Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 21 maart 2014

De landhoek

Het eten was er weer opperbest, asperges, reeds vroeg aspergetijd dit jaar; voortreffelijk bereid in Schrofenstein; mijn naam bleek nog in de computer te staan, maar ze herkenden me aan de Holzsuhe.

Begon is woensdag in Ceva, inmiddels bezocht ik, bij wijze van spreken, alle hoeken van de Po-vlakte; reed ik in volstrekte eenzaamheid van Ceva naar Turijn, zocht naar een adresje net boven Volpiano en Leini waar ik voor achten aankwam; werd vervolgens van het kastje naar een ander kastje gestuurd en via versa en raakte de paletten, waar de dag ervoor nog in paniek over gebeld werd, alleen onder het ferme, vastberaden dreigement dat ik ze wel zou terugbrengen naar Nederland, kwijt waarna ik verder kachelde; voor twee doosjes (6 kg) boven Carisio de binnenlanden in, alweer zoekend naar een ietwat slecht aangegeven adres; en toen weer terug, over de Autostrada di Piedimontanga') naar Milano; reeds enige dagen pletten de eerste insecten zichzelf tegen de voorruit van het Dafje dat zich inmiddels aardig aan zijn nieruwe oude meester heeft aangepast.

Uiteraard; vlak voor Milano dikke coda ''), maar ja, wat deed ik ook op de snelweg, maar bij gebrek aan goed alternatief moest ik wel; met wurmen en gelatenheid, en het laatste stuk over de derde baan, kwam ik zonder al te veel kleerscheuren door het traagrijdend en stilstaand ongemak; nog voor de middag was ik Trezzo sull' Adda voor de volgende twee paletten.

Nu zou ik weer afbuigen; weer terug de vlakte over; via Brescia naar Cremona, wederom de fiumi Po over, door een gebied waar de lente reeds aardig had toegeslagen; alles kleurde, en over sommig hoog geboomte lag een groene gloed van net ontspruitende bladeren.

Trouwens; het weer mocht er ook wezen; de twintig graden werd ver overschreden en met de airco aan deed ik La Nazarro en Fidenza aan, twee adressen en tevens de laatste twee losadressen voor deze week en het teruglaadadres bevond zich in wederom in een adere hoek van de vlakte, rechts bovenin, Salgaredo, net boven en voorbij Venetië, opzij van Treviso, maar dat zou ik niet meer redden.

Vanaf de zuidkant van Fidenza reed ik de oude weg naar Parma, en daar eenmaal op de rondweg halverwege, pal aan de noorkant, links af en alzo reed ik de statale naar Mantova op waardoor ik een flink stuk afsneed dan wanneer ik via een drukke saaie snelweg had gesnord.

Buiten dat: aan betrokken route zijn een groot aantal winkels met allerlei inheemse goederen gevestigt, mitsgaders een paar aardige knaagschuren en aangezien de tijd op was, bleef ik bij één van hen, ongeveer een kwartiertje rijden voor Mantova, staan en nuttigde de spaghetti in gezelschap van een Oostenrijkse collega wat zo ongeveer de laatste Fernfahrer uit dat land zal zijn; wij beiden, zo vonden we tijdens het dinergesprek, behoorden eigenlijk tot de beschermde mensensoorten; zeldzaam werden we zeker.

De andere dag vertrok ik, alweer, reeds vroeg naar de laatste uithoek van de vlakte; er hing een soms ondoordringbare mist met veel venijn, bijna twee uur lang, ondanks dat het alweer vroeger licht werd; het grijs bleef, van Verona tot Padova, werd erger en erger maar net na Venetië/Mestro verdween ze, plotseling, en ik snorde in het volle morgenlicht door een ontluikende morgen; een laatste stuk over een dijkje van de Piave en reeds voor achten begon men de lading in de kar te schuiven; 33 paletten.

Men zou toch verwachten dat, voordat men lading verkoopt, men de goederen vooraf telt, maar ook hier wordt vermoedelijk alleen gekeken wat het systeem, wat de kompjoeter, aangeeft: staan er 33 paletten in de administratie, verkoopt men de 33 paletten ook; zoals, helaas, helaas, de meeste chauffeurs blind varen op hun navi, zo ook de bedrijven; niemand denkt na en het tellen blijkt te zijn verleerd.

Toen ik bijna vol was stokte het; kwam de aap uit de mouw, men zocht nog even, maar, rode konen, er bleken niet meer dan 31 paletten aanwezig; paniek alom! En ik verzeker de lezer en ervaringsdeskundigen wéten het: het gebel, getelefoneer en overleg aangaande de twee missende paletten duurde dubbel zo lang dan het laden van de 31 paletten die er wel waren; stupiditeit ten top: wat er niet is, kan er niet in, dus waarom, waartoe al dat geleuter inzake die goederen die er toch niet zijn!? Rond tien uur werd ik, uiteraard met twee paletten minder dan de bedoeling was, eindelijk losgelaten en kon ik de terugreis beginnen, via Ordezzo naar Conegliano en dan rechts af: de bergen riepen.

Dit keer weer echt even menens voor de CX, stevig klimmen, zonder omwegen zoals mijn voorganger met het Dafje placht te doen, rollend door hooggebergte; eerst langs de stad waar de fameuze tekstschrijver Leonardo da Ponti geborden werd, de schrijver van ondermeer de libretto's Cosi fan tutte en Il nozze de Figaro om de bekendste maar even langs mijn neus weg te noemen; langs het stadje dat, toen de tekstdichter geborden werd, toén niet zo heette, maar rond achttienhonderd en nog wat vernoemd werd naar de toenmalige Italiaanse koning Vittorio en sindsdien ook Vittorio Veneto heet, waar op het einde van de Eerste Wereldoorlog de laatste slag plaatsvond tussen de Oostenrijks-Hongaarse en Italiaanse troepen en waar de eersten door de laatsten volledig in de pan werden gehakt hetgeen uiteindelijk leidde tot de wapenstilstand op 11 november 1918.

Na Belluno slingerde ik verder, steeds hoger, en dit keer links op, over Hayden, kwam wederom in een hoek van Italië dat bekend staat om zijn afzonderlijke taal en andere bevolking, de streek waar Ladinisch wordt gesproken en tegelijkertijd ook een stadje waar Italië eigenlijk ophoud, al behoort ook de nog noordelijker landhoek ook er bij.

Doodstil was ze weer, kenmerkend voor een verbinding tussen twee verschillende werelden, de Italiaanse, al is ze dan Ladinisch, een de Oostenrijkse; tussen Veneto en Südtirol, de
route tussen Hayden en Toblach, tussen Cortina en Dobbiaco, loopt over chimabancha, een 1600
meter en dit keer tussen een meer dan metersdikke sneeuwlaag door; dra daalde ik af naar Toblach en aldaar beneden, sloeg ik links af naar Brixen; door het Pusterdal waar, nadat het even winter was geweest, ik terugkeerde in het voorjaar; ook in het dal, hoewel iets minder dan in de vlakte, tekende zich het voorjaar af; zachtgroen, lichtgroen, paardenbloemen en madeliefjes; aan het einde van de middag reed ik bij Vipiteno de snelweg op; geen alternatieven meer; hup, omhoog, de Brennerpas op, een pas vol met vrachtverkeer, de meesten Polen, Roemenen, Tsjechen, Slowaken en Hongaren, een route die voorheen bevolkt werd met voornamelijk Nederlandse voertuigen en waar ik, als Nederlander, een unieke verschijning bleek.

Na de afdaling sloeg ik aan het rekenen; tot waar, tot waar kon ik komen? Telfs, Imst, de route, ooit geen snelweg, die ik reeds in 1970 reed, waar ik met de moped, midden in de zomer, een eindeloze file voorbij reed, 1970, da's ruim veertig jaar terug! Precies binnen de tijd, ik had twee minuten over, zette ik de CX stil langs de oever van de Inn, op een eenzame parkeerplaats waar het aardedonker zou worden, waar het ruizen van de rivier mij later in slaap zou sussen, net even voor de laatste hoek vandaag; Landeck, Westtirools stadje dat strategisch ligt op oude wegen naar de Vinsgau, arlberg, Fernpass en Innsbruck, en waar zich ook Schrofenstein bevindt, een viersterrentent vernoemd naar de, uiteraard gelijknamige, burcht - thans nog slechts een ruïne- en waar ik tijdens de schemer al fietsend aankwam; bijna drie jaar terug was ik er eerder geweest ''') en de maaltijd was er nog even voortreffelijk als toen.

In een volledig donkere avond reed ik naar de verlaten Daf terug, achtergelaten ergens in een hoekje van het Tiroolse Landeck. Geen maan te zien dit keer, wellicht verscholen achter de weerszijden hoge bergen; tussen de bergen kristalheldere sterren; vanuit de hoogte loerde de Grote Beer net over de rand van het bergmassief, maar de ruisende Inn nodigde mij uit tot zachte rust.

Aldus schreef ome Willem.
') Piedi, voet, montange, bergen. De weg loopt voordurend langs hoge bergen in de verte.

'') Coda, File.

''') Zoek in berichten rond die tijd, Juni 2011, voorgaand aan de Alpe d' Zes.
---