; in 1935 in het leven geroepen door de vooroorlogse wethouder De Miranda, Salomo, roepnaam Monne, de Miranda, uit een voornaam sefardisch Zuid-Europees geslacht. Monno zorgde er zo voor dat levensmiddelen voor de stad Amsterdam op een centrale plaats werden verhandeld en het destijds verrezen gebouw is sinds kort als monument bestempeld.
Donderdag doolde ik er even rond; binnen was het, wegens asbestverwijdering, gesloten; maar het maakte herinneringen in mij los: meer dan veertig jaar terug deed ik hier mijn eerste werkervaring op; het zal rond 1970 geweest zijn. Binnen stond ooit, in een houten keet, het Praathuis van ome Willem, buiten, schuin op de hoek de haringstal van Bommels die er nog steeds blijkt te zijn, maar is uitgegroeid tot een aardig restaurantje; ik haalde er een broodje en de eigenaar bleek "de zoon van" te zijn: nog steeds wordt er de beste haring aangeboden en gegeten.
Monne was dezelfde die, ook rond 1935, misschien iets eerder, de initiatiefnemer was tot de bouw van het Amstelparkbad; Monne de Miranda, het zwembad dat later, nadat hij tien dagen na aankomst in het beruchte kamp Amersfoort in oktober 1942 na ernstige mishandeling werd vermoord, zijn naam zou gaan dragen; De Mirandabad; sinds 1947.
Opeens ontwaak ik uit mijn mijmeringen; de markthallen, waar ik vaak langsliep, langsfietste toen ik een poosje in de Karel Doormanstraat op school zat. De school is inmiddels gesloopt en is niet meer; de "Hal van De Miranda" lijkt te zullen blijven.
En Jan van Galen? Zijn gedachtenis zal ook nog wel een tijdlang met de straat verweven blijven. Vermoed ik zo.
Aldus schreef ome Willem.
.