Eerst bracht ik de uit Italië meegenomen handel weg; Apeldoorn en al om zes uur in de morgen waarna ik vervolgens twee adressen, twee keer elf paletten, ging ophalen: Emst en Eerbeek en vervolgens snorde ik terug naar Amsterdam waar ik rond de middag aankwam en alle goederen uit de grote kar op het laad- en losperron van het thuisfront neerzette en vervolgens de laadvloer van de leeggeworden oplegger weer volzette met andere goederen, goederen voor de zuidwestfranse stad Bordeaux.
Alleen mannen, en niemand die de barricaden opstuift, niemand lijkt zich opeens te hoeven ergeren, niemand eist, zoals in andere beroepen, haar deel op: feministen accepteren het; volmondig en volledig; het Neerlands elftal, de plaatsen in "ons" Nederlands elftal worden louter door mannen ingenomen, jongens die "ons", man en vrouw, vertegenwoordigen; en er is geen vrouw op het veld te bekennen: geen enkele proteststem te horen; geen "Wij vrouwen eisen" voor ten minste 50 procent vrouw in zo'n elftal! Raar toch?
Dan vertrekken, die richting op: Bordeaux, een slordige duizend kilometers, voor het grootste gedeelte door het gebied van dat andere evenement dat alleen voorbeschikt is voor mannen en onderweg er naar toe stelde ik mij de vraag. Een wat retorische, onwerkelijke vraag; hoe zouden wij in het hier en nu omgaan met deze "jongens" als plotseling de vlam weer oplaait, legers weer ten strijden trekken tegen de één of andere vijand en over Europa weer het oorverdovende kanongebulder is te horen: u weet wel, die andere mannen"sport", beter bekend onder de naam oorlog, overigens een "sport" waar tegenwoordig ook meisjes aan mee mogen doen: zullen "onze" sport"helden" als soldaten, frontsoldaten, worden ingezet?
Gekke vraag? Misschien, maar dan houd ik van gekke vragen. François Faber won in 1910 en Octave Lapize in 1909 de Tour de France en beide sneuvelden enkele jaren later op het slagveld; Octave sneuvelde als oorlogsvlieger en werd "neergehaald" in de buurt van Toul en François Faber sneuvelde anoniem; zijn leven werd vermoedelijk opgeslokt door een massagraf.
Een beetje wurmen door wat beginnende file heen; overal drukte en ik besloot bij Rekkum, tussen België en Frankrijk, de zaak te parkeren en aldaar de nacht door te brengen.
De als Louis Mazan geboren Louis Petit-Breton en de tourwinnaar van 1907 verbleef tijdens het uitbreken van Le Grande Guerre in Argentinië, maar besloot uit eigen beweging naar Frankrijk terug te keren om tegen de Duitsers te vechten, maar sneuvelde eveneens: over hem wordt verteld dat er in de loopgraaf bericht tot hem kwam dat hij vader van een dochter was geworden en dat hij toen van vreugde "op"-sprong, boven de loopgraaf uit kwam en direct doorboorde een doeltreffende Duitse kogel zijn hoofd; op het slagveld van '14-'18 sneuvelden drie tourwinnaars; vandaar mijn vraag: zouden "we" tegenwoordig in staat zijn, de moed hebben, ze naar het front te dirigeren en zouden er "bij" zijn die, net als Louis, vrijwillig hun leven zouden wagen?
Niemand antwoord: dan blijft die andere vraag, terloops geopperd: waar bijven de protesten voor gelijke balrechten? Verbazingwekkend! De hele maatschappij emancipeert en de samenleving schreeuwt moord en brand als "ergens" de vrouw wordt uitgesloten en men schroomt niet het recht te betrekken als een politieke partij louter uit man bestaan wil. Dan volgt het voetbal en wordt het muisstil: elf man tegen elf man en zelfs de rechters zijn daar louter man en niemand maakt zich druk, druk om deze verregaande discriminatie en vrouwenuitsluiting. Opeens is er verschil en mogen meisjes niet meedoen. Vindt u 't niet vreemd? Nee? Vreemd!
Aldus schreef ome Willem.
---