maandag 13 augustus 2012

De valsterren.

De slootkant staat vol met Lisdode en inmiddels hebben zich enorme sigaren gevormd, en in het morgenduister hoorde ik geen kikkers meer toen ik mij naar het Dafje spoedde; wel vestigde ik mijn blik naar het noorden, ik zocht naar de giraffe en de vissen, niet gemakkelijk vanwege de lichtvervuiling, maar toch nam ik in een paar minuten nog twee vallende sterren waar; rond deze dagen keert de jaarlijkse kometenregen terug.

Eerst naar de thuisbasis, Amsterdam, lossen, en dan weer laden, voor Machelen, een plaats ten noorden en onder de rook van Brussel, bij nader inzien in een gribusbuurt, straten met kinderkopjes, aan de achterkant van de voormalige Renaultfabriek, rond de middag was ik van de eerste vracht deze week af waarna ik terug reed naar Tilburg.

Een aardige etappe, terug naar Antwerpen, de snelweg op richting Eindhoven en er af in Beerse, dan over een klein, smal ophaalbruggetje naar Merkseplas en vervolgens via Baarle- Hertog cq Nassau naar Tilburg waar ze maar wat blij waren met mijn komst.

Aldaar de pakjes er in, pakjes, wat heet, 24 grote paletten, 24.000 kilo, en daarna vertrok ik, weer eens naar de Franse republiek en dit keer reed ik eens langs het stadje waar, volgens mij, Lambiek en Sidonia hebben gewoont en dan beseft de oplettende lezer dat het natuurlijk Turnhout betreft.

Onder een bedompte hemel ging ik verder, Gent, Lille en reed zo dikke wolken tegemoet waar opeens een enorme stortregen uit voortkam, maar daarna brak in het westen een vaalbleek zonnetje door.

Het duurde tot vlak voor Amiens toen ik er mee stopte, en bovendien was het al tamelijk laat en begon ik te gapen, dus toen ik een geschikte plek zag, parkeerde ik het Dafje subiet. Morgen gaan we weer een dag vol met kilometers stoppen.

Inmiddels speur ik de hemel af, de wolken weken reeds in het westen en noordelijk, vormen jupiter en venus bijna één ster, ik formuleer een wens, tevergeefs, want ik neem geen vallende ster meer waar.

Aldus schreef ome Willem.
---