Een grotendeels onzichtbare dag, vandaag, de mist was werkelijk, bijna zonder ophouden, overal en van de omgeving zag ik, derhalve, niets, nagenoeg niets.
Het eerste uur, naar Chalons en Champagne, geschiedde nog in het duister van de nanacht, het sumiere gloren op de weg naar Virty le François, maar desondanks bleef het nevelen, het werd zelfs steeds erger en het enige waar ik mij op concentreerde waren de achterlichten van mijn voorligger.
Niets, niets gezien van het Marnedal, niets van de weg naar Dijon waar ik rond elven aankwam, lostte en na twaalven weer vertrok, op weg naar een tweede klant te Vichy, stadje dat nog korte tijd, tijdens wereldoorlog twee, Franse hoofdstad is geweest en wat de rol van "Frankrijk" in die oorlog hoogst eigenaardig heeft gemaakt.
Maar bij La Palisse was het opeens afgelopen, ja, de zon verdrong de geheimzinnige neresfeer van de kille mist en nadat ik ook de klant in Vichy eruit had, snorde ik weer verder, wurmde mij door de stad en reed richting Thiers. Halverwege stopte ik even in Puy le Guillaume, een dorpje met een enorme flessenfabriek, een dorpje ook waar ik koffie dronk en daarna weer verder ging.
Na Thiers was het weer mis, was er weer mist, en bleef de weg bezaaid met ondoorzichtig grauw en grijs. Dra waren de uren op en zou de drukte beginnen, dus hield ik er mee op: vlak voor Saint Etienne.
En rondom mij grauwe nevelen die het, juist in de kleine cabine, best gezellig maken.
Aldus schreef ome Willem.
---