Een grauwe deken heeft zich over Europa ontrold; ongrijpbaar, onheilspellend. Noem het kwaad gesternte, dagen des kwaads, ze zijn gekomen. We zitten er middenin; in de vroege morgen, tussen leeuw en maagd, verschijnen jupiter, mars en venus op rij in een maanloos duister.
Natuurlijk schaakte ik afgelopen dinsdag, evenzo natuurlijk dat ik thans weer onderweg ben en me voor de ingang van 't zo verbijsterend getroffen land bevind, thans bewaakt door in 't blauw gestokenen; terugkeer van de douanier.
Is 't het jarenlange leven in armoede in de Parijse buitenwijken, vermengt met religieuze waandenkbeelden?
Ik vraag maar! Of louter Godsdienstwaanzin? Welk ideaal zit er achter zelfmoord? Is 't een offer? Of toch?
Toch ook armoede? Een zinloos betonblokkenbestaan? Gekweekt onbehagen? Even verderop wordt elke personenauto staande gehouden; twee, drie gluren naar binnen en soms moet de koffer open.
'T zijn onzichtbare machten; aan ons onmiddellijk oog onttrokken; denk aan de kanteling; ze is niet meer alleen voelbaar; steeds meer zichtbaar; instortende hoogmoed heeft van Europa een prooi gemaakt; een prooi voor ontluikende grimmigheid. En net zoals vallend blad, een straffe najaarswind en steeds langere nachten de winter aankondigen; zo zijn Calais, Parijse aanslagen en de op drift geraakte, binnenkomende volkeren voorboden van onaangename tijden; teloorgang; waar houd het op?
Wanhoop, onbestemde idealen; hoe beschadigd moet je zijn om tussen je medemens een bomgordel te dragen; te laten afgaan. Is 't soms de jarenlange minachting? In 't een strijd tegen de arrogantie? Onzichtbaar woekert het voort; gure, onaangename elementen vonden plaats in de samenleving; vinden hun nest en breiden zich uit. Steeds meer, steeds vervaarlijker. Opkomende, wilde tegenkrachten manifesteren zich in vreemdelingenhaat; achterdocht van alles wat niet Frans, niet Duits of niet westers is; terugkeer van 't diepgewortelde antisemitisme; de briezende leeuw gaat vreselijke tekeer.
Teloorgang alom; de wind raast over de Borinage; verspreidt het bruine blad.
Aldus schreef ome. Willem.
.