Afgelopen vrijdag was het zelfs nog, na een kille nacht, fris, maar de opkomende zuidenwind deed reeds haar voorspellingen toen ik vanuit Arras eerst via Gent, Zelzate en de Zeeuwse Delta, naar Rotterdam reisde, de vermaarde wereldhaven, de stad waar musicus en componist François-André Danican een lange tijd woonde en juist na eveneens een tijdskanteling grote schaaksuccessen boekte, een opening ontwikkelde waarna partij na partij door hem gewonnen werd.
Merkwaardige belevenissen in Rotterdam, alles in samenhang met de laatste omwenteling, het begin van het volstrekt absurde: in opdracht van een zekere firma haalde ik uit Bordeaux een spoedvracht op die echter werd geweigerd met als rede dat de vracht door het eigen kantoorpersoneel niet werd aangemeld.. U begrijpt het niet? Terecht, want 't is zó absurd.
Na nog een via versa Amsterdam vertrok ik weer vroeg, maandagmorgen, naar Venlo waar ik een zware lading de kar in kreeg met bestemming Zuid-Frankrijk en via Maastricht, Weiswampach, Luxemburg, Nancy en Epinal bereikte ik nog Lons le Saunier.
Danican ontdekte, rond 1750, of beter geschreven, ontwikkelde de voorste, gelijke rij tot de ziel van het schaakspel in een tijd dat de stukken er achter, de Koning, Dame en andere hogere, meerwaardige, stukken ook in de omliggende maatschappij aan invloed inboette. Opmerkelijk, in een tijd dat de voornaamheid de wereld verliet ontwikkelde pionnen zich als ziel en meester van het schaakspel. Vermoedelijk weet menig Rotterdammer niet eens dat ze dit grote talent, die als familienaam, ooit geschonken door Loderwijk XIII, ook Philidor met zich meedroeg, in haar midden heeft gehad.
De plotseling uit Afrika opkomende warmte diende zich aan als vurige kolen, als een Hoseaanse beklemming: de vele diepgroene bomen, 't was alsof ze een stil gesprek voerden terwijl prachtig ontluikende papavers en pioenrozen harmonieuse achtergrondmuziek speelden waarbij de gewassen op de akkers in vervoerend gezang de prachtigste liederen zongen, zongen zoals nimmer tevoren.
Uitersten; hete lucht, hevige regenval, een verloren lente; de gevolgen, ze zijn er, maar omdat ze niet te overzien zijn wordt er geen acht opgeslagen terwijl de ene na de andere pion van het bord verdwijnt. De Eurocrisis is niet zomaar een crisis; ze is het gevolg van de laatste zetten in een delicaat pionneneindspel waar het er dit keer extreem aan toe gaat, waar het laatst overgebleven witte stuk de zwarte vrijpion een halt probeert toe te roepen.
Zal het lukken? Terwijl ik van het rumoerige Lotharingen de glooiende velden van de Jura binnentrok, de Moselle en de Doubs achter mij liet, ontwikkelde voor en rechts van mij het onweder; heel hoog, bijna onbereikbaar, grijszwarte dreigingen; een toren die zich nog net op de laatste rij wist te nestelen en de promotie tegenhield; maar voor hoelang?
Niemand weet waar de nieuwe tijd met zijn nieuwe, veranderende, spelregels, zich heen zal vlieden; zoals de herinnering geen tijden kent.
Maar wel, dat elke partij zijn einde kent; zonder of nog met een laatste pion op het bord; matzetten zijn soms onvermijdelijk en onverbiddelijk; de eerste stroven van Don Giovanni klinken reeds; de aarde brengt immers niet alleen vruchten, maar ook klanken voort.
Aldus schreef ome Willem.
---