vrijdag 14 december 2012

Het ideaal.

Het grootste deel van de dag speelde zich af in en rond het dal van de Rhône, en wel de oostkant, een streek die zich uitstrekt van Avignon tot Lyon aan toe en, pakweg, vijftig kilometer breed is, ruim tienduizend vierkante kilometers en waarvan, zo raad ik, de helft beplant is met druiven voor de wijnbouw, voornamelijk Carignan, Grenasch en Syrah, Marsanne, Cincault en Rousanne, een gebied waar reeds de oude grieken zich met wijn bezig hielden en de mystiek ligt hier dan ook voor het oprapen, zuigt zich via de grond in de druiven, een streek van eeuwenlang werken, verbouwen, wonen, genieten, lijden, een valei waar elke tijd en elk mens zijn idealen had.

Het maakt en smaakt de streek sfeervol, oude gedachten borrelen er uit de aarde op, het ruikt er naar verleden eeuwen, de idealen van weleer, vol met oude stadjes en dorpjes, glooiende heuvels en iedere keer dat ik er ronddool besef ik dat mijn aanwezigheid weer even een stukje aan de enorme berg hier aanwezige geschiedenis toevoegt.

Vaak ook staat er een stevige wind, de mistral, die poogt al die herinnering weg te voeren en mee te nemen maar ze bereikt juist het tegendeel: juist daardoor ontwaken ze en wie langs de weg even midden tussen de wijngaarden stilstaat met zijn gezicht tegen de wind in terwijl de zon striemend prangt ervaart onherroepelijk de onhoorbare stemmen van een ver ooit.

Ooit -maar wat is hier ooit-, een twintig jaar geleden stond ik hier een aanhanger af te koppelen, de wind gierde als een bezetene, de wind wás bezeten, ze zat vol demonen, ik gilde, ik gilde keihard: "koest", maar ze gehoorzaamden niet, míj niet en mijn gekrijs bleef achter, opgetast als een onvoluum voorwerp, ergens hier op één van de bergen vol herinneringen; dát wist de wind toch niet mee te voeren.

Na Sorgues voerde de reis mij via Serignan le Combat naar Tulette, natuurlijk, allemaal geflest oogstproduct, helaas vaak "machinaal", en na de middag nog twee, Mercurol en Tain d' Hermitage en onderweg kwam ik langs Valreas, Grignan en Montelimar, vandaag bewolkt, bijna regenachtig en nauwelijks wind. Na Tain was de kar vol en vertrok ik, bezocht nog even "oude" meneer Hendriks en zijn ech die al jaren in Franceville, even naast Lyon, wonen en vervolgens ging ik verder, het nachtelijke donker weer in en onder geseling van enorme regenbuien wist ik tussen Dijon en Langres, in Longeau te komen.

Een ideaal is een stip aan de horizon dat wegvlucht voor de mens die haar benaderd en er alleen toe dient om je handelen er naar toe te richten en steeds opnieuw vreugde geeft indien je weer even een stap in de goede richting wist te zetten.

Aldus schreef ome Willem.
---