Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 13 september 2010

Jaen d' Arc.

Het leken net geografische kaarten van verre, onbekende oorden, de wolkenmassa's. Misschien leken ze wel een beetje op de Dalmatische kust of de finse scheren, maar vooralsnog onbekend.

Later was het helemaal opgeklaard en de landerijen lagen er geoogst bij, hier en daar stond nog wat mais en klaver, maar verder was alles er af. De weg voerde mij langs een weg waar ik in de zomer haver, speld, rogge, tarwe en gerst had waargenomen, maar vandaag, tussen Granville en Marseille, was nagenoeg alles verdwenen.

Op sommige akkers meende ik zelfs wintertarwe waar te nemen, maar ik weet niet of die constatering juist was. Later op de dag weer wolken, dit maal net grote wattendotten, en daaronder, waar ik reed, een overweldigende natuur.

De allereerste herfsttekenen in vorm van ietwat geelgerand blad kun je al waarnemen, maar verder was de dag zomers met soms wel meer dan 25 graden.

Vanmorgen al meteen een omleiding vanwege kennelijk een groot ongeluk, tussen Antwerpen en Gent, waar ik vóór zes uur reed, dus dan rekent u maar uit hoe vroeg ik vertrok.

In plaats van de aangegeven omleiding te volgen reed ik tot Sint-Niklaas en vandaar over de oude "baan" naar Lokeren om zo versperring bij Waasmunster te omzeilen. Even voor Lille week de duisternis voor het ochtendgloren. Ik was weer op weg naar de executieplaats van de te Domremy geboren Jean d' Arc, de stad Rouen dat zelfs nog een nederlandse schrijfwijze kent, Rouaan, en reed daar op de mijn gebruikelijke wijze naar toe. Maar eerst nog een adresje lossen in Aubevoye, dus na Lille, Aras en Amiens via Poix de Picardië, Marseille en Gournay en Bray naar Les Andelys en dan, meteen na de brug over de Seine zat mijn eerste klant die echter net ging eten en daar hadden ze, ouderwets, anderhalf uur voor nodig. Nadat ze van de maaltijd waren teruggekomen duurde het toch nog tot twee uur voordat ik het ene vaatje er uit had en mijn weg kon vervolgen. Vandaar langs de Seine, via Pont de l'Arche naar Rouen en het koste nogal wat tijd bij de klant te komen omdat die juist aan de andere kant van de stad huisde, maar rond drie uur kon ik mij aanmelden en in korte tijd was de handel er uit. Toen had ik nog één adres over, iets onder Chartres, dus reed ik het eerste stuk terug, sloeg af richting Evreux en zo naar Nonancourt en vandaar via Dreux richting Chartres en op weg daar naar toe, toen de tijd bijna op was, vond ik een grote, maar vrij onbekende parkeerplaats met bijbehorende eetgelegenheid en nu sta ik hier als enige Nederlander tussen alleen maar fransen, maar wel vanuit alle windstreken.

Vanuit mijn cabine zie ik in de verte een hoge paal met een verlicht Les Routiersbord. Het is bijna donker en een klein schilletje van de wassende maan, net nog goed zichtbaar, zit thans verscholen achter nevelwolken. Zo nu en dan klom er nog een truck met een hongerige bestuurder het terrein op rossen en ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de nevel als maar dikker wordt. Het zal morgen wel wat frisser zijn.


Intussen mijmer ik nog wat na, over die twee verschillende foto's die ik heb van het standbeeld van Jean d' Arc die rond 1450 in Rouan op de brandstapel ter dood werd gebracht. In haar geboortedorp staan haar standbeeld, maar tussen 1963 en 1981 heeft een vervanging plaatsgevonden, want ik sta met mijn broer en moeder op de foto, als klein jochie, rond 1962 en ik sta met mijn dochtertje op de foto, rond 1981, en toen ik beide foto's vergeleek bleek dat het standbeeld van Jean d' Arc op de eerste foto geheel anders te zijn dan op de latere. Er is kennelijk een aanleiding geweest om het standbeeld van deze dame aan te passen, maar tot op heden ben ik nog niet achter de rede gekomen.

Aldus schreef ome Willem.
---