dinsdag 23 juli 2013

Het eerste globen.

In zes eeuwen werd zij, vele, talloze eeuwen gingen vooraf, tijden van het mensenzwijgen gingen voorbij, en dan, opeens; de mens had gesproken; "Wordt rond" en zij werd rond, langzaam bolde ze op, als een plastic bal waar lucht in wordt geblazen; de gevolgen niet te overzien. Zeker toen niet.

Door de droge lucht was de warmte dragelijk en raakten we niet noemenswaardig oververhit; nu het eindelijk wat mooi weer wordt, rinkelen opeens allerlei nieuwe alarmbellen en krantenkoppen lijken welhaast paniek te zaaien; overbodige onzin en het gevolg van; vroeg reed ik naar Vaassen, maar doordat kantoorpersoneel er doorgaans niet voor negen uur op de werkplek gaat rondhangen en ik onjuiste laadnummers meekreeg, er weer ellenlange telesessies nodig waren, kreeg ik de lading pas rond tien uur mee. Wat verbaast vroeg ik me maar weer eens af hoe het toch allemaal zou moeten zonder al de televerbindingen. Ondanks fax, meel, sms, watsap en al dies meer zij lijkt het niet mogelijk voor aansturende organen in één keer juiste nummers mee te geven.

Hoewel de mens in de vele eeuwen ervoor, dus al voor het globen, zich reeds over het aangezicht van de aarde had verspreid, kwam het pas goed op gang in de vijftiende eeuw, de tijd van de eerste van de zes perioden van globen, het aardse gezicht verdween, werd opgeblazen, onherkenbaar gemaakt; de moeder verloor, stukje bij beetje, haar indentiteit: men ging ontdekken, beheersen, reduceren.

Nadat ik de paletten geladen had, vertrok ik eerst naar Amsterdam, natuurlijk langs Het Loo, over de bosrijke weg richting Voorthuizen, mooi, altijd weer mooi, daarna een stuk minder mooie snelweg en rond de middag was ik in de hoofdstad alwaar ik mijn vracht kreeg voor de rest van de week waarmee ik op weg ging naar het zuiden, zuidoosten; bij Maastricht verliet ik Nederland en rolde verder, door de Ardennen waar het noodweer was, door onweder en stortbuien langs Francrochamps en Lommersweiler alwaar ik Duitsland binnenreed; in tegenstelling tot de dikke dertig graden in Nederland was het er niet eens twintig; sissend door het regenwater koelden de warme, hete banden en tussen Trier en Saarbrücken, waar ik een parkeerplaats vond, hielden de buien zich voor een tijdje koest; de zon brak even door; een immense regenboog, een stralende belofte dat ook zonodig ontwonderd moest worden.

Eind 1400 kwam aan die eerste periode van globalisering een einde; op drie augustus 1492 voer Columbus met een kraak en twee karvelen de zee op, op weg in westelijke richting om daar het onmogelijke, het oosten, te ontmoeten. De aarde zwelde; onder de schreeuw van de machtmens werd ze wat ze niet was en toen, na de vierde Columbusreis, was de eerste wee van het globen voorbij gegaan, het werd nooit meer avond zonder morgen, nooit meer dag zonder nacht; de eerste eeuw.

Aldus schreef ome Willem.
---