zaterdag 2 april 2016

Belzjikistan

Alweer eentje; inmiddels, als we ze allemaal tegelijk opplakken, raakt het voorruit geboerkadeerd, een bewijs dat men in Europa knettergek geworden is.

De eerste april, 2016, 445 jaar ná die eerste eerste April, toen overste Langnagel, beter bekend als Willem de Tweede van der Marck van Lummen, kort genoemd Lumey, met een andere Willem, Willem Bloys van Treslong, met een aantal geuzen de stad Brielle op de Spanjaarden veroverden, moesten alle vrachtvoertuigen die in en door België rijden, voorzien zijn van een enorm digitaal apparaat waarmee tol wordt geheven.

Die dag, gisteren dus, vertrok ik uit Noord-Luxemburg via het Duitse Dasburg, naar Pronsfeld waar ik een volle vracht in de oplegger kreeg met bestemming Nederland en voor als terugweg nam ik een niet allerdaagse route.

Tolkastjes; inmiddels snort elke vrachtwagen die door Europa rolt met een hele serie tolkastjes in 't rond, geplakt op de voorruit waarvan de oorspronkelijke bedoeling is dat je daar veilig doorheen kunt kijken. Bekend is, dat er door de hermandad opgetreden wordt tegen al te veel voorruitversiering indien deze door vervoerder of bestuurder zijn aangebracht, maar merkwaardig genoeg lijkt dat opeens niet meer te gelden indien de diverse overheden bepaalde stickers en kastjes verplicht stellen; stickers met een grote 3, 4, 5 of 6 voor de doorgang in sommige tunnels, en tolkastjes voor bijna elke afzonderlijke lidstaat en daar is dan op 1 april die voor de Belgische snelweg bijgekomen.

Terug reed ik, eerst een stukje op aan de Duitse kant langs de Belgische grens en nabij Büllingen kwam in het nieuwe tolland binnen; inmiddels hadden mij berichten bereikt dat het op de snelweg, in verband met de nieuwe tol, een chaos was: kastjes die het niet deden, kastjes die ook bij stilstand door bleven tellen, kortom, de snelweg, toch al niet mijn favoriet, wilde ik, zeker dit keer, zo veel mogelijk vermeiden; de tol immers moet alleen betaald worden voor het rijden over de snelweg.


Hoewel de verovering van Den Briel op de Spanjaarden op die eerste april 1572 als een heldendaad wordt beschouwd en eigenlijk het begin van de Tachtigjarige Oorlog heeft ingeluid, is die daad, en vooral de nasleep ervan, minder fraai dan menigeen weet. Vooral Lumey heeft zich als een ware wreedaard gedragen. Lumey had, nadat de graven Egmond en Hoorne op het marktplein van Brussel waren onthoofd, gezworen dat hij zowel zijn baard als nagels niet meer zou knippen voordat hij voor die misdaad wraak had genomen hetgeen hem die bijnaam Admiraal Langnagel had bezorgd en hoewel Willem van Oranje ook aan de geuzen had bevolen gewetensvrijheid te waarborgen, is Lumey met zijn trawanten beestachtig tekeer gegaan met vooral katholieke geestelijken; 1 april heeft daarom een veel minder frisse smaak dan menigeen vermoed.

Tolkastjes zijn er in diverse maten; Italië heeft er eentje van ongeveer drie bij vijf centimeter, Frankrijk, Oostenrijk en enkele voormalige Oostbloklanden hebben kastjes in afmetingen ter grootte van een mobile telefoon; een Duitse kast ongeveer zes bij vijftien centimeter die horizontaal moet worden geplaatst; al met al, zeven apparaten die reeds voor een groot deel het uitzicht belemmeren; waren het niet overheidgerelateerde hebbedingetjes, had menig chauffeur reeds een bekeuring te pakken en een verwijderplicht gehad.

Ondertussen sloeg ik de weg op naar het Signaal van Botronge, naar het hoogste punt van België en Baraque Michel terwijl de nacht er voor ervoor gezorgd had dat op alle hogere delen nieuwe sneeuw lag waardoor ik vanaf diverse plaatsen een kostelijk oogstrelend uitzicht had; daarna volgde een lange afdaling naar Eupen; langzaam liet ik 't gevaarte naar beneden zakken.

Maar de Belgische tolkast slaat alles met een afmeting van bijna twintig bij twintig centimeter en daardoor neemt ze een belangrijk deel van 't uitzicht door de voorruit weg; hoofdschuddend had ik 't malle ding geplaatst en 't hoofd ging nog meer schudden toen ik vernam dat het grootste apparaat ook nog met de grootste storingen bleek behept en tijdens de afdaling dacht ik na over het al te veel aan kastjes op de voorruit waardoor het er veel van weg heeft of de chauffeur lijkt door een boerka de wereld in te loeren; de boerkatruck, gevolg aan een overdaad aan kastjes, absurd gewoon.

Vanuit Eupen kroop ik omhoog en rolde via Henry-Chapelle naar de Planck, naar daar, waar ik ongestoord en ongetold Nederland binnen kon sluipen. De Euro-regering zetelt te Bruxelles en lijkt het allemaal goed te vinden; chauffeurs zonder uitzicht waarvan de lidstaat die ik net uitreed de grootste uitzichtvervuiler levert en wie meent, dat al die tolkosten niet, uiteindelijk, voor rekening van de consument komt, heeft geen last van enige realiteitszin; al die tolheffing op vrachtvervoer is heffing op consumptiegoederen en is natuurlijk niets anders dan een verkapte BTW-heffing; de Transport Toegevoegde Waarde.
Merkwaardige overeenkomsten; de Tachtigjarige Oorlog vond zijn oorsprong in het heffen van de tiende penning, met het heffen van de BTW, Brussel als onthoofdingsplaats, 1 april de bril van Alva waardoor het uitzicht bedorven wordt.

Terwijl ik het laatste eind naar huis rolde hoorde ik van lange wachttijden aan de grenzen vanwege niet werkende tolkastjes, blokkades op diverse plaatsen en ander gezever rondom de tol. Waarom weet ik niet; misschien wel een boodschap van een andere wereld, maar
Belzjikistan flitste er door mijn gedachten.

Een mooie naam voor het Europa-op-Drijfzand, voor de wanunie waarin wij leven. Waarom? Tja, dat weet ik ook niet precies. Misschien ben ik, samen met Europa en Langnagel ook wel knettergek geworden.

Knettergek in Belzjikistan.

Aldus schreef ome Willem.

.