Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 30 januari 2013

29 Januari 2013 (N.C.).

Bevroren sloten, maar sneeuw was er nergens meer; vanmorgen blikte ik over de weiden, tussen Mijdrecht en De Kwakel, er begon al een stevige bries te waaien die in de late avonduren flink zou aantrekken. Rond elf uur wandelde ik nog even over het winkelcentrum van Uithoorn, ik was vroeg, het afscheid zou even na twaalven plaatsvinden.

Niet voor niets dat ik even stilstond bij de uitgestrekte groene weiden, dat ik even door het winkelcentrum liep, want nog niet zo lang geleden liep hij, van wie ik later afscheid nam, nog, ja, het grootste deel van zijn leven speelde zich hier en in de omgeving af, behalve als hij aan het werk was.

Op het laatste stuk kwam ik diverse vrachtwagens tegen en, alweer, nog niet zo lang geleden kon je hem dan tegenkomen. Maar dat is nu voorbij, de trucks rollen door, en je houdt het eigenlijk niet voor mogelijk: ook zonder hem.

Alleen als hij aan het werk was, was hij niet "hier", was hij de weg op, dan weer daar en dan weer elders, héél vaak in het noorden van Frankrijk waar hij over alle routes nationaal wel heeft gekard, de oude weg naar Rouan, Le Havre, Dieppe, Calais.

Tussen twaalf en twee in de middag nam ik, met vele anderen, plechtig afscheid van dié man, Joop, die altijd zo eenvoudig had geleefd, tevreden was met het noodzakelijke, genieten kon van werken, van wat hij deed en wat hij had.

Zwijgend verliet ik het rouwcentrum en ging op weg en kwam al peinzend door het Amsterdamse bos, langs kale bomen waar serene rust vanuit ging, putte uit oude jeugdsentimenten. Langs de met ijs bedekte roeibaan en het regende, het regende steeds harder; om mijn eigen stilte te doorbreken zette ik de radio op CD-afspelen; er zat nog muziek in van één van de zonen van Bach, de Engelse Bach, Johann Christiaan, juist bij een troosttreurig melancholiek deel, niettegenstaande de droefheid verkwikte het mij, ik dacht terug aan de vele andere keren dat ik het bos doorkwam.

Rond vieren bezocht ik de Laurierboom, een schaaktent in de Laurierstraat en waar ik nog nooit eerder kwam, maar meteen bleek dat een groot deel van schakend Amsterdam daar regelmatig schuift, ik dronk er wat, speelde tegen een onbekende en later kwam ik aan op de aloude club Caissa waar ik tussen een wirwar van leden Roel ontmoette, Roel van Duyn uit wiens hand ik zijn nieuwste boek "Diepvriesfiguur" ontving met daarin eigenhandig "Voor Willem de Schaker, ter inspiratie" geschreven: ik ben gek op boeken van schrijvers die een persoonlijk woordje voor mij voor in het boek schrijven.

Jammer, de Professor, gisteren 102 geworden, was te moe om te gaan schaken, rond drie uur had hij al afgebeld, vermoedelijk was de drukte van de dag ervoor teveel geweest.

Er werd ingedeeld en ik speelde een boeiende partij, een partij die tot in de late uurtjes voorduurde en ik, door een fout in het eindspel van mijn tegenstander, winnend afsloot.
Nog lang hebben we de partij, die eigenlijk als remise had moeten eindigen, nagespeeld en geanalyseerd, zodat het nog later werd dan laat. Door een stormachtige snorde ik, midden in de nacht, huiswaarts, reed vrijwel alleen op de heleboelbaansweg van Amsterdam naar Utrecht, en zo eindigde deze, toch wel zeer merkwaardige dag, dag met tegenstellingen en uitersten.

Aldus schreef ome Willem.


---