De streek waar ik vooraf doorkwam besloeg een groot deel van het gebied waar honderd jaar terug een enorme oorlog woedde met soms drieduizend doden per uur... De meesten jonge kerels, nog voor de bloei van hun leven; het gebied tussen, grofweg, Luxemburg en Epinal, bekende route, al snorde ik voor deze keer tussen Nancy en Charmes langs de Moezel, ruim 20 jaar terug nog de doorgaande weg en thans een weg, stil en verlaten en alle drie toenmalige knaagschuren aan die weg hebben reeds lang geleden de deuren toe gedaan.
Tijdens het fietsen op de oostoever passeer ik een sluisje dat toegang biedt tot een smal kanaal, een kanaal dat vervolgens in een tunnel onder de bergrug verdwijnt; het is het Rhône-Rijn-kanaal dat de Fransen vanaf ca 1780 tot ca 1830, dus in een slordige vijftig jaar tijd, gegraven hebben en ik vraag me onder het fietsen af of het ooit rendabel is geweest en in gedachten vergelijk ik het met de Betuwelijn en met andere, wel uitgevoerde maar nooit rendabel geworden projecten: immers, nog voordat het kanaal gereed was lag het spoorvervoer reeds op de loer.
En onder dekking van de gruwelijke oorlog tussen de westerse mogendheden zagen ver weg, in het oosten, de leiders van het Ottomaanse Rijk hun kans schoon; in het voorjaar van 1915 werden een veertigtal vooraanstaande Armeniers zonder enige motivatie opgepakt; nog een geluk dat, ondanks de Grote Oorlog, het door de Fransen werd opgemerkt. Na lang onderhandelen en het betalen van een enorme grote losprijs kregen ze er twintig vrij; de anderen werden lafhartig onthoofd en de hoofden op staken geplaatst naast de Charbachshpoort en de laatste ontwikkelingen in de geschiedenis bewijst dat er tot op de dag van vandaag niets is veranderd.
Inmiddels is de tijd verder gegaan; nog steeds heb ik vragen waarom zo snel werd vastgesteld dat de piloot in een depressie verkeerde en door een zelfmoordactie de overige 149 ingezetenen van het toestel mee de dood in nam. Oorzaak vastgesteld, dus verder geen vragen meer, maar ik twijfel: wat moet er toch verhuld worden? Hoe kwam die mirage zo snel ter plaatse? En waarom verdween opeens het bericht in de media van het gegeven noodsignaal?
Verder fiets ik, soms met grote inspanning als de weg oploopt, maar dat daarna goedgemaakt wordt als de weg weer naar beneden gaat; ik stop, halverwege, bij een plaatselijk café en drink twee flesjes perrier; heerlijk, prikwater na zo'n inspanning. Inmiddels is de zon tanende waardoor ik besluit de laatste kilometers af te leggen; rond zevenen kom ik aan bij de groene stuurhut, leg die fiets weer achterin en loop de nabijgelegen haptent binnen. Morgen lossen, enkele kilometers verderop.
Morgen, dat was vandaag, toen ik reeds voor zevenen de handel uit de oplegger op het losdok zag staan waarna ik verder karde; nu een heel eind langs de oever van de Doubs, de Doubs die het eigenlijk ook niet weet, de Doubs, altijd in dubio, een rivier die zijn naam te danken heeft aan het feit dat ze eerst een heel eind naar 't noordoosten stroomt, dan zich geheel omkeert en met een korte bocht in tegenovergestelde richting verder gaat; waar ze ook voor een deel onderdeel is van het Rhône-Rijn-kanaal en de bevolking gaf haar de toepasselijke naam, de Dubbe, dat later de Doubs, de twijfelaar, zou worden.
Twijfelen deed men vandaag, zo vernam ik per radio (en voor wat het waard is), in het parlement. Nadat de twintig Armeniërs waren vermoord en de Ottomanen weinig tot geen tegenstand ondervonden, ging men in April van hetzelfde jaar over tot het deporteren van om en nabij een miljoen Armeniers; deporteren, in die zin, mensen zonder eten of drinken en met veel geweld kilometers de woestijn doorjagen totdat ze er dood bij neervielen. Een lang verzwegen genocide en nog steeds door de Turken met klem ontkend, evenals thans ook, hypocriet, door "ons" parlement, twijfelen, of het laten doodgaan van één miljoen mensen van een bepaalde etniciteit nu volkerenmoord is of niet.
Via Chalons en Nevers snorde ik weer terug nadat ik in beide plaatsen wat paletten met goederen had opgehaald; en wederom rolde ik door een voormalige vuurlinie, door een gebied waar wederom talrijke erevelden met honderden, duizenden grafzerken wellicht, te vinden zijn; de Champagnestreek en weer de hele dag vol schitterend weer; overal schiet het gewas de grond uit; per dag meer kleur en ook de bebosde hellingen kleurden soms ragfijn jong groen.
Van noord naar 't midden, en dan met een bocht, via Dôle naar Chalons, langs Château-Chinon, dwars door de Morvan, en dan, na Nevers, nog verder buigen, naar 't noorden, alsof ik niet helemaal weet wat ik wil, twijfelen, ongeveer zoals de Doubs.
Aldus schreef ome Willem.
Verzonden door ome Willem