dinsdag 6 december 2011

De kroon.

Vandaag ben ik geëindigd in Jihlava en wie de naam uitspreekt zoals de bevolking het hier doet en dus de h als g uitspreekt alsmede de v zacht, bijna onverstaanbaar maakt, hoort dan Jigla-oe-a en dan herkent men al snel de naam die dit stadje lange tijd heeft gehad, Ilgau, destijds het grootst duitstalige "taaleiland" tussen de alrondom gesproken slavische taal terwijl de stad ook bekendheid heeft gekregen omdat Gustav Mahler, langs wiens componistenhuisje (Toblach) ik vorige week nog reed, hier werd geboren.

Donker is het nu, vooral donker, en wat sneeuw dwarrelt neder, dat gaat nog wat worden, deze week. Donker ook vanmorgen, bij vertrek, en pas toen ik rond half acht Eisenach passeerde reed ik het licht tegemoet.

In de ochtend via Erfurt, Saalfelt en Bad Löbenstein naar Töpen gesnord waar ik een eerste losadres had, snel er uit en niet lang daarna reed ik bij Selb de grens over, het land van de kronen in, en koerste eerst maar eens naar Cheb.

De Tsjechische kroon heeft al heel lang dezelfde waarde, ongeveer 20 in een gulden, nu 40 in een euro, ik weet niet beter, zoals een Oostenrijkse Shilling altijd 15 cent was en een Belgische frank 7.

Ditmaal besloot ik een andere route te rijden, nu niet over Karlovy Vary, maar over Mariánské Lázně, het oude Mariënbad, een kuuroord waar in een zeer grijs verleden, nog voor de tweede wereldoorlog, Koningin Wilhelmina regelmatig te vinden was, naar Střibro en zo naar Plzeň, vanwaaruit ik de weg naar Písek nam.

Anders was het met de Spaanse peseta, de Italiaanse lire en de Franse frank. Als kleine guit, ik kon nog nauwelijks tellen, leerde ik dat de lire een halve cent waard was, de peseta zes cent en de (net nieuwe) Franse frank 80 cent, maar doordat deze landen altijd meer in- dan uitvoerden kwamen zij steeds opnieuw in de schuld, hetgeen men wist op te lossen door met zekere regelmaat de munt te laten devalueren waardoor in de loop van een slordige dertig, veertig jaar deze munteenheden allen 80 procent minder waard werden: de Franse frank nauwelijks nog 30 cent, de peseta 1 en de lire nog maar 0,1 cent. Hetzelfde beeld is ook terug te vinden in de koers van de Griekse drachme

Na Písek kwam weer over het "Meer van Orlik", eigenlijk gewoon de rivier de Vlatva, beter bekend als de Moldau, de rivier die Bedrich Smetana heeft geïnspireerd tot het schijven van een symfonisch gedicht, net trouwens als de stad Tàbor (beide te horen in het complete werk "Ma Vlast") waar ik niet lang daarna langs kwam.

Vandaar koerste ik naar Pelhřimov en omdat er een omgekeerd dakje op de r staat, wordt die ř uitgesproken als een zachte z, dus heet die stad, fonetisch, Pelgzimov.

En toon, ja toen kwam die vermaledijde euro waarmee we nu met z'n allen mee in de maag zitten, maar een iegelijk, die de valuta-geschiedenis van de afgelopen veertig jaar kent, kon op z'n klompen aanvoelen dat Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland op deze wijze, nu ze de mogelijkheid van het devaluatiemiddel niet meer hebben, bodemloze putten zouden worden en ze nu grote problemen (gaan) veroorzaken.

Ziehier de creditcrisis in een notedop en daar hoef je echt geen Hoger Algemeen Economisch Onderwijs voor hebben gevolgd of Register-Accountant voor te zijn, want die conclusie trek je gewoon met boerenverstand.

Na pelhřimov voorbij te zijn gesneld nog even een half uurtje doorgegaan naar Jihlava en daarmee zijn we dan weer aangeland bij het begin van dit verhaal.

De kennelijk enkel en alleen naar de toekomst starende euro-extremisten die zich met religieus vuur vasthouden aan de stuiptrekkende Euro beseffen niet dat zij ten dode is opgeschreven en dra ten grave wordt gedragen.

Want ach, helaas!: wie zijn geschiedenis niet kent, is waarachtig genoopt ze te herhalen.

Een plastic euro is reeds in de maak.

En hier denken ze inmiddels: "ze doen maar, ze rommelen maar an. Wij hebben toch lekker de kroon!".

Aldus schreef ome Willem.


---