Mist, opeens, als een zware deken en vooraf gegaan door het uitbundig stralen van een laaghangende zon; maar eerst vaaldonker en vroeg en merkwaardig wintergefluit; gefluit door evenzo vroege vogels.
Dat was vroeg in de morgen toen ik me onder een bijna volle maan naar de groene stuurhut begaf en wellicht dat maanlicht aangevuld met het kunstlicht van de parkeerplaats enkele vogels uit de slaap had gehouden, want uit enkele bomen klonk afwisselend gekwetter terwijl de gevederde diertjes onzichtbaar bleven: vier uur in de morgen.
Wegwezen, voor de eerste reis van 2015 en ik was reeds bij aanvang al moe, zo moe dat ik tussen Verviers en Malmedy, noog steeds in 't donker, in de reeds besneeuwde Ardennen een uiltje knapte; een uur lang even van de wereld en daarna weer verder, verder door Luxemburg waar flarden mist zich maar met moeite prijs gaven aan een krachtige zon die, samen met de witte velden, soms verblindend licht verspreidde.
Volle zon, stijgende temperatuur en sneeuw lag er tot even voorbij Epinal; op de veg naar Vesoul steeds meer groen tussen het wit, frisgroen naast grijze bossen en bomen; illuster landschap; bovendien was 't merkwaardig stil, vooral weinig vrachtverkeer.
Net voor Besançon dikke mist met erboven een ondoordringbaar wolkendek; bovendien daalde de avond neer; van Arbois zag ik niets; ook niet van Puligny en even voor Lons le Saunier vond ik het welletjes.
Laat, erg laat op de avond weken de wolken en bescheen een volle maan de werkelijkheid om mij heen: zes januari, de dag dat in sommige Europese streken Driekoningen wordt gevierd; Driekoningen waar een onbekend aantal magiërs mee wordt bedoeld maar eigenlijk teruggrijpt op een geschiedenis met twee koningen in de hoofdrol.
Aldus schreef ome Willem.
---