donderdag 9 februari 2012

Van vóór.

Vervelen? Nooit! Ook niet de afgelopen koude winterdag, want de streek ligt bezaait met historie van uit lang vervlogen tijden tot aan de meest recente geschiedenis, terwijl er nauwelijks iets is veranderd.

Allereerst kwam ik in koninginneburg, want dat betekend Hradec Králové, waar ik even in mijn eigen, korte herinnering dook, want hier deed ik, met familie, kinderen en eendjes, ruim tien jaar geleden, boodschappen, wandelde een korte tijd door de oude stad waar de sfeer van Oost Europa is achtergebleven, zeker afgelopen dag in de barre kou; alleen de lucht van verbrand bruinkool ontbrak.

De route die ik reed, die was er duizend jaar terug al en het enige wat zich in de loop der eeuwen wijzigde is het wegdek, nu meestal asfalt, toen aarde, stenen en soms keien. Vóór mij waren zij hier, reisden zei hier, ik stel ze mij voor, de Russische legervoertuigen, het beeld van de vele skoda's, de Hitlerhorden, de eerste auto's, de praha's, en verder terug, Franz List, Mozart, de postkoets, Graven en Gravinnen, Napoleon misschien, de vele Duitsers, Joden en Tsjechen die hier leefden.
Eerst de weg naar JičÍn waar je tot voor kort nog dwars door kwam, helaas, de rondweg reisden al die voor mij reizende anderen niet en het zijn de minst aantrekkelijke stukken om de rijden omdat ze nu eenmaal die elementaire geschiedenis missen.
Langs het Boheemse paradijs, de raj, via Mladá Boleslav naar de stad waar de Vltava in de Labe stroomt, het bijzondere stadje waar zo'n beetje al eeuwen de noordelijkste wijnbouw te vinden is, Mělník, maar na de vorenstaande omschrijving wist u dat natuurlijk al, evenals dat Labe de Elbe en Vltava de Moldau is.

Onderweg kwam ik onder de indruk, ze leven er en hebben er geleefd, en willen leven, hadden willen voortleven, dat vertellen mij de dorpjes, de nostalgische kerken, de huizen, vaak uiterst fijnzinnig gedecoreerd, robuust gebouwd, de woningen, die niet voor een korte levensduur, maar die, als het ware, voor eeuwig zijn gebouwd, ja, zeker toén, toen de bevolking nog een ruime schakering in diversiteit betrof, ze waren het leven goedgezind, al waren ze tegenover elkaar soms uiterst kwaadwillig.

De weg naar Slaný was glad en slecht begaanbaar, onderweg kruisde ik bij Nova Ves de foeilelijke snelweg, alle snelwegen zijn foeilelijk en een aanslag op vredige schoonheid, een vreselijke vergissing.

De Australische analyticus Roberts schreef reeds in 1937 (!) in zijn boek "het huis dat Hitler bouwde" hoe afzichtelijk snelwegen zijn en hoe funest afbrekend ze zijn voor de cultuur, maar nadien heeft men zijn analyse in de wind geslagen en zijn de bouwers, alle bouwers, van de Europese infrastructuur navolger geworden van Adolf. Jammer, maar helaas.

Heerlijk, genietend scheurde ik verder, op weg naar het tachtig kilometer verderop liggende Karlovy Vary, reizen zoals het betaamt, thans nog gevrijwaard van iedere vorm van snelweg, maar voor hoelang nog?

Wellicht is dát wat het hier zo aangenaam sturen maakt, het ontbreken van de A.H.-heirbanen, maar wellicht ook de betrekkelijk rust en natuurlijk het eeuwenuitademende landschap, de Boheemse heuvels, en rechts het hoge Ertsgebergte.

Jammer, maar na Karlovy Vary moest ik er even over, vanwege het ontbreken van alternatief, zo'n snelweg, vers uit de (asfalt)oven, naar Cheb, maar toen weer snel van de beschavingloze, langdradige, teerplak af, de boeiende weg op naar het Duitse Plauen, langs Františkovy Lázně, bij Vojtanov de grens over, Adorf en Oelsnitz, de weg waar ik maandag ook reed, en toen een prachtige weg op door besneeuwde heuvels naar Falkenstein. Even later, in Auerbach, kreeg ik mijn eerster zes paletten terugvracht, waarna ik via Werdau door het stadje met de typisch Saksische naam Crimmitschau kwam, tot aan Schmölln waar ik vanmorgen vroeg nog wat handel in de kar krijg.

De eerste snelweg dateert al van héél lang geleden en werd privé door Fiat aangelegd, Milaan-Turijn en daarna kwamen er, zo hier en daar, meerdere en wat Europa betreft; vóór 40-45 bijna alleen in Duitsland. Andere landen volgen later, soms erg veel later en al was er in Nederland hier en daar een stukje te vinden, veel stelde het niet voor.

De gruwelijke explosie vond plaats vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw, en in Frankrijk pas vanaf de jaren negentig!

Vroeger, maar ook nu nog, hoor en hoorde ik het vaak, soms bijna elke dag, door ouderen uiteraard: "Ik ben van voor de oorlog".

Met een gerust hart durf ik de stelling wel te verdedigen: "Ik ben van voor de snelweg".

Aldus schreef ome Willem.

---