Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 3 november 2011

Grijs.

Het was mistig en grijs, vanmorgen, de lucht, alles, zo grijs als mijn baard en onder die conditie reed ik de brug over de Wisła over en reed Płock binnen, het stadje dat tijdens de Duitse bezetting door die lui Schröttersburg werd genoemd en de stad waar een enorme raffinaderij van het Poolse Orlen gezeteld is.

En ergens tussen de terreinen van Orlen, zat het laatste afleveradres dat ik erg snel had afgeleverd, ondanks de mist waardoor het slecht zoeken was.

Daarna langs de noordkant van de Wisła gegaan waarbij ik langs enorme koolakkers en andere groentenakkers kwam, benevens een gebied met zeer veel fruitbomen, hier meestal appels.

In Dobrzyn nad Wisła keek ik links de straatjes die naar de rivier lopen in waardoor ik nog net een glimp van het water op kon vangen. Het bleef maar fris vandaag, nauwelijks zes graden, ook toen de zon zich af en toe door de mist wist heen te prangen, en ook, toen ik via de stuwdam over de Wisła en langs Włocławek richting Poznań snorde. Tussen Kruszwica en Strzelno kwam de zon er echt even goed door terwijl ik in Trzemeszno even halt hield voor een warme chocolademelk.

Na Gniezno werd het al wat schimmiger, een bijna-mist, tezamen met de zonnestralen, deed de in herfsttooi van de aan de wegkant aanwezige berkebomen paradijselijk oplichten, als ware ze met hun witte stammen van een andere of vroeger wereld.

Na Pniewy, toen ik opstoomde naar Świebodzin, kwamen in grote vaart enorme nevelwolken, als grimmige bosgeesten, aansnellen die de zon deden verduisteren. Zo nu en dan zag je nog een grote donkerrode bol, gelijkend op een reuzenmandarijn, maar toen die achter de aarde was gevallen en het helemaal duister werd, kon ik de wegstrepen nauwelijks meer zien, wat duidde op een weersgrens.

Die grens liep, inderdaad, bijna gelijk met de landsgrens, want daar bleken de bosgeesten niet meer rond te dolen en direct liep te temperatuur flink op en passeerde zelfs de elf graden.

Rond zessen en zonder nevel kwam ik het land van onze oosterburen binnen, passeerde Berlijn en niet lang daarna was het gebeurt met de rij-tijd en zocht ik een voertuigstal op, een grote parkeerplaats met een Aral-pomp. Boven mij sterren, en een bleke halfwas maan.

Vaal, en misschien een beetje baardgrijs.

Aldus schreef ome Willem.


---