woensdag 3 juni 2015

De leedvermaker

Verdwenen was ze, het enorme wolkendek; slechts enkele resten restten nog; een klimmende zon deed een warmere dag vermoeden; 't zijn ook lange dagen, deze tijd.

Na 't lossen, laden, een volle oplegger lege dozen en alles ten oosten van Lyon: Saint Quentin en Saint Vulbas en vandaar uit naar gene zijde van het Franse land; Landiras, om precies te zijn, even buiten Bordeaux.

Laagjes, soms meerdere. Daaruit bestaat een goed verhaal, vertellingen met een dubbele bodem, ja, met meerdere betekenissen. Zo u wilt, diverse werkelijkheden die iets vertellen over eigen toestand; zo langzamerhand ontstaan er twee werelden naast en door elkaar; een apocalyptisch zwart paard galopeerd de wereld rond en zijn ruiter roept:
"Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling" en "breng geen schade toe aan de olie en de wijn!"; 't roept het beeld de weergaloze welvaart uit ten opzichte van steeds meer armere armoede.
Niet alleen de duizenden vluchtelingen; niet alleen grote delen van de wereld waar armoede heerst. Ook in dat deel van de wereld waar de olie en wijn door een groot deel van de bezitters gekoesterd ontstond een zelfkant; wordt gesleurd en geleurt met onderbetaalde arbeiders; miljoenen zijn slachtoffer van ronselaars; men is beter in staat "goedkope" arbeid te distribueren dan broodnodig voedsel; er staat een zwarte dag voor de deur waarvan de hele mensheid de gevolgen zal ondervinden; het grootste onrecht sinds mensenheugenis: miljoenen leven in overvloed, terwijl miljoenen anderen wegkwijnen.

Vanaf het dal van de Ain, Rhône en Saône klom ik naar boven, de bergen van de Beaujolais in, van Anse naar Tarare; achter me een waanzinnig uitzicht, voor mij een dikke 500 kilometer; ik snorde een kleine col over en 't werd steeds warmer en warmer.

Achter de eerste bergrug het dal van de Loire; ik kwam uit te Feurs, ten noorden van Saint-Etienne; dertig, veertig kilometer tot aan de volgende bergrug, de Forez; hogere bergen en ook die snorde ik over; gekleurde bergen, met veel bloeiende, gele brem, rododendrons in vele kleuren rose en paars tussen licht- en donkergroene bomen en dan, na een dik uur en na Thiers weer een enorme afzink, weer een brede vlakte terwijl de horizon versierd werd door merkwaardige, karakteristieke bergen met toppen in allerlei vormen en in de vlakte, ietwat tegen de bergen aangeplakt, Clermond- Ferrand, ooit verstopt, tegenwoordig ontsloten door snelle wegen.

"Elk geweer dat gemaakt is, elk oorlogsschip dat uitvaart, elke raket die wordt afgeschoten, is in wezen diefstal van hen die honger hebben en niets te eten krijgen, van hen die het koud hebben en geen kleren krijgen. Deze wereld geeft niet alleen maar geld aan wapens uit; zij verspilt het zweet van haar arbeiders, het verstand van haar wetenschappers en de hoop van haar kinderen" sprak ruim zestig jaar geleden Dwight Eisenhower, maar in plaats van deze woorde ter harte te nemen slaat Eruopa wederom oorlogstaal tegen Rusland uit: Met het geld dat de wereldleiders vandaag aan bewapening uitgeven zouden gemakkelijk alle hongerende monden gevoed kunnen worden; "De overlevenden zullen jaloers zijn op diegene, die reeds stierven", zo "profeteerde" Nikita Chroesjtsjov.

Ten zuiden van Clermond-F, de oude "N"-89, wederom slingerend naar boven, tot over de duizend meters en dan, dan opeens reed ik een andere wereld in; een wereld met andere kleuren, andere flora; woest en grillig, ondanks de bergen onherbergzaam en zelfs de blauwe lucht kleurt anders blauw; andere adem, er overheerst een andere ruach, een geest vol geheimzinnigheid, een gebied dat zich leent voor sagen en fabels; 't Centraal Massief en ik peerde verder, berg op, berg af terwijl regelmatig een enorme roofvogel cirkelend in de lucht het aardoppervlak verkennende.


Niet tussen gebieden onderling is verschil; 't oude verhaal dat juist lijkt maar niet is: 't is slechts schijn. Maar 't bizarre is, dat 't door elkaar heen marcheert; mensenhandelaren verslepen mensen over duizenden kilometers, louter omdat ze "goekoper" zijn; ze doen hun slavenwerk in en om ons heen; sluwe en listige kooplieden stelen miljoenen over hun bezweette ruggen; de Nederlandse overheid is de grootste profiteur van dit lugubere schimmenspel; de allergrootste bouwprojecten in ons land worden niet door Nederlanders verricht!


Steeds warmer werd het; langzaam naderde ik de westkant; Tulle en Brive, wederom een dal, maar niet zo wijds als de eerste twee, en nadien weer even de hoogte in, maar minder hoog als daarvoor; doorgaan, de loop van de Dordogne volgend; Perigieux en nadien werden bergen heuvels; meer en meer druivenvelden, bijna allen Merlot waar geen lekkere wijn van gemaakt kan worden. Helaas. De wijnstreek rond Bordeaux is gelijk de Champagne: duur en ongezellig, althans wat de wijn betreft.

Na Libourne boog ik af, pal naar 't zuiden, en stak nabij Cadillac de Garonne over en niet veel later stond ik voor de grote wijnfabriek van Landiras waar ik, zowaar in de avonduren, de handel nog kwijt kon; verbaast vertrok ik daarna weer, nu naar het nabijgelegen Bordeaux waar ik nog net binnen de rijtijd aankwam.

Wellicht dat het begrepen wordt: twee verschillende werkelijkheden, twee werelden in hetzelfde Europa, binnen eigen land: twee laagjes, twee verhalen die beide begonnen met een bedrieglijke weegschaal

Uitbuiters van onze tijd, die de armen onderdrukken en uitzuigen in plaats van ze te helpen: voor het eerst in de geschiedenis zijn er, ondanks -of wellicht juist "dankzij"- al onze wetenschap en technologie, ruim 1 miljard mensen die chronische honger lijden terwijl een ander deel wordt versleept van hot naar her om daaraan poen, veel poen te verdienen; en inmiddels draaft het zwarte paard van de apocalyps de wereld door: haar ruiter grijnzend van leedvermaak.

Aldus schreef ome Willem.

Verzonden door ome Willem