Even voor de drukte, die in Frankrijk vanaf zeven uur op gang komt, reed ik langs Montelimar en snorde bij Loriol de snelweg maar eens op, opweg naar Lyon waar ik net na de spits aankwam en ik besloot de westkant, over Brignais en Chapenost te nemen en dat ging deze keer weer voortreffelijk. Het was trouwens volop genieten van de zon en de daaronder bloeiende bloemen, struiken en anders schoons; aangenaam, en sommige bermen uitbundig bont. De temperatuur liep op vandaag, zeker toen ik in Beaune was waar ik de laatste klant afhaalde en gelijk even een uurtje de benen ging bewegen. Het liep op tot ver over de dertig!
Iedereen kent dat geluid van zo'n passerend wel, toch? Net aangekomen op een ver vakantieadres in een stil dorpje; daar komt dan zo'n eenzaam voertuig. Of in het holst van de nacht als je er van wakker schrikt. Hoe dan ook; Monotoon, maar opeens, als de auto of motor voorbij is, een lagere klank en het verdwijnt traag uit het oor.
Toen ik vertrok uit Beaune verschenen in en vanuit het noordwesten een paar kleine, witte wolkjes en hoe verder ik die kant op ging, hoe meer het er werden. Dijon, nog badend in het zonlicht, maar ik reed een dikke, grijze wolkenmantel tegemoet. Onderweg begon ik de naderende vochtige lucht zelfs te ruiken; het zag er verderop grimmig uit en eenmaal daar, waar de wolken voor de zon schoven, daalde de temperatuur fors; tussen Brienne le Château en Vitry le François begon het te stortregenen. Doordat ik een tijd lang in erg warme omstandigheden had gereden zorgde het neerstortende regenwater voor enorme stoomwolken achter mij; de banden immers waren loeiheet en werden nu ras afgekoeld.
Aangekomen in Vitry stopte het met regenen en ik deed daar maar aan mee, want inmiddels was ook de rijtijd op en ik hield halt even bezijden het kleine stadje dat zijn naam aan Frans de Eerste, koning van Frankrijk, te danken heeft die het na het verwoesten door de legers van Karel de Vijfde opnieuw liet opbouwen; voorheen heette het Victrix, latijn voor victory.
Zo voel ik het ook, zo ervaar ik het. Je begint er aan, je komt op diverse plaatsen, en je komt er steeds weer terug. Natuurlijk, niet overal, maar regelmatig wel dezelfde trajecten en je gaat de omgeving steeds meer kennen en begrijpen terwijl ook de ontwikkelingen en de veranderingen mij niet zijn ontgaan. De wereld kwam mij tegemoet, ja, ze ging en gaat aan mij voorbij, het geluid van herinneringen werd meer en sterker, dieper en breder, en in de loop van vele jaren zijn die eerste ervaringen alweer ver weg; als ik er niet aan terugdenk dreigen ze weg te sterven achter een gindse geluidswal en nu, na zoveel jaren en als ik terugkijk, is het net alsof ik mij in die fase bevind waar het voorbijrazende voertuig in de verte verdwijnt terwijl het laatste geluid nog een lange poos te horen is.
Zeker de afgelopen dag, toen ik het bericht ontving dat een oude bekende van weleer, de schrijver Errit Petersma op 73-jarige leeftijd het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde, schrijver van, onder meer, Brief aan mijn dochter en Prettige partij en aan de laatste titel herkent de oplettende lezer wellicht een schaakachtergrond.
Juist ja, hij was ooit enkele jaren voorzitter van "onze" (schaak)-club, deed met hem een tijd lang een schaakkrantje waarbij ik veel van hem leerde; zag hem nog een keer toen hij zestig werd en dit uitbundig in café De Prins aan de Prinsengracht -Amsterdam- vierde, toen, misschien, nog één of twee keer, maar daarna verloor ik hem geheel uit het oog. Zoals het geluid van een passerend voertuig.
Erudiet, deftig, vol humor en welbespraakt, zo zal ik dat geluid blijven herinneren. En verder ben ik even sprakeloos.
Aldus schreef ome Willem.
---