Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 12 maart 2013

De zeilwind.

Heb ik een doel? Een stad, een "haven" waarheen mijn zeil zich richt? Een goede zeilwind wellicht? Kan men de waarheid wetenschappelijk noemen? Wetenschap waarheid?

Donker, mistig, druilerig. Zo verliepen vandaag de eerste kilometers langs plaatsen met merkwaardige namen: Niederstoßingen, Illertisschen, Memmingen, Leutkirch en Wangen, maar gelukkig geen sneeuw; tegen het krieken snorde ik reeds door de Pfandertunnel langs Bregenz, op weg naar het nieuwe Grilloland.

Maar wat denkt u dan? Ben ik soms een doemdenker, een boze dromer, een waanzegger of een nachtklokkenluider? Misschien een dauwdruppel met een vleugje geur naar eeuwigheid terwijl middennacht dag en nacht zon lijkt?. Nee toch! Straks noem ik de wijze nog een dwaas!

Dwars tussen hoge bergen door, brekende wolken, en diepkleurend zonlicht bescheen de hoogten, bereikte hier en daar de dalbodem, het was nog ver voor de middag dat ik Italië binnenreed, Italië, waar de lente overal begint te spruiten, bottende bomen, de eerste gele kleuren, jonggroene wilgen, madeliefjes en zelfs al paardenbloemen. Vanaf Bozen volgde ik de weg die vóór mij Goethe reisde, toen Trento nog Trens, Duits, was, met dat verschil dat ik doorsnorde naar Verona terwijl Goethe via Riva langs het Lago di Garda verder zuidwaarts reisde.

Rijkt de waarheidswaanzin niet de top van de diepste ravijn, hoeveel en hoelang leugenwind in de zeilen voordat ze aankomt in waarheid?

Uit de verste verte stak een wind op, ontsprong boven uit bergspleten, danste haar eigen pijpen en stroomde het immense dal van de Adige binnen terwijl ik, vlak voor Verona, door een smalle kloof tussen kaarsrechte hoge wanden door verder kachelde, de oude stad tegemoet. Aan de noordkant, recht tegenover een oud Romeins Theater en aan de rand van de oude stad sloeg ik links een bergweg op en al klimmend ontvingen mijn ogen een adembenemend uitzicht over de stad, en verder, verweg over de vlakte. Geheel boven ontving ik een stukje lading voor de terugweg en na de afdaling en het doorkruisen van de stad vervolgde ik mijn weg naar een andere, nog veel oudere stad, een stad van veertig eeuwen oud, de stad waar Ivanhoe geboren werd, Ivanhoe Bonomi, voor de Tweede Wereldoorlog én er na president van Italië.

Het was hier aan de Minchio, of hier in de buurt dat Atilla de Hun op zijn weg naar Rome werd gestuit, niet door een groot leger, maar door Paus Leo de Grote die met een zekere overredingskracht de Hun op andere gedachten kon brengen al beweren anderen een andere oorzaak. In ieder geval is Atilla nooit in Rome aangekomen.

Onder verdwaalde wolken bezocht ik voor even het oude Mantova, kwam onder de indruk van haar schoonheid, de basiliek, de oude Chiesa, de oude Etruskenstad met prachtige keienplaveisel, bijzonder tussen meren met lotusbloemen gelegen, de waterspiegel rimpelloos, hoog in de lucht misleidende tegenwinden.

Even later vond ik een rustplaats, langs de oude stadsmuur van Sabbionela op het schiereiland tussen de Po en de Mincio, bij een knaaghut waar de kok de spaghetti nog vers en zelfs maakt, 25 kilometers voor Parma, en mijn gedachten verward, vol vragen die antwoorden blijken; vandaag, ik reed en reed en bleef alleen en vond daardoor steeds weer mijzelf, als moe stof heb ik mij neergevleid terwijl over groengele weiden boze avondzonneblikken door zwartkale bomen de oude muur schaars belichten. Dolend, zwervend over woordbruggen, langs zinswouden en door lettervlakten.

Alleen wie weet waarheen hij zeilt, weet, welke wind hem goed geluimd is.

Aldus schreef ome Willem.
---