Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 18 juni 2014

De pomeni

Pomeni. Dat klink Pools, maar is het niet.

Großbeeren ten zuiden van Berlijn was het eerste adres dat ik aandeed nadat ik uit Königslutter vertrok, een kleine drie uur gaans nog, over de zesbaans snelweg en iedere keer als ik het traject afleg bewonder ik het: de enorme verandering en er is al een hele generatie die vrijwel niets meer weet van de voormalige D.D.R., de absurde grenscontrole bij Helmstedt en de slechte, halfgare en verrot gereden weg daarna die naar Berlijn voerde; onderweg de grimmige wachttorens waar vopo's met machinegeweren de wacht hielden. De tijd ijlt voort en de veranderingen ingrijpend.
Lossen, en verder. Een volgende klant bevond zich aan de grens met Polen, maar wel daar waar Polen destijds een stuk grond kreeg toegewezen op de westoever van de Oder. Polen kreeg in 1945 de hele stad Szczecin toegewezen, ook dat deel dat op de westoever lag, om zo aan de verslagen Duitsers een belangrijke zeehaven te ontnemen.

Dáár, pal aan de grens, in het dorpje Pomellen, zocht ik een volgende klant op die er, wederom, snel uit was en om er te komen had ik eerst over een groot deel van de uit de voor de oorlog stammende 125 kilometer lange Berlijnse rondweg gerold waarna ik richting Pommeren reed, ook dit keer snelweg waarvan de laatste dertig kilometer voor de grens met Polen nog bestaat uit een hobbelig wegdek uit D.D.R.-tijd; zoiets waardoor alle schroeven en bouten lijken los te trillen; dus verliet ik bij de eerst geboden gelegenheid de snelweg.

Vanaf het losadres snorde ik, voor 't eerst dit jaar, Polen binnen; ik had nog even het idee geopperd om een pauze te houden en een bezoekje aan Szczecin te brengen, de havenstad waar vlak na de oorlog de zangeres Hava Alberstein geboren werd, de zangeres die onder andere liedjes van the Beatles in het Jiddisch zingt, die op vier-jarige leeftijd naar Israël emigreerde. Trouwens, het gebied in Noordoost-Polen wordt van oorsprong bewoond door Polen noch Duitsers, maar door Kasjoeben en met het overschrijden van de grens kwam ik eigenlijk in Kasjoebië terecht; een volk met een eigen taal dat nog door zo'n 50.000 mensen gesproken wordt en teruggedrongen werd tot vooral de regio Gdansk.

Vanaf de grens reed ik eerst richting het voormalige Greifenberg, thans Gryfino, en reisde toen via Bani en Row naar Mysliborz, een klein stadje aan de oever vaan een prachtig meertje: ik fietste er wat rond, snoof de sfeer op van oude, droeve tijden, het stadje zelf, ietwat armoedig, veel achterstallig onderhoud, rommelig, alsof ik twintig, dertig jaar terug ging in tijd; winkels waar ik nooit zou binnengaan, gevestigd in de benedenverdieping van uit communistische tijden vervaardigde woonblokken, maar met een prachtig parkje aan de oever van het meer.

Vandaar naar Gorzow Wielkopolska, een stad waar het woord wielsko groot betekend, dus Gorzow in Groot-Polen en Groot Polen is weer één van de Poolse "Graafschappen".

Via Skwierzyna snorde ik naar Poznan waar ik even na vijf uur nog lossen kon en hoewel ik nog tijd over had, bleef ik er staan; pakte de fiets en vereerde de geboortestad van Paul von Hindenburg met een bezoek; bezocht de oude markt waarvoor ik meer dan tien kilometer trappen moest:
Enkele reis.

Met het schemeren, dat hier een uur eerste invalt, de tien kilometer terug, langs het bombaste paleis, kasteel, dat Keizer Wilhelm de Tweede voor zich liet bouwen en destijds onaanvaardbaar veel kostte; interessant om na te gaan of dit een laatste paleis door een keizer geboud ooit is.

De stad, maar ook van de route in Polen, had veel te genieten gegeven. De lange, weer stille wegen, soms door dichte bossen, dan weer langs en door uitgestrekte korenvelden; korenbloemen, papavers, de geheimzinnige glooiingen waar de aarde naar geschiedenis ruikt, naar een totaal ander verleden als Italië of Frankrijk.

Tijdens de maaltijd die ik in één van de pittoreske gelegenheden aan de oude markt gebruikte, ontving ik een bericht uit Nederland. Een bericht dat zoveel inhield dat ons land niet opgezadeld werd met een eerste ozem omdat de persoon in kwestie zich thans zoveel beschadigt voelt dat zijn toekomstige positie bij voorbaat al onhoudbaar werd.

Enige realiteitszin kan de man thans dan ook niet ontzegt worden. Een Pomemi: potentieel ombudsman met enig moreel inzicht; zou hij "De ozem" gelezen hebben?

Aldus schreef ome Willem.

---