Wat zien we eigenlijk van letters? Van woorden die gedrukt staan op een vel wit papier? Wit papier dat lijkt op de mij omringende sneeuwvlakten?
Na de Poolse diepvriesreis afgelopen week, vrijdag nog in Zeeland gelost, in Moerdijk wat spullen opgehaald en tijdens hevige sneeuwval via Amsterdam naar huis gegaan waar zaterdag een vlaag van totale verstandsverbijstering zich meester van mij maakte wat er toe heeft geleid dat ik als een soort van busvulling beb mee gereisd naar het ski-oord Winterberg waarbij we een route reden waar ik vanmorgen ook weer langs kwam. Ter ondervanging en genezing van de plotseling opgekomen verstandsverbijstering had ik een schaakbord bij me en terwijl velen het nodig vonden in de kou bij herhaling een berg af te glijden kon ik bij de open haard van café Clemens in alle rust enkele openingen diepgaand bestuderen.
Letters, woorden, wat zien we werkelijk? En wat zien we niet? Zoals de sneeuw op de vlakten het grootste deel van de op zich zichtbare werkelijkheid toedekt, zo dekt het wit om de letters, het wit om de woorden vaak datgene toe waar de letters op doelen.
Inmiddels ben ik weer op weg, een nieuwe diepvriesrit, nu echter eenzelfde reis als een paar weken geleden, naar Otrokovice bij Zlín, maar deze keer rijd ik er anders heen, en, net als je bij een partij schaak wisselt van opening, zo wisselde ik vandaag ook de route, want allereerst reed ik via Töpen niet via Selb, maar dit keer via Oelsnitz en Bad Bramberg naar Tsjechië en na bestudering van de weerkaarten koos ik deze keer een route over Noord-Tsjechië omdat de verwachtte sneeuwval vermoedelijk morgen in de wat zuidelijke kant lijkt te zitten. Zodoende kwam ik vandaag, na tien rij-uren, ongeveer twintig kilometer na Karlovy Vary, de weg naar Praag op, uit.
Wie alleen de bovenkant van een ingesneeuwde boerenkar ziet, of alleen de steel van een schop danwel alleen de helft van een hele deur ziet, kijkt in gedachte ook onder de sneeuwlaag, heeft de hele kar, de hele deur en de hele schep in gedachten.
Zo leest de oplettende lezer. De oplettende lezer ziet wat onder het wit naast de woorden geschreven staat, ziet in gedachten de rest van het in zwart gedrukte woord.
Dat geldt uiteraard ook voor deze woorden.
Of, juister, voor de witte sneeuwlaag om deze woorden heen.
Aldus schreef ome Willem.
---