Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 9 januari 2015

De tapasdenker

Als ik het goed heb was het Seneca, ja, zeker, het was de uit Cordoba afkomstige Lucius Seneca die het schreef: wie overal is, is nergens meer. Woorden, die doorklinken tot diep in onze tijd, ja, waarvan de echo juist heden duidelijk te horen is.

Enkele dagen al velt mij een zware kuchhoest, een naargeestige verkoudheid; regelmatig overvalt mij een meer of minder diepe slaap, maar het Zuid-Franse weer heeft er een voor mij gunstige invloed op; woensdag en donderdag strakblauwe lucht; heb zelfs, toen ik toch een poos op mijn goederen moest wachten, een flink stuk kunnen fietsen; alsof het voorjaar te vroeg was gekomen: zestien graden, wellicht soms iets meer, en een messcherpe zon.

Het is al een tijdje in de mode: kleine hapjes eten, ja, veel kleine hapjes, vaak Spaans gerelateerde hapjes, tapas; van alles een klein beetje: het nuttigen van een maaltijd bestaande uit twee of drie onderdelen lijkt z'n langste tijd gehad te hebben en het lijkt wel of niemand meer geniet van de eenvoud van, onder meer, eenpansgerechten: hudspot of zuurkool; het eten van weleer is voorbij, want iedereen moet aan de tapas; overal een beetje van en hoe gefragmenteerder het voedsel, hoe meer er te genieten valt.


Ach, de routes zijn inmiddels wel overbekend bij de lezer: ik bespaar ze ditmaal, noem alleen wat plaatsen: Alès, Nimes, Montpellier, Poussan en nog wat plekjes rond Beziers: Cebazan, Vendres, Séte en in de late middag als laatste een adresje onder Arles; Mas Thiber en overal kale wijngaarden, bladloos geboomte omringd door bergcontouren; woensdagavond vroeg gaan slapen en als medicijn een flinke overdosis aan verse knoflook tot mij genomen waardoor de bacillen die mijn keel zo ernstig benarden inmiddels voor het grootste deel de wijk hebben genomen: reeds voel ik me een stuk beter.

Zo vergaat het ook de lezende mens; de zich kennisverwervende mens; het rustig lezen van een lang, dik boek is meer uitzondering dan regel voor regel geworden. Het rustig bezadigd omslaan der bladzijden, één voor één; neen, men stelt zich gemakshalve tevreden met de ogen snel over het scherm te laten gaan en op deze wijze alles te vergaren wat ze meent nodig te hebben; het gedrukte woord wordt meer en meer aan de kant geschoven en we zijn digitale jagers geworden; onrustig muisklikkende jagers en leven rusteloos van klik tot klik voort.

Zo te dolen in de Langedoc is wel heerlijk en ondanks het vele hoesten aangenaam; kwam nog over de smallle landengte tussen Marseillan en Sète, rolde over stukken alsfalt waar ik reeds klein kereltje ook geweest moet zijn, nooit vermoedend hoe menigmaal, en in welke hoedanigheid, ik nog in deze streek zou terugkeren en zelf had ik ook nooit gedacht er nu nog steeds rond te snorren. Kennelijk is er iets in me dat mij er toe drijft; waarom ik het doe. Is het een soort van heimwee? Onderweg at ik nog een Frans broodje en deed daar zelf meegenomen pindakaas met enkele gepelde teentjes knoflook op; de hoest verdween steeds meer naar de achtergrond.

Het lijkt wel alsof alles gericht is op efficiency; dat alles maar voor ons geregeld moet worden door zogenaamde deskundigen die het beter -zouden- weten en vooral; datgene wat niet gemeten, gezien of bewezen kan worden, niet bestaat of in ieder geval van geen waarde is. Dwalend en afdwalend over plastaschermen zijn we al denkend geestelijk stoffig verworden door een stortvloed van informatie, zo veel, dat het een kwaal geworden is die we te lijf gaan door nog meer info te verzamelen en op deze wijze worden we steeds afhankelijker aan diezelfde stroom aan informatie enn afleiding waaraan we steeds meer gaan lijden; uiteen geslagen brokstukken hapklare informatieschoteltjes die ons worden opgedrongen en waarvan we menen dat we ze nodig hebben en zo scheppen we ons eigen afhankelijk en kuntmatig brein; gestuurd door nog een beetje spinaal werkend ruggemergbewustzijn; de duizenden verwijzingen, gerichte reclame, linkjes enzovoort voorkomt het eens zo rustige, eigen mening vormende lezen.

De hele dag geen radio aan, woensdag, en ook donderdag niet; ook geen CD in 't apparaat; alleen het motorgesnor vergezelde me tijdens de reis waar zoveel, ook ver voor "mijn" tijd, heeft plaatsgevonden; de Romeinen speelden hier lange tijd de baas, Hanibal passeerde hier ergens; de middeleeuwen; strijd tegen de vreedzame Saracenen, de eerste echte wegen, opkomst van 't eerste verkeer, noem maar op en ik vroeg me af hoe groot het voorrecht is dat ik met een grote groen met witte wegreus over de weg en door de streek dender, zo vele keren achtereen: hoe heeft dát mijn blik op dit deel van de wereld veranderd? De heldere nacht deed maan en sterren oplichten; door de winterlucht en vanwege het ontbreken van lichtvervuiling kon ik dieper kijken en meer zien dan normaal; zelf bij het ochtendgloren was een blinkende Jupiter, net schuin boven de maan, nog lange tijd helder waar te nemen.

Boeken reduceren tot enkele hoofdzaken, lezen van -te- korte stukjes tekst; overal een zinnetje of een citaatje van; voorgeprogrammeerd en zo nemen we al die hapjes digi tot ons. De tapasdenker deed reeds zijn intrede; de tapasdenker die genoegen neemt met overal een beetje van en daarom niets meer weet; verdwaald in alle kennis: na zovele eeuwen heeft Seneca het nog steeds bij 't rechte eind.

Aldus schreef ome Willem.

---