Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 11 november 2013

De verhalendag.

Nog slechts 50 dagen, 50 dagen nog zijn we verwijderd van de dag dat we het oude jaar, dat recentelijk nog nieuw was, achter ons laten en aan een nieuw beginnen; ik zie hem nog zitten, de hoogbejaarde Professor, in die geriefelijke fauteuil in zijn woning te Bussum, daar bij het raam toen hij vertelde over die elfde november.

Natuurlijk, vroeg op; ik had immers vroeg met de loodsbaas afgesproken: vijf uur, afgelopen vrijdag, toen ik uit Parijs terug kwam, die vrijdag dat het zo vreselijk laat werd. Ach, even een korte terugblik.

Nadat ik gelost had in, grofweg geschetst, noord-west Parijs, stadsdeel Bezons, kreeg ik de opdracht om in Rungis, zuid-oost Parijs, een paar palets op te halen, geen sinecure, want Parijs is meestal erg druk en ik deed er ruim twee uur over Rungis te bereiken, haalde in die twee uur een gemiddelde snelheid van 9,6 kilometer per uur; het regende en ik snorde van de ene file in de andere. Daarna de stad weer uit, van het zuidoosten naar het noordoosten, vrijdag, het begin van een lang Frans weekeinde en nog eens een kleine twee uur later had ik me bevrijd, bevrijd uit de immense drukte en kabbelde rustig voort over de glooiende N-2, richting Vervins, reed terug zoals ik gekomen was. Maar die dag had nog een staartje, een lange staart zelfs, want de betrokken twee palets zouden nog in Uithoorn moeten worden afgeleverd terwijl er vóór mij nog twee verkeersbarrières opdoemden; Brussel en Antwerpen en terwijl het duister inviel en ik bij Charleroi de "snel"-weg opkwam, stond op de infoborden boven de weg te lezen dat er file stond van Huizingen tot aan Snt-Stevens nogwat, kortom, de hele Brusselse ring was volledig geblokkeerd met stilstaand verkeer en het was zinloos om aan te sluiten, zeker omdat ik dan in de knoop zou komen met de rijtijd; het zou zowiezo al krap worden; ik zocht voor een tijd een parkeerplaats op en wachtte af en om een te lang verhaal af te ronden: rond elf uur in de avond bezorgde ik te Uithoorn de met kennelijke smart verwachtte goederen.

Het zal inmiddels een jaar of tien geleden zijn -ik bezocht de hoogbejaarde professor met dezelfde voornaam als ik tot aan zijn overlijden op die Kerstdag in 2005 enkele keren per jaar- toen hij vertelde, indrukwekkend vertelde over zijn reis die hij als jongen van tien jaar maakte, de reis met zijn ouders naar Nederlands Indië, 1918, terwijl de wereld in rep en roer was, de Spaanse griep vele slachtoffers eiste.

Een half uurtje, toen zat de boel er in en terwijl het donker nog voorduurde verliet ik Amsterdam, op weg naar het oosten, want ik zou nog een paar paletten laden in het stadje of dorpje waar onze huidige koning door erfopvolging nog steeds Heer van is, waar ooit 99 schoenmakers "voor de lol" een grote kei ter ere van, ik meen, Stadhouder Willem de vijfde die toevallig even langskwam om zijn georven Heerlijkheid te bekijken, de stad binnenrolden en sindsdien worden de inwoners van die plaats keiensleupers genoemd en iedereen begrijpt nu meteen dat ik op weg was naar Lichtenvoorde.

Toen, in die roerige tijd, vertrok men, om in de oost te komen, eerst per schip naar het voorname Engelse rijk, Rotterdam-Londen, zo ook het gezin, in het voorjaar waarna met de trein, stoomlocomotief stel ik mij zo voor, het Engelse eiland werd doorkruist, op weg naar de westkust en als ik mij goed herinner noemde hij Liverpool waarna de oversteek over de Atlantische Oceaan begon, vele dagen, en het zal aan het begin van de herfst, oktober, zijn geweest dat hij met zijn familie aankwam, aankwam aan de oostelijke zijde van het zeker toen nog jonge Verenigde Staten, het Amerika van Woodrow Wilson.

Nog voor de middag vetrok ik, nu afgeladen, uit lichtenvoorde en op weg, op weg naar Frankrijk dat vandaag, in verband met datgene waar de professor getuige, oorgetuige, van was, voor vrachtverkeer gesloten is; onderweg, een aangename zon, bijzonder fraai weer, ik besloot dwars door De Peel, over Rips en Ysselstein naar Kessel te kachelen, te genieten van de zinderende kleuren; onderweg schoot een enorme buizerd vlak voor mij de stille weg over om daarna tussen de vele stammen door in de herfstkleurige bladen te verdwijnen; hier en daar rookpluimen op boerendaken en op de geploegde, winterklaar gemaakte akkers hier en daat grote waterplekken die nog herinnerden aan de vele regens van afgelopen week.

De trein deed er wederom een week, misschien wel twee weken, over, om San Francisco te bereiken, toén nog zonder de Golden Gate brug, aan de Stille Oceaan waarna werd ingescheept voor de oversteek naar Nederlands Indië en aldaar vertrok hij in de vroege morgen van de 12e november want de avond ervoor, toen hij reeds aan boord was, werd hij overweldigd door een enorm geluid van vele stoomfluiten toen, zoals elders op de wereld in vele havens, ook dáár, in die haven, elk schip zijn scheepsgeluid liet horen vanwege het aangereikte nieuws dat er een wapenstilstand werd bereikt hetwelk het einde van de Eerste Wereldoorlog zou inluiden en de oude professor kon dat zo schilderend, met gedragen stem, vertellen dat ik daar vandaag weer opnieuw van onder de indruk kwam.

Mede ook vanwege het samenspel, het geschilderde verhaal, het prachtige weer in de Ardennen met zijn fantastische kleurrijke akkers, bomen en bergen, en het verhaal van de gedeelde jas van Heilige Maarten uit Savaria, het huidige Hongaarse Szombathely en de latere bisschop van Tours die rond het jaar 350 een slecht geklede zwerver tegenkwam en zo met erbarmen werd vervuld dat hij terstond de helft van zijn weelderige mantel afscheurde en het de arme man gaf en zodoende werd Sint Maarten in latere tijden het icoon van de kleermakersgilde; aan het einde van de middag kwam ik aan in het noorden van Luxemburg, eerst nog zonnig, maar een zuidenwind voerde grijze wolken mee en weldra werd het kil, koud en mistig; elf november blijft zo een mysterieuze dag, een dag gevuld met oude verhalen.

Aldus schreef ome Willem

---