Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 6 oktober 2012

Najaarskuikens

Het vordert, onverbiddelijk, de herfst, er is geen ontkomen meer aan, de kaalslag is begonnen. Populieren, elzen, bomen in de fruitgaarden, ach, 't is bekend, op de grond verzamelt zich het blad dat nog geen jaar oud is.

Trager dan de herfst sleept zich de eco-maatschappelijke neergang voort, even wordt het gevoelt, maar dra is men er weer aan gewend om daarna weer een voelbaar signaal te ontvangen, afgelopen week weer met de toegevoegde waarde.

Een toegevoegde waarde waardoor goederen niet "meer waard" worden, maar, integendeel, juist minder waardevol worden geacht doordat ze door die toevoeging duurder zijn; een vreemd stelsel, bedacht, lang geleden, in Brussel; ik heb de tijd nog gekend dat het niet bestond, de invoering staat mij nog helder voor de geest: de boekjes met de tabellen.

Utrecht, Station in de morgen bij schemer in de regen, het ziet er troosteloos uit, iets in mij vindt dat prachtig, de trein gaat verder, na enige minuten door het vlakke land, najaarsregen stort zich uit over lege, groene weiden, geen koe meer te zien en de lange, rechte sloten draaien steeds, als wijzers van een grote klok, van rechts naar links weg, ik zit dus bakboord.

'T is niet helemaal waar, want lang geleden, toen Nederland door de zoon van Karel de Vijfde werd geregeerd, toen, in 1568, werd er ook een toegevoegde waarde ingevoerd, meer bekend als de tiende penning hetgeen zoveel weerstand op riep dat daardoor een oorlog werd ontketend die tachtig jaar duurde. Toen, in dié tijd, wisten ze wel raad met dat doort absurde heffingen en het heeft uiteindelijk tot een vrije, "BTW-loze" republiek geleid, vierhonderd jaar lang!.

Verder raast de trein, en ook het hemelvocht weet van geen ophouden, de lucht, net als de nabije toekomst, grijs, het ziet er niet zonnig uit, het wachten is op het moment. Niet bezweerbare boze machten zoeken de juiste ingrediënten, stellen het zo samen dat er straks maar 'n klein vonkje nodig blijkt.

Enkele meeuwen trotseren de regen, ze scheren over het water, langzaam wakker wordt de stad, onverstoorbaar scharrelen eenden in het park, steken hun snavels in de ondiepe waterplassen en halen daar kennelijk wat lekkers uit, niets van de crisis lijkt hen te deren, ik voel de belachelijkheid van de situatie, denk terug aan een paar dagen geleden, tijdens Werelddierendag.

Net had ik de door mij gekoesterde eenden weggebracht of ik kwam langs een oude verdedigingsschans uit de tijd van de in Valadolid geboren Filips, toen, Heer der Nederlanden. Langs een smalle rietkraag scharrelde een grote, zwart-wit bevederde moeder en rondom zich een flinke groep net uiteiïge geelzwarte kuikens, genietend van de humus, koetelend door het natte gras, elkaar piepend welbejegenend, herfstkuikens, die al kwabbelend, herfst of crisis, niets van de neergang bemerken.

Oud brood is er immers altijd.

Aldus schreef ome Willem.

---