Vaak verbleef hij rond het Comomeer, daar waande hij zich veilig, daar zat je immers vlak bij het neutrale Zwitserland, voor als er onverhoopt iets mis ging en sommigen noemden het slim, anderen weer laf.
Bij de eerste klant verlieten twee kleine graafmachines de truck, graafmachines die als kleine dinosaurissen achterop in de oplegger stonden en grommend het voertuig verlieten, maar daarna op weg, door de regen, op weg richting Zürich.
Toen hij eind negentiende eeuw werd geboren, noemde zijn vader hem bewust naar de Mexicaanse vrijheidsstrijder, de strijder die de euvele moed had keizer Maximilliaan de tweede of derde, ik weet het niet precies meer, zonder pardon te fusilleren: het zegt wel iets over het milieu waarin hij vervolgens opgroeide.
Zürich voorbij, langs het gelijknamige meer, en steeds maar die regen, stortregen soms, de weg leek soms een onstuimige beek, bij Lachen had ik mijn laatste Zwitserse cliënt en nog voor tienen zag ik in mijn natte spiegels de klant uit het zicht verdwijnen; ik ging op weg naar Chur.
Het grote verschil tussen de twee wetenschappen, wetenschap en geschiedenis, is, dat geschiedenis het niet herhaalbare bestudeert terwijl wetenschap datgenen bestudeert wat herhaalbaar is, een cruciale vaststelling.
De temperatuur zakte, zakte maar, eerst onder de tien, maar langzaam en zeker ging het naar de acht, zeven, zes, en maar regenen, na Chur, bij Thusis, sloeg ik af, op het informatiebord stond dat de pas open was, maar ik vreesde het ergste.
In Italië zelf geniet hij tot op de dag van vandaag nog een zekere populariteit, juist of onjuist, aanvankelijk deed hij, zo gaat het verhaal, veel goeds voor het land, het land wat na de eerste wereldoorlog in onbeschrijflijke armoede was terecht gekomen, een land waar gebrek was aan alles, waar mensen in kartonnen dozen woonden.
Het is altijd een grote vergissing dat uitmond in drogredenen indien met de geschiedenis wetenschappelijk, ja, op een wetenschappelijke manier, tracht te verklaren en dat geldt zeker voor de geschiedenis van Italië, met name van die van de laatste honder jaar.
Nog ver onder de boomgrens wisselde de regen zich in voor sneeuw, sneeuwval in Juni, en ondanks dat ik voor nogal wat hete vuren stond (al is hete vuren hier niet erg op z'n plaats) begonnen bij mij wel de twijfels over deze reis te rijzen want ik moest nog een heel eind klimmen.
Nee, groot was hij niet, integendeel, en op foto's uit die tijd heeft men het trachten te camoufleren en daarnaast kan hem ook niet direct antisemitisme verweten worden, ook hier, integendeel, want toen Albanië en een deel van Griekenland door Italië werd bezet, vluchtten veel Joden juist naar die gebieden die "Italiaans" waren en waanden zich relatief veilig; De Minister van Financiën was tot circa 1943 één van het Oude Volk.
De parkeerplaats bij Bivio durfde ik al niet meer op, toen begon de eigenlijke klim, de klim boven de boomgrens, alleen een zwart pad slingerde zich door een witte wereld, de schittering van al dat wit deed pijn aan de ogen, inmiddels bleef het maar sneeuwen, flink sneeuwen, ik bromde de berg op, na elke bocht die ik overwon riep ik stilletjes hoera, op het laatst werd ook de weg slecht terwijl ik in alle eenzaamheid voortworstelde, verstandsverbijstering dreigde, bij het bordje 2280 meter kon ik een glimlach niet onderdrukken, in nimmerweer daalde ik af en na enkele kilometers kwam ik stilstaande tegenliggers tegen die de moed hadden opgegeven en die mij vanuit hun zijruit met ongelofelijke ogen nastaarden.
Ook beneden, in Sils, in Majola, lag er sneeuw, was het wel juni? Verder, de pas af, naar beneden, en steeds weer die gutsende bergen, de aanzwellende beken, rivieren in crescendo, pas na de grens, bij Chiavenna, hield de neerslag op, ik was weer in het land met rijke historie en reed langs het dieppe Como-meer, ongeveer halverwege, nog voordat het meer zich "splitst", had ik zicht op het huis waar Benito zich vaak verschool, zoals tijdens de geruchtmakende Mars naar Rome die uiteindelijk heeft geleid dat hij de "macht" ontving van de toenmalige Koning Emanuel de zoveelste.
Rond 1943, of eigenlijk eerder al, had hij er al helemaal geen zin meer in, zijn politieke interesse was tot het nulpunt gedaald, verdween zelfs van het -politieke- toneel, maar onder druk van Nazi-Duitsland stortte hij zich weer op de macht, nam het roer weer, een groot deel droeg hem op handen, ook zijn "maitresse". Clare Pettaci die hem tot op het laatst heeft geadoreerd. Helaas, wellicht uit fatalisme, verloor hij zichzelf, vaardigde rassenwetten uit en de Joden die zich zo veilig waanden... ach, de lezer begrijpt. Uiteindelijk werd ook de Minister van Financiên met vele van zijn volksgenoten op gruwelijke wijze nabij Rome systematisch vermoord.
Op de weg naar Bergamo, binnen negen (rij)uur, ik bleef er staan, er stonden meerdere vrachtwagens, een ristorante, de wereld zit toch vol met merkwaardige tegenstellingen.
Aan het eind van de oorlog, april 1945, werden Mussolini en Clara gefusilleerd en daarna is er met hun lichamen onsmakelijk gesold, maar wie was die man toch, Benito, hoe toch te "taxeren", hij, die de geschiedenis inging als enerzijds de held van dit land, anderzijds als nare, foute fascist.
Ziehier: nu heeft de wetenschap geen oplossing meer, Mussolini was slechts éénmalig, zo ook zijn leven. Niemand kan dat overdoen terwijl de wetenschap zonder antwoord achterblijft.
Boven in de bergen, smeltende sneeuw, ze verdwijnt langzaam in het water, zakt af, het Lago di Como in dat later, onderweg, de Adda vormt, de rivier, ze stroomt en stroomt, verdwijnt in de Po, het water, kabbelend, oostwaarts, totdat ze in de delta bij Chioggia en Porto Viro verdwijnt in de eeuwigzingende zee.
Je kunt er niet omheen, om de geschiedenis, Benito en Italië, voor altijd met elkaar verbonden, of je het nu leuk vind of niet.
Aldus schreef ome Willem.
---