Donderdagmorgen; Charleroi, donker, steeds weer donker, maar ik hield er de moed wel in, reed eerst naar Halle en om allerlei verkeersongenoegen te vermeiden verliet ik vlak voor de Brusselse ring de snelweg en via Pepingen en lieferinge reisde ik naar Ninove; van Ninove richting Aalst waar het rond de spits toch ook al aardig druk was; en de omgeving? Daar heb ik niets van gezien; tot over half acht bleef Vlaanderen in duister gehuld en pas onderweg richting Gent vulde het winterlicht de omgeving, maar door het onafgebroken grijs bleef het maar onheilspellend, zuur en grauw; nabij Merelbeke nam ik de rondweg om Gent heen, snordde de weg naar Zelzate op: ook daar was 't druk, maar eindelijk licht; kwam bij Sint Kruis-Winkel weer langs die enorme lange en dikke pijpleidingen waarvan ik mij al jaren afvraag waarvoor ze dienen; waarvoor steeds die u-bocht in de pijpen dient; wellicht voor doorstroomvertraging, maar dat is slechts een vaag vermoeden.
Pas jaren later, begin 1900, komen de beide namen weer in de belangstelling: de eerste eerst, als een Fransman een autofabriek onder de naam SAID (Societa Anonima Italiana Darracq) in Milaan begint, maar zijn modellen niet voldoende verkocht krijgt en de zaak overdoet aan zijn Italiaanse bedrijfsleider die de naam veranderde in Anonima Lombardia Fabbrica Automobili, verwijzend naar de steek Lombardië waarin de stad Milaan ligt; lombardië dat verwijst naar de Longobarden, het germaanse volk dat tijdens de volksverhuizingen rond het jaar 200 uiteindelijk voor een deel rond Milaan neerstreken; zo is elk verhaal weer gekoppeld aan de ander, een volgend verhaal; de ALVA Milano, met in het logo een slang, het symbool van de Visconti's, een eeuwenoude adelijke Milanese familie en een rood kruis, zijnde het kruis van Giovanni Rho en volgens de overlevering het eerste kruis dat tijdens de eerste kruistocht door hem op de stadsmuur van Jeruzalem werd geplaatst; weer zo'n verhaal ongeven door zoveel andere histories: kruistochten, Jeruzalem, de Longobarden, auto's, een adelijke familie, een gesjeesde fransman en ga zo maar door.
Door ging ook ik. Na Zelzate door de tunnel die Zeeuws Vlaanderen met de rest van Nederland verbindt en net even voor de middag kwam ik aan te Goes waar ik de lading die ik de namiddag ervoor had geladen, loste en ik vervolgens een nieuwe laadopdracht ontving; laden te Stolwijk, net even onder Gouda en in de buurt van Bergambacht.
Tijden de Eerste Wereldoorlog zakte wereldwijd de auto-industrie in; de voormalige bedrijfsleider van SAID verkocht zijn aandelen met groot verlies aan de bank en de bank vond een koper die de mensen en fabriek wel kon gebruiken in de oorlogsindustrie; de napolitaanse ingenieur Nicola Romeo die van alles en nog wat fabriceerde, maar de productie van personenvoertuigen, die toch op dat moment onverkoopbaar waren, beëindigde. Toen echter de oorlogsindustrie na 1918 geheel instortte, begon hij weer auto's te ontwerpen en gezien de toen ontworpen modellen had hij een bijzonder goede smaak: het ene ontwerp was nog mooier dan het andere: bovendien ook technisch uitstekend en inmiddels was de naam van de onderneming voor een deel gewijzigd; het embleem bleef hetzelfde en ook ALVA werd gehandhaaft, maar er werd zijn naam, ROMEO, aan toegevoegd.
Via de vroegere eilanden, thans schiereilanden, en daarna Rotterdam, kwam ik te Moordrecht, volgde de borden die me langs Gouda voerden en jawel, uiteindelijk te Stolwijk, een plaatsje dat zijn naam dankt aan een oude hoeve uit dertienhonderd. Na een uurtje vertrok ik weer, zwaar beladen met een 25 ton, op weg naar de het eigen veem te Amsterdam, weer langs Gouda, dan Waddinxveen en langs de Gouwe naar Boskoop, langs de drie karakteristieke hefbruggen, de laatste te Alphen en in de namiddag kwam ik aan in Amsterdam waar de hele handel er uit ging en ik ook weer goederen meekreeg om er de volgende dag mee aan de slag te gaan.
De jaren verstreken; de combinatie van de Hertog van Toledo en de tragedie van Shakespeare bleef in takt, zei het dat het automerk zowel in naam als geschiedenis geheel ander wortels heeft, maar door de jaren heen kregen veel autoliefhebbers een zwak voor de modellen van de ALVA ROMEO; ook ik bewonderde als klein kereltje op de AUTORAI van 1963 de Giulia Sprint GTA en vanaf die tijd bleef het een naam van betekenis; zelfs nadat het merk "overgenomen" werd door FIAT, en zelfs ook na het debacle met de ALFA SUD, een model dat per-se van de Italiaanse overheid in Zuid Italië moest worden gebouwd met als reden de herverdeling van arbeid, maar nu door onervaren lieden die er een fenomenale stakingsdrift op na hielden: 700 stakingen in een paar jaar tijd; in het eerste half jaar kwamen er 450 auto's van de band, gelijk aan een voorgenomen dagproductie. Maar steeds behield de naam van het merk zijn magische klank, zoals bijvoorbeeld Feyenoord in Rotterdam.
Als afsluiting van de week: een lading voor Greven, vijftig kilometer over de Duitse grens en de heenreis reed ik in volkomen duister; niets te zien in de lucht, geen ster, geen maan, geen planeet terwijl alleen enorme kunstlichtzeeen contouren in de omgeving tekenden. Bij het naderende krieken lossen en zo rond half negen rolde ik weer verder, of, beter geschreven, terug, terug, zoals de magiers, langs een andere weg; nu niet, zoals heen, via Enschede, maar langs Rheine en de stad waar mijn naamgenoot Willem werd geboren, Willem Ripperda, één van de vertegenwoordigers bij de onderhandelingen die uiteindelijk hebben geleid tot de vrede van Münster die het einde van de tachtigjarige oorlog heeft ingeluidt: Alfa, de medestichter van die oorlog, was toen al jaren daarvoor gestorven en iedere lezer weet vanzelfsprekend dat ik natuurlijk Hengelo op in het oog kreeg.
Even verderop, in Almelo, haalde ik weer een partij goederen op voor Amsterdam; de dag en reis gingen voort en in de middag bevond ik me weer in Amsterdam waar er diverse, kort achtereen, handelingen werden verricht waarmee ik de lezer niet zal vermoeien; uiteindelijk verliet ik, wederom reeds in het donker van de avond, de hoofdstad, de donkere pakjesavond in: 't was tenslotte vijf december en in de kar had ook ik pakjes, maar bezorgpakjes, lading voor de komende week en goederen die niets met Sint Nicolaas te maken hebben.
Maar nadat verhalen zijn geput uit een verleden, verteld worden in het heden, zo gaan verhalen door, door tot ver na deze tijd; de Hertog van Toledo, Shakespeare. En ook Alva en Romeo gaan hun eigen weg, want intussen zijn er twee mensen die vanaf de eerste van deze maand elke dag één euro opzij leggen en sparen zodat na ruim duizend weken er een leuke oldtimer kan worden gekocht, wellicht een Giulia Sprint waar ik me als klein jochie, als ware het een pasgeborene, aan vergapte; in ieder geval een Alva Romeo: op pakjesavond 2032, voor Julia; als toekomstige variant op het toneelstuk van William Shakespeare.
Aldus schreef ome Willem.
---