Vroeg in de morgen; hier, ver weg vandaan, nabij Ieper en Langemark, exact honderd jaar geleden. Britse, Franse en Belgische soldaten grijpen zichzelf bij de keel, krijgen pijn in de ogen; niemand begrijpt wat er aan de hand is. Alleen dat vanaf Duitse zijde granaten worden afgevuurd die echter niet ontploffen, maar een sissend geluid voortbrengen en omdat de wind "goed" stond, werd de eerste gasaanval een feit. Die dag stierven, stikten duizenden jonge kerels in de loopgraven nadat het smerige gas eerst venijnige blaren op, vooral, 't gezicht getrokken had.
Gistermorgen nog kwam ik er langs; oorlogsgraven, witte en zwarte kruisen. Fransen, Duitsers en anderen, dood begraven naast elkaar. Reeds honderd jaren rustend. En daarnaast de kleuren, vooral geel; het leven is inmiddels voort gegaan.
Al rollend kwam ik door de Ardennen, Bourgogne en de Beaujolais, landde tot slot in een enorme, vooral, logistieke omgeving ten zuid-oosten van Lyon waar ik vanmorgen de kar leeg liet maken en reeds een weinig terugkeerde; Villefrance, koffie met een croissant en tracht te genieten van de Franse sfeer.
Ontegenzeggelijk; alles raast door en niemand, bijna niemand staat er nog bij stil. Ver weg, achter de Bospurus, begon, ook een eeuw geleden, datgene wat de Turken doorgaans met klem ontkennen: de Armeense genocide.
Reeds is de zon geklommen; herinner me gisteravond nog de prachtige maanschil met venus in haar kielzog en dan hoor ik vanmorgen het nieuws. Dat de president van Jemen de Saoudi's bedankt voor een maand lang bommen gooien op zijn land en ik stelde mijzelf de vraag welke waarde dit soort van berichtgeving heeft; in welk een steeds doller wordende wereld ik leef: rijke lui die veel geld betalen en daarna hun leven op 't spel zetten door in en op gammele bootjes te kruipen en dan de Middellandse Zee over proberen te steken. Rijke lui, want armen hebben immers de poen niet gewetenloze mensensmokkelaars veel geld te betalen.
De laatste trucks vertrekken en ik blijf alleen achter. De zon, aangenaam, 't belooft een mooie dag te worden en de druiven vertonen de eerste, prille blaadjes; de juffrouw achter de toog doet luidruchtig de afwas van kleine kopjes. Zelf staar ik uit 't venster over het gele koolzaad met daarachter het bergland; over enkele minuten vertrek ik.
Reeds verdronken dit jaar duizenden in die zee waar straks tijdens de eurovakantie weer tallozen in zwembroek- en pak ter ontspanning gaan badderen, in de Middellandse zee dat lijkbad werd; rillingen lopen over m'n rug.
Aldus schreef ome Willem.
Verzonden door ome Willem