donderdag 18 oktober 2012

De. Moppenfabriek.

Er bleken nieuwe lekkernijen op de menukaart van Il Rossopomodoro te staan en één er van, een vleesloos gerecht, kon ik niet mijn neus voorbij laten gaan; ik rook het al vanaf de kaart!

Met het Lago aan mijn linkerhand voerde ik verder, eerst nog door het dal van de Toce, daarna, na het meer, nog in het donker de weg op van Arona naar Novara en halverwege, bij Olegio, links af, tijdens het ochtendgloren de smalle brug over over de Ticino, weldra was ik bij de klant, in de stuurhut kon ik nog net het nieuws van radio 747 meekrijgen, het zinloze nieuws dat er ergens ver weg een planeet is ontdekt.

Dat is altijd zo, zodra het daglicht gloort, vervaagt de ontvangst en dat schijnt het gevolg te zijn van zonnestralen in de luchtlagen; daarna, op twee uur Transportradio via de korte golf na, blijf ik ontstoken van Nederlands nieuws. "Gelukkig maar", dacht ik "wat zinloos om zulk nieuws de ether in te slingeren"; dan liever geen nieuws.

Nadat in Castano Primo een graafmachine met een heftruck uit mijn oplegger werd gelost, in de loop van de morgen naar Turijn, Settimo Torinese om precies te zijn, de laatste klant er uit en toen naar de zuidkant van de koninklijke stad, Piobesi Torinese; de lucht, die de hele morgen toch al grijs was, werd steeds zwaarder belast, steeds grijzer, geheimzinnig dik.

Het blijft een merkwaardig verschijnsel, het nieuws, we zijn er aan verslaafd en al heel wat keren heb ik mensen er op betrapt die beweerden geen slaaf van de kijkbuis te zijn en daar dan beschaafd aan toevoegden eigenlijk uitsluitend naar het journaal te kijken. Alsof dat niet de ultieme verslaving is, de nieuwsverslaving van de moderne eeuw. Verschrikkelijk!

Nog voor de siesta zat de eerste er al weer en, en verder ging ik, eerst een stuk door dorpjes, daarna een lang en saai stuk snelweg; Asti, Alesandria, Tortona en vandaar de kronkelsnelweg richting Genova, de wolken, die als maar dikker werden, maakten het aardedonker en op het moment dat ik ging klimmen sloeg de regen toe, afwisselend, stromend en miezerend, dertig kilometer voor de Ligurische kust sloeg ik af, op zoek naar een klein gehucht, Borgo Fornari, midden tussen de bergen en om bij het adres te komen moest ik een gribuspad op met bijna aan het einde daarvan een onderdoorgang waaronder ik maar net door kon; het scheelde nauwelijks centimeters.

Op de fabriek werden moppen vervaardigd en ik kreeg derhalve enkele paletten moppen in de kar, moppen van diverse lengten en kleur, de meeste moppen in het blauw naar later uit de pakbon bleek, en natuurlijk een hele pallet met vierkante spoelemmers om de mop in uit te kunnen wringen: halverwege de middag vertrok ik met een kar half vol moppen.

Terug meidde ik tot Novi Ligura de snelweg, reed kronkelend door de soms uiterst smalle straatjes van Serravalla en andere dorpjes en ik bedacht: "Ooit was dit dus de doorgaande weg van Milaan naar Genua, wellicht heeft Columbus hier zijn schreden nog gezet".

Daarna ging ik via de snelweg verder, eerst eenzelfde stuk weer terug, Tortona en Alessandria, maar vandaar de weg op naar Vercelli en Aosta; terug naar het noorden toe werd het droog en ook de wolkendikte naam aanzienlijk af.

Het is toch welhaast idioot dat we ons allerlei zinloosheid dat nieuws genoemd wordt laten aanhoren! Nieuws, uiteindelijk betekend dat gewoon: dom, contra-productief en onnodig om te weten, je wordt er eerder onwijs dan wijs van; weg met al dat genieuws!

Als de moderne mens ergens behoefte aan heeft, is het wel een nieuwsdieet!

Aangekomen in Aosta sprong ik op de fiets, voor het eerst deze week, en trapte het stadje in. Rond acht uur kwam ik aan in de Rossopomodoro, een uitstekend etablissement waar alles vers is; het bestelde gerecht smaakte voortreffelijk.

Het ontdekken van een nieuw gerecht geeft mij meer vreugde en voldoening dan het ondekken van een verre, onbereikbare planeet.

Aldus schreef ome Willem.



---