Vroeg in de morgen kwam het gerucht tot mij; ik verliet Landeck en liet de ruisende beek alleen in zijn eeuwige fluisteren, in het donker van de na-nacht snorde ik de flanken van de Arlberg op, op weg naar de lange tunnel, op weg naar huis; bij het uitrijden van de lange verkeerspijp gloorde het hoog boven mij, nam het eerste daglicht waar tussen de weerszijden van de hoge bergen.
Dat ijs eten deed ik nooit alleen. Was één van de kinderen jarig, trakteerde ik op een uitje, een dagje Amsterdam en regelmatig toog ik met diverse vriendjes en vriendinnetjes van één van mijn nakomelingen én de jarige zelf naar het centrum van de hoofdstad, ja, ook nog in de tijd dat ik zelf nog inwoner van de stad was; het eerste wat we na de reis deden was op weg gaan naar de Kalverstraat, en daar, ergens, vlak bij Het Begijnhof, daar was een etablissement waar de twee stonden: een kleine David en reus Goliath; je kon er koffie drinken, maar ook een ijsje eten.
Het werkte steeds meer op de lachspieren; dat malle mannetje met z'n provocerende uitspraken, maar vooral de toch wel wat overdreven verontwaardiging terwijl niemand zich druk maakt waarom zo'n ongeleid projectiel zoveel volgers heeft, zoveel stemmers trekt. Nadat ik Oostenrijk achter me liet, volgde ik de oever van de Bodensee; Friedrichshafen, Überlingen en richting Singen, nam vandaar een stukje snelweg naar Rothweil, ach, trouwe lezers kennen de route. Hoewel; dit keer reed ik bij Offenburg de Rijn over, reed langs Strassburg, op weg naar Haguenau, een route die ik lange tijd niet volgde.
De ophef over een nietszeggende vraag, het geleuter over een wat domscanderende massa, het is het sop in de kool niet waard; maar nee hoor; er moet natuurlijk meteen weer alles over gezegt worden waardoor de persoon in kwestie opeens weer alle aandacht krijgt! Iedereen kan en kon begrijpen dat het antwoord op de gestelde tweekeuzevraag bij iedereen bekend was waardoor de vraag, op zich genomen, volledig oninteressant, ja, overbodig werd gestelt, mits! Mits daar een andere bedoeling mee was.
Het is alweer een tijd geleden; via Phillipsbourgh naar Bitche en dan bij Zweibrücken Duitsland weer in, Saarbrücken, Trier en vandaar even de weg op naar Bitburg. Vanaf daar loopt een klein weggetje naar beneden, naar het dal van de Sauer, (of Sûr) en bij Echternach rolde ik Luxemburg binnen; het moest niet gekker worden: voordat ik mij in het noordelijkste puntje van dat land te rustte lei, vernam ik nog dat er aanstaande zondag een protest-kerkdienst aan de door velen gewraakte vraag zou worden gewijd.
Hoofdschuddend viel ik in slaap.
Wat een balagan, wat een verontwaardiging, soms wel erg selectief aandoend; opgeblazen en te breed uitgemeten; vandaag in Nederland kopte ik snel wat kranten; de vergelijkingen met nazi-kopstukken waren in de schering en inslag te lezen; alle aandacht voor een politieke toneelspeler.
En als ik dan met dat jonge grut om mij heen aan één van de sjieke tafeltjes was neergestreken en nadat de ijskaart werd gebracht, stelde ik altijd aan de kinderen de retorische vraag; "Willen jullie een kinderijsje mét, of willen jullie een kinderijsje zonder verrassing", en na het antwoord, altijd "met", ging ik dat regelen.
Aldus schreef ome Willem.
---