Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zondag 18 september 2011

Voie sacrée.

De terugkeer vrijdag liep voorspoedig, zonder enige kommer en kwel. De twee paletten gevaarlijke stoffen die ik zonder documenten vanuit het zuiden bij me had waren bestemd voor het stadje Longuyon dat tegen het Belgische koninkrijk aan ligt.  

Daardoor kwam ik door een streek die ik hier nog niet beschreef, maar die ik voorheen nog wel eens als alternatieve terugreis nam. Na Dijon via Chaumont naar Saint Dizier en vandaar noordwaarts, naar het oude hertogdom aan de Bar, Bar le Duc, een stadje, oud, ontstaan in een smal dal. 

Vandaar reed ik via een oude route nationaal naar Verdun, (Verden in het Vlaams, maar wie weet dat nog?) een route nationaal, echter zonder nummer, maar met de naam Voie Sacrée, vrij vertaalt, de herinneringsweg en die zo heet omdat in deze streek het hardst werd gevochten in de eerste wereldoorlog, hier niet voor niets le grande guerre, de grote oorlog genoemd. 

De streek is doordrenkt van mensenzielen, met bloed, en om met de cineast Wobma te schrijven: "vanonder elke kleikluit loert hier een schedel".

Hier, in deze streek, sloegen, schoten, verminkten talloze Kaïns hun broeder Abel, soms op één enkele dag meer dan 10.000! en de verschrikkingen hier zijn met geen leptop te beschrijven.

In de omgeving vindt men dan ook zeer veel oorlogsgraven, en omdat in de tweede wereldoorlog hier ook een fanatieke slag werd geleverd, zijn er ook nogal wat graven te vinden die weer herinneren aan dié oorlog. Vanaf Verdun ging het verder, naar de klant in Longuyon, waar ik de twee chemische palleten achterliet en toen via het dorpje met de mooie citaldel van de graven van Chiny, Montmedy, naar Virton, het zuidelijkste stadje van België en dat zo heet omdat de Vire en Ton hier samenvloeien. Niet lang daarna reed ik via Habay naar Martelange, en om de tunnels, verboden voor ADR-vervoer, in Luik te ontwijken, reed ik via Bastogne, bekend om de koeken (koek de Bastogne, dennekoeken) naar de weg Saint Vith-Verviers waardoor ik rond vier uur Nederland weer binnen kwam.  

Tijdens de terugreis door Nederland dacht ik even aan de vele graven waar ik langs reed, vaak graven van jongens die nog maar net met leven begonnen waren.

Toch kon ik even een glimlach niet onderdrukken bij de gedachte aan de Duitse oorlogsbegraafplaats waar ik die middag langs kwam, een oorlogsbegraafplaats uit de tweede wereldoorlog, want onwillekeurig dacht ik aan een gedicht van Gerrit  van de Linde, alias Den Schoolmeester, die enkele grafgeschriften, zoals :

Hier ligt Poot.
Hij is dood, of,

Wie mij hier uitkrijgt, zonder geweld of list,

Krijgt twee gulden vijftig vrijgeld en tevens het behoud van de kist, en

Geen grafgeschrift zo rijk, als Uw naam, o Bilderdijk!, schreef.

Maar nu dacht ik aan: 

Hier liggen er honderd van de Nazi,
Tevoren vol lawaai.
Thans zonder conversatie.

Aldus schreef ome Willem.
 
---