Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zondag 30 maart 2014

een kleine indruk.

Van de laatste omzwerving

Zeeland, nabij Bruinisse

Net Frankrijk binnen, bij Abeele

soms merkwaardige bouwsels

Les Hayons, de knaagschuur

De oude driesprong.  Rechts af naar Rouan, rechts naar Le Havre

Tôtes

Vuurtoren in Normandië

Een tweede routier, nabij Osmanville, Manche

Saint Mêre Eglise, de kerktoren waar de parachutist in 1944 bleef hangen.

Briquebec

ver in de Manche


Het middeleeuwse kasteel van Briquebec

Uitzicht over de Seine

Een derde haphut, nabij Saint-Omer

prachtige zonsopkomst

Alwederom Abeele, kijk goed links, de opengeslagen slagboom zit er nog. 

Vlaamse weg

Nabij Tielt

Eeklo

De grens

Vanaf de zeelandbrug

langs het kanaal, over de oude weg naar Frankrijk


Rechts de brug, nu vanaf de andere zijde.  Vroeger kon je er, voor recht door, ook rechts onderdoor. 

een oude smulhut, hier op de grens.

Diverse wegentypen

Afdaling Saint Pol


Diverse wegentypen

in 't noorden




indruk van de Parijse hallen, Rungis, laar op de dag, als alle drukte voorbij is. 





een laatste routier, tussen Soissons en Laon

met grappig interieur boven de toog

en verder,

langs Laon.

vrijdag 28 maart 2014

D zwrftcht, de zwerftocht.

En opeens, floep. Weg! Weg, verdwenen, terwijl het klaar was voor verzending, maar doordat er door mij op een fataal knopje werd gedrukt, verdween al hetgeen ik scheef in het niets. En 'k vond het juist zo'n leuk verhaaltje; over mijn zwerftocht in Noord-Frankrijk, over adem en lucht dat letters in beweging zet, dat noten doet leven.

Woensdagmorgen vertrok ik, alweer vroeg, Abbeville voorbij, Hesdin, Steenvoorde, Ieper en de oplettende benevens trouwe lezer zal 't opgevallen zijn; ik kopieerde de heenweg in tegengestelde richting, edoch ene Obama strooide roet, stak een spaak in het wiel.

Eigenlijk behoort men een taal klinkers te onthouden. Klinkers immers fungeren als een soort tomtom in de taal; zo en zo dient u mij uit te spreken, zo, en niet anders, met een dwangmatigheid die geen grenzen kent; erg eigenlijk, en ook dom.

Wie dat is? Ach, dat maakt niet veel uit; wel dat die ene Obama rond Kortrijk iets zou bezoeken en het behaagde de Belgische overheid om voor hem vele wegen te sluiten; vandaar dat ik na Ieper verder ging over Roeselare, Tielt, Aalter en dan door Meetjesland, en dwars door het stadje waar in 1500 Karel de Vijfde geborden werd, Eeklo, en niet lang daarna bereikte ik via een onbekende kleine grens Nederland.

Er zijn diverse schriften, schriften zonder uitgesproken onderscheid tussen klinkers en medeklinkers: wellicht chinees, en er zullen er vast meer zijn; maar één ervan is het eeuwenoude hebreeuws dat vrijwel alleen letters, "mede"klinkers kent. Hoe dan? Hoe spreekt men?

Over de Zeeuwse delta, eerst naar Schiedam, later Almere, twee adressen waar ik handel haalde voor achter in de kar om deze vervolgens weer weg te brengen; dezelfde woensdag stond ik alweer met de grill richting Frankrijk; maar eerst liet ik de nacht voorbij gaan, een koude, frisse nacht met een steeds afnemender maan.

Zoals noten verkeren in doodsnood, zonder enig geluid op de lessenaar staan, op de muziekstandaard; maar dan, als de cellist de strijkstok ter hand neemt, of de hamers van het pantserraam met de toetsen worden aangestuurd, de adem door de dwarsfluit wordt geblazen, komen de noten tot leven, vullen de ruimte, allegro, ma non troppo, of een riante adante.

Eerst een stuk al te saaie snelweg, Antwerpen, Gent, afbuigend naar Oostende en dan verder langs de kust; in de verte de silhouetten van Nieuwpoort, bij Veurne er af en langs het kanaal, over de oude weg verder, tot aan Duinkerke; reeds vroeg in de morgen de lading uit Schiedam lossen in de haven van Loon Plage waar ze scheep gaat; ik had het wel zelf willen wegbrengen; Nouma, Nouvelle Caledonië, opzij, ten oosten van, Australië.

Zo ook de harp; de snaren doen niets, niets uit zichzelf, ze vormen louter een geraamte, evenals het pantserraam van de pianoforte; gelijk letters zonder klinkers. Wanneer dan de snaren gevoelig worden aangeraakt weerklinkt de toon, in allerlei aarden, naar gelang de aanslag; hard, zacht, weemoedig, boos.

En weer, voor de tweede keer, doorkruisde ik de Franse vlakten, eerst langs Saint Omer, dan Saint-Pol-sur-ternoise, Fervent, Doullens, dan langs de stad met de grootste, vervolgens langs de stad met de hoogste kathedraal van Europa, Amiens en Beauvais, en in Saint-Ouen-l' Aumône, vlak voor Pontoise, noordwest Parijs, haalde ik en-passant nog een palletje op; halverwege de middag kwam ik aan in Plaisier, zuidwest Parijs voor een laatste losadres.

Laat op de middag lukte het mij nog om in Rungis, (zuidoost parijs) bekend om zijn enorme markthallen waar zo ongeveer alle voedsel voor de inwoners van de Franse hoofdstad wordt verdistribueerd (schrijf ik dat wel goed?) nog twee pallets op te halen; een derde bleek zoek, maar achteraf te staan in Mory, Parijs noordoost, hetwelk ik vanmorgen ophaalde. Onderweg terug, tussen Soissons en Laon, kreeg ik een lekke band.

Zo ook de geschreven taal; ze zou louter met letters, met mede-klinkers geschreven moeten worden; en dan de adem, de adem van de stem zou ze, gelijk een muziekinstrument de noten vanaf een notenbalk tot leven wekt, de letters doen ontwaken; naar eigen inzicht, met eigen, originele en onafhankelijke klanken.

Terwijl ik op de bandenman wacht schrijf ik opnieuw, tracht de letters, die ik vannacht bij ongeluk verwijderde, opnieuw leven in te blazen; wie weet, lukt het deze keer. Zodra de band gemaakt is vertrek ik weer, maak de noordfranse zwerftocht af, en rij vervolgens het weekeinde in.

Aldus schreef ome Willem.
Lds schrf m wllm.


---

woensdag 26 maart 2014

Onderweg

Pont Tancarville, Normandië in de verte
Op weg naar Caen
Het kasteel in Briquebec
De Manche
Briquebec
Opkomende zon in Noord-Frankrijk

De bloedklank.

Omaha, en Utah, zijn, naast drie anderen, wel de twee voornaamste namen in verband met de bevrijding van het Duitse Nazi-juk dat enkele jaren als een grauwe deken over een groot deel van Europa heeft gelegen; tussen die twee het stadje Carentan dat zich verweerde tot bijna de laatste man.

Eerst nog kwam ik, nadat ik over de Pont de Tancarville Normandië binnenreed langs Caen en daarna Bayeux, de eerst stad die in Juni 1944 was bevrijdt en waar Generaal de Gaulle, de latere president van Frankrijk, zijn eerste toespraak hield.

Forse klanken, ik had ze gevonden, Ries mag dan niet erg bekend zijn, maar ik kon er wat van krijgen; het forse, bijna boze, opstandige begin van zijn tweede symfonie vulde de stuurhut.

Maar 't kostte veel, wellicht té veel; bij de landing van het Amerikaanse leger, nu zeventig jaar geleden, sneuvelden er in enkele uren een paarduizend jonge soldaten; door Duits spervuur, door op het stand aanwezige mijnen en door een overvliegend Duits vliegruig dat genadeloos op strijders schoot; Omaha en Utah, twee enorme schepen vanaf waar de toestroom van soldaten op de Normandische kust plaats vond en namen, waarmee later de twee Franse kusten werden gesierd.

Na de protestklanken van het eerste deel, klanken van de andere wereld; na die van voor, die van na de slag, profetisch hoorbaar, met soms opkomende verontwaardiging: Ries, Ferdinand Ries zag verder dan hij ooit bevroeden kon.

Amerikaanse namen, Utah, genoemd naar een westelijke woestijnstaat, Omaha, een stad in de staat Nebraska en duizenden Amerikaanse graven; op de zo typisch Franse hectometerborden staan rond de kust in elk daarvan een naam en rang gegrift van één van de vele gevallenen.

Saint Mêre Eglise, ook daar kwam ik langs. Het stadje waar destijds parachutisten neerstreken om de nazi's in de rug aan te vallen; twee van hen bleven met hun valscherm aan de kerktoren haken en hingen hulpeloos te bungelen; één van hen was getuige van het gevecht dat onder hem plaats vond, hoe een Duitse soldaat zijn geweer op hem richtte, maar dat dit gezien werd door zijn Amerikaanse medestrijder en die richtte op de Duitser die dat in de gaten kreeg, probeerde, alvorens de parachutist te doden, zijn Amerikaanse belager om te brengen: hij schoot, trof hem in de buik terwijl de Amerikaan de Duitser door het hoofd schoot; beiden sneuvelden onder het toeziend oog van de weerloze parachutist.


De ontkenning van de werkelijkheid, Beethoven's leerling voorvoelde dat er niets aan viel te begrijpen door het meer dan vijf minuten durende Allegretto: het menuet met steeds de halve maat stilte; hoorngeschal, opkomende woede, hoofdschuddende gelatenheid; doden die niet meer terug te halen zijn.

Midden op de Manche, want zo heet het departement waar bovenin de stad Cherbourg ligt, ligt Briquebec met een meer dan duizend jaar oud en in redelijke toestand verkerend kasteel; ongeveer tien kilometer aan beide zijden bevonden zich twee dorpjes waar ik de uit Nederland meegetorste goederen achterliet; Negroville en Benoitville, de laatste pal aan de kust; daarna zette ik koers terug, weer langs de historische plaatsen, tegenwoordig door de Franse toeristenindustrie commercieel uitgebuit, tot het onsmakelijke af.

Maar zo gaat dat; de meesten die hebben meegevochten en overleefden, zijn immers ook thans niet meer; nog slechts een enkeling en die is dan 87 of ouder; wie maalt daarom? Ook Carentan vroeg om mensenbloed, veel mensenbloed; het stadje moest de legers van de Omaha en Utah aaneensluiten; het duurde meerdere dagen en nog, nóg schreeuwt het geronnen bloed als een aanklacht tegen de mensheid vanuit de aarde op omhoog; wie o wie geeft rekenschap?

Onder de vele soldaten die vanuit de Utah de Normandische kust bestormden bevond zich een verslaggever van de Times, de latere nobelprijswinnaar Ernest Hemingway; er zijn wellicht meerdere oorzaken, want Hemingway was bij vele oorlogen ooggetuige geweest, maar met name onder de verbijsterende indruk van al de gruwelen die op die dag op het strand van de Manche hadden plaatsvonden maakte hij in 1961 een einde aan zijn leven.

Nogmaals; wie geeft rekenschap?

In de avond kwam in nog tot Les Hayons, een klein gehucht niet ver van Neufchatel en Bray waar zich één van de laatste goede routiers bevind, altijd druk en waar je de truck in op een na regen met bagger gevulde parkeerplaats kwijt kunt.

Het in mol geschreven c-minor-gedicht eindigt met een tergende finale, allegro, weerbarstig, door merg en been; met name daarom weigerde men het uit te voeren. Eerst, pas na lang aandringen en meer dan vijf jaar na het te hebben geschreven; klanken van bloed dat tot de hemel roept.

Aldus schreef ome Willem.
---

dinsdag 25 maart 2014

LKW WALTER

Naarst waberer! Het "zonnetje", zijn er nog andere snelwegknallers!

---