Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 5 januari 2010

5 januari 2010 (N.C.).

Na een aangename nachtrust in een omgeving met 16 graden onder nul en met mijn kacheltje op Middellandse zee temperatuur werd ik vanmorgen om even voor vijven wakker en na mijn aangezicht wat te hebben verfrist, knorde ik tevreden verder. Doordat het helder was en van elders licht kwam, vermoedelijk van de maan die ik niet zag, blonken de besneeuwde toppen op een bijzondere manier terwijl ik daar beneden in het dal reed. De weg, zoals gewoonlijk hier zeer stil, en de na-nachtelijke omgeving deed voorkomen of ik in een bommellandschap rondreed met aan twee kanten van mij grimmige bergen. Vanaf Innsbruck begon het te krieken en dit verschijnsel zette zich voort bij het beklimmen van de Brennerpas. De temperatuur, die in het dal ver beneden tien bleef, liep hier op naar min vijf, maar de lucht bleef maar helder en ook de zon liet zich zien. En voort ging het, de Brenner af, Vipiteno (Sterzing) voorbij, Vipiteno, het oude douaneterrein waar ik, toen landen nog landen waren en dus grenzen hadden, echte grenzen, bij elkaar enige weken heb vertoeft omdat destijds, tot ca. 1993, de italiaanse douane altijd veel meer tijd kwijt was met het inklaren, zeg maar "italiaans maken" van de goederen dan andere landen. Meestal meer dan een halve dag, maar ooit heb ik hier ook wel met een vracht gatenkaas meer dan een week gestaan. Verbazingwekkend voor mij nog steeds om hier zonder enige ambtelijke hinder door te rijden en door te gaan, Bolzano (Bozen) voorbij en daarna Alto Adige (Sued Tirol) uit. Vroeger sprak men zelfs duits tot en met het verderop gelegen Trento en wie het boek Reis naar Italië van Goethe kent weet dat toen nog Trento Trens heette. De provincie Zuid Tirol, op z'n italiaans Alto Adige (alles boven de rivier de Adige) werd door een hele nare meneer omstreeks 1939 aan de italianen gegeven en sindsdien spreekt de bevolking tot Bolzano nog duits, daarna alleen nog ten westen van de autostrada, terwijl links daarvan alles reeds werd veritalianiseerd.
Na het echte Italië te zijn binnengegaan bij Trento de autostrada verlaten en koers gezet pal naar het oosten, een risico, want de lucht was inmiddels steeds dikker bewolkt aan het raken en dus zou sneeuw wel eens mijn deel kunnen worden. Maar het ging bijzonder goed, eerst de Valsugana door waarbij je langs de Brenta rijdt en dan een berg over naar Feltre, naar de bron van de Piave en die rivier gevolgd, naar Belluno, een prachtige tocht waarbij ik -en ik denk velen met mij- altijd onder de diepe indruk kom van dat prachtige fameuze berglandschap waar je dan doorkomt. Bergen die daar al sinds mensenheugenis liggen, die de eerste bewoners toelieten, die Hanibal met z'n olifanten doorlieten, die getuigen zijn van passerende kruistochtenlegers en van vele, vele andere zaken, zoals de Giro, maar daar zie ik ze dan, onverstoorbaar, zwijgend. Na Belluno, een schitterend stadje, volgde Vittorio Veneto en daarna kwam ik aan bij mijn eerste client in Cognegliana waar ik in een mum van tijd de handel er uit had. Daarna nog even doorgegaan en via Venezia (Venetië) de weg op gegaan langs de Adriatische kust richting Ravenna. Inmiddels was de temperatuur gestegen tot voorjaarswaarden, een enkele keer zelfs boven de tien graden, maar na de imponerende havenplaats Chiocha daalde de temperatuur tot twee graden en nog later reed ik in zelfs in een besneeuwde omgeving alsof ik teruggekeerd was in Zwitserland. Even voor Ravenna waren de uren op en heb het voertuig stilgezet, in de sneeuw, natte sneeuw gelukkig. Alhier een eenvoudige maaltijd en dan de oogjes dicht. Morgen gaat hier, in verband met een feestdag, om acht uur een rijverbod voor vrachtverkeer ik, dus vertrek ik om een uur of vier en hoop voor achten in San Marino aan te komen en daar betrokken feestdag, drie koningen, te vieren, of, in ieder geval, waar te nemen hoe men dat hier dan viert.


Aldus schreef ome Willem.
---